Inloggen
voeg je column toe

Columns

Check it out!

Vrijdagmiddag, ik ben onderweg naar de bushalte, even verderop. Met nog een kleine vijftig meter te gaan, jengelt de bus mij plots om de hoek tegemoet. Te vroeg, natuurlijk. Teleurgesteld laat ik mijn schouders hangen en slenter verder.

Het lot is mij goed gezind, diezelfde bus stopt precies voor mijn neus en joviaal gooit de chauffeur de deur open. “Moest u mee, mevrouw?” vraagt hij. “Nou heel graag,”antwoord ik, ineens een stuk vrolijker. Ik haal mijn Ov-kaart tevoorschijn en haal ‘m langs het magneetapparaat. “Goede reis” staat er. Angstig kijk ik naar de buschauffeur, is dit de goede tekst? Hij zegt dat het klopt, de deur sluit en ik zoek een zitplaats. Bij het raam natuurlijk, dàt is het leukst.

Op weg naar het Centraal Station. Ik heb weer afgesproken met oud-collega’s uit de financiële, papieren wereld. Gezellig, want zelf zijn ze zeer beslist niet van papier te noemen. Gelukkig is het zomer en lang licht, dan vergissen we ons niet met de dichtslaande tramdeurtjes. De vorige keer dat we hadden afgesproken, belandden we om en om in plukjes van twee, in verschillende trams.

Onderweg naar het station kladder ik kleine gedichtjes en gedachten in mijn minischriftje, dat ik altijd bij me heb. Op die manier kan ik overal mijn woorden kwijt. Ik krabbel wat kleine zinnetjes neer en ik moet goed opletten met alle hobbels, straks kan ik het niet meer lezen. Ter plekke besluit ik om een klein dankjewel gedichtje te schrijven voor de buschauffeur. Zonder deze held had ik nog een halfuur bij de bushalte gestaan.

Half in gedachten, kladder ik een juweeltje in elkaar. Ik scheur het voorzichtig uit het schriftje, zet mijn naam onder het gedicht en vouw het velletje op. We bereiken de tunnel, die mijn stadsdeel en de centrale stad verbindt. In het centrum aangekomen kom ik tot leven. Het kleine schuifdak in de bus staat open en er komen allerlei lekkere verschillende geuren van eten door de bus gewaaid.

Eenmaal aangekomen op het IJSei -wie verzint zoiets- stop ik het schriftje terug in mijn tas en geef het losse velletje papier aan de buschauffeur. “Uw gebaar was groot, evenals mijn dank. Mijn verrassing is klein,” zeg ik tegen hem.
De goede man weet niet eens meer, dat hij voor mij is gestopt. Blij verrast pakt de man het velletje aan. “Nog een fijne avonddienst, meneer,” zeg ik.

Een kwartier later, nadat ik met mijn collega’s in de tram stap, gebeurt het. Mijn Ov-kaart bliept en piept aan alle kanten. De boodschap “tot ziens” lijkt niet te kloppen, tenminste niet zoals de buschauffeur het had uitgelegd. Niet uitgecheckt, het blijkt een duur gedichtje.

Voor mijn oud-collega's was het duidelijk; de rest van de middag moest er uitgecheckt. Na de rosé, op de gracht, in het restaurant en in de wc van het restaurant. Uiteraard ook weer in de tram terug. Daar werd het trouwens omgeroepen. In drie talen.

Slim, sommige mensen hebben nu eenmaal een roeptoeter nodig.

Schrijver: Odette, 4 augustus 2010


Geplaatst in de categorie: humor

2.9 met 8 stemmen 191



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)