Inloggen
voeg je column toe

Columns

de man

De man staat op uit de terrasstoel, pakt zijn jas en trekt hem aan. Een hele toer. Met de rechter mouw slaat hij een glas dat op de tafel staat om. Hij merkt het niet. Het glas blijft liggen.
De verweerde jas hangt hem twee maten te groot om zijn frêle schouders en oogt net als de eigenaar oud, heel oud. Met bevende handen doet hij de knopen dicht. Zijn lange piekerige dunne tot in de nek hangende grijze haar waait alle kanten op. Hij zet de kraag op, waaronder de originele kleur van de jas tevoorschijn komt: mosgroen.
Hij manoeuvreert wat onhandig tussen de terrasstoelen en tafels door naar de stoep. In een rustige doch onzekere pas wandelt hij richting binnenstad.

Hij zou best een rollator kunnen gebruiken, denk ik.

Halverwege de straat wil hij oversteken. Hij loopt naar een daar geparkeerd staande zilvergrijze auto, steunt met zijn rechterhand op de achterkant ervan om zo van de stoep af te kunnen stappen.
Eerst zet hij zijn rechterbeen op straat, daarna heel voorzichtig zijn linkerbeen. Vervolgens kijkt hij naar links om te zien of er geen verkeer aan komt in deze eenrichtingsstraat en loopt naar de overkant, daar stapt hij voorzichtig de stoep weer op en vervolgt zijn weg.
Hij loopt nu in de schaduw. Rustig legt hij een hand op zijn rug.
Zijn postuur steekt schril af tegen de hoge oude negentiende eeuwse binnenstadspanden.

De man heeft iets weg van een oude aristocraat, iets statigs, niet alledaags.
Hoe zouden zijn dagen eruit zien? Hoe en waar zou hij wonen? In een verzorgingshuis? Bij het Leger des Heils? Of...
'Nog iets drinken mevrouw'?
Ik schrik op uit mijn gemijmer, doe maar een rivella zeg ik tegen de ober en zie nog net hoe de man de hoek om slijt.

Schrijver: Christien Damman, 22 december 2010


Geplaatst in de categorie: psychologie

2.7 met 6 stemmen 328



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)