Dé dichteres van de Dominicaanse Republiek
(voor Salomé Ureña Diaz de Henríquez (1850 - 1897))
Jij bent geboren op 11 oktober 1850 in Santo Domingo, in de Dominicaanse Republiek. Jouw vader was de schrijver/politicus/journalist Nicolás Ureña de Mendoza (25 maart 1822 - 3 april 1875), die in 1853 de krant 'El Progrese' oprichtte en in 1855 in ballingschap moest vanwege zijn verzet tegen de regering van Pedro Santana. Jouw moeder was Gregoria Diaz de León. Jouw zus was Manuela. Jouw ouders waren 5 jaar getrouwd. Jouw vader gaf jou een uitgebreid literair onderwijs. Jij leerde de gedichten van de favoriete dichters van jouw vader. Jij las de Spaanse klassiekers en de Franse en Engelse literatuur.
Op jouw 15-de begon jij gedichten te schrijven en op jouw 17-de publiceerde jij jouw eerste gedichten onder het pseudoniem Herminia. Die naam gebruikte jij tot 1874. In 1873 verscheen jouw debuut 'De glorie van de vooruitgang' en in 1874 stond jij met 7 gedichten in de bloemlezing 'La Lira de Quisqueya'. Jij bekritiseerde het despotisme van het regime van president Ulises Heureaux, religieuze onverdraagzaamheid en autoritarisme. In 1876 verscheen 'Ruïnes', in 1877 'De komst van de winter', in 1878 'Geloof in de toekomst' en in 1880 'Anacaona' en 'Poëzie van Salomé Ureña de Henríquez'.
Op 11 februari 1880 trouwde jij met de arts/schrijver Francisco Hilario Henríquez y Carvajal, geboren op 14 januari 1859 in Santo Domingo. Zijn familieleden waren Sefardische Joden uit Amsterdam. Jullie kregen 4 kinderen; op 29 juni 1884 werd Pedro Henríquez Ureña geboren, die schrijver/filosoof werd. Daarna werd Francisco Noel geboren. Op 16 november 1886 werd Maximiliano geboren, een schrijver/dichter/literatuurprofessor/diplomaat, die op 23 januari 1968 overleed. En op 9 april 1894 is Camila Salomé geboren, een schrijfster/pedagoge. Francisco hertrouwde met Natividad Lauransón Amiama.
Rond 1881 opende jij een eerste centrum voor hoger onderwijs voor jonge vrouwen in de Dominicaanse Republiek, met de hulp van Francisco en Eugenio Maria de Hostes. De eerste afstudeerklas van dit 'Instituto de Señoritas' bestond uit: Mercedes Laura Aguiar, Leonor M. Feltz, Altagracia Henríquez Perdomo, Luisa Ozema Pellerano, Catalina Pou en Ana Josefa Puello. Zij waren binnen 5 jaar als docenten afgestudeerd. Mercedes, die ook schrijfster was, bleef tot 1893 lerares aan het instituut, toen deze sloot vanwege jouw tuberculose. In 1881 verscheen 'Schaduwen', in 1897 'Mijn Pedro' en in 1902 'Herninia'.
Jij overleed op 6 maart 1897 in Santa Domingo door de complicaties van tuberculose. Jij werd 46 jaar en jij bent begraven in de kerk van Nuestra Señora de las Mercedes. Van juli 1916 tot november 1916 was Francisco Hilario president van de Dominicaanse Republiek. In 1972 ben jij in het Nationaal Pantheon van de Dominicaanse Republiek herbegraven. Jouw zoon Pedro is daar ook begraven. Hij overleed op 11 mei 1946 in Buenos Aires door een hartaanval. Na jouw overlijden is jouw instituut tot het Instituto de Señoritas Salomé Ureña omgedoopt. Op de Plaza de la Poesia in Santo Domingo staat een standbeeld van jou.
De Vogel en het Nest
Waarom ben je bang, eenvoudige vogel?
Waarom richten jouw ogen zich op mij?
Ik bedoel het niet, arme kleine,
je nest hier weg te brengen.
Hier, in de harde steenholte,
rustig en alleen zag ik je voorbijgaan,
en ik breng bloemen van de vlakte
zodat je je vrije huis kunt versieren.
Maar je kijkt naar me en je huivert,
en je vleugel trilt met onrust,
en je komt naar voren, vastbesloten,
soms met liefdevolle zorg.
Omdat je niet weet in hoeverre
ik de onschuld respecteer,
wat voor de tedere ziel,
het vrije huis van jouw liefdes heilig is.
Arm wiegeltje! Ga terug naar je nest,
terwijl ik van de wei wegloop;
daarin heeft mijn hand een zacht bed
van bladeren en bloemen voor je voorbereid.
Maar als ik jouw tedere, toekomstige kroost
op een hard bed voorbij zie gaan,
met bloemen en bladeren van de vlakte,
laat het dan jouw vrije thuis sieren.
4 september 2025
Geplaatst in de categorie: idool