De binnenwereld, New Age en het licht van Christus
De mystieke weg bestaat voor een groot deel uit een afdaling in het schimmenrijk van je binnenste. Zo vergaat het iedereen die er ernst mee maakt. Wie hem doorloopt, ziet niet alleen de grotten en spelonken in het zielenrijk, maar voelt, betast en proeft ze ook. Veel schimmen en gedrochten komt hij daar tegen. Veel monsters komen daar te voorschijn en grijpen hem naar de keel. Soms drijven ze hem zelfs naar de afgrond. Godzijdank draagt hij echter al die tijd - soms zonder het te weten - een fakkel in z'n hand, waardoor hij de weg door die grotten en spelonken vòòr hem kan blíjven zien.
Zonder die fakkel is hij reddeloos verloren. De mystieke weg is immers een poging tot inwijding, zonder kompas, door het onontgonnen gebied van het onbewuste. Toch komt men er altijd sterker uit te voorschijn. Niet door formules te prevelen, jezelf in een yogazit te knopen of oosterse technieken aan te leren. Nee. Het enige oriëntatiepunt bestaat uit het licht en de liefde van Christus. Maar dat is voldoende. Meer heb je helemaal niet nodig.
Zo verging het ook mij. Ik verlangde niet naar hokus pokus of geheimzinnige openbaringen der antieken, niet naar een cursus in wonderen of therapieën die trauma’s uit een imaginair vorig leven genezen. Alle wonderdoeners, New Age-goeroes en zelfbenoemde profeten, waanwijzen, predikers van de wereld, aurahealers, numerologen en hun paradijsvogel-achtige aanhang wees ik resoluut de deur, nadat ik af en toe van hun wonderlijke leringen had geproefd.
De uiterlijke, fysieke wereld – de alledaagse werkelijkheid – bestaat immers louter uit drogbeelden en illusies. Maar binnenin onszelf, met de vlam van onze geest, kunnen we weer de verbinding aangaan met de oneindige geestelijke wereld, waarvan Christus het middelpunt is. Ik heb zelf ervaren dat alle dingen (nou ja, bíjna alle dingen) mogelijk worden als je je innerlijk voor Hem openstelt en je hart toegankelijk maakt voor Zijn liefde.
Goddelijk zijn wij, maar dan alleen in aanleg. Volgens de aanhangers van New Age zijn wij echter allemaal goden. Daarmee doelen zij op het ego dat zichzelf op de troon zet. Ons werkelijke startpunt is echter helemaal niet het innerlijk. We zijn immers geen ongeschapen, maar geschapen wezens. Zoals we ooit zijn ontstaan van buitenaf, door een wilsdaad van God, waarna we gedurende miljarden jaren van die oorsprong zijn afgedwaald omdat we wegtuimelden uit het Oerlicht, zo zullen we ons ook weer een weg terug moeten vechten, terug naar Hem bij wie onze levenstocht begon.
Van ons bestaan vòòrdat wij op aarde kwamen, weten we vrijwel niets. We dronken immers van de Lethe, de rivier der vergetelheid, voordat wij hier werden geboren. Toch zijn de herinneringen aan de voorgeboortelijke wereld niet helemaal verdwenen. Af en toe verschijnen nog flarden daarvan op het netvlies van onze ziel. Het zijn niet de concrete herinneringen zelf die ons dan te binnen schieten, maar het besef dát we er ooit herinneringen aan hadden, zoals een oude man nog vagelijk weet dat hij in zijn vroegste jeugd in een klein dorpje heeft gewoond, zonder dat hem nog scherpe beelden voor ogen staan van het huis of het dorp waarin hij zijn eerste levensjaren sleet. Zo is het gesteld met die voorgeboortelijke herinneringen; ze ontglippen ons als een schim die je vanuit je ooghoeken maar ternauwernood kunt zien, maar opeens verdwenen is zodra je er gericht naar kijkt.
Als wij niet uit het hoge licht waren getuimeld, hadden we nooit hoeven te incarneren op deze duistere wereld die in de greep is van de illusie en de schone schijn. We kunnen ons alleen bevrijden uit de greep van die wereld vol maya door het licht van Christus in ons binnenste toe te laten. Dan doorlicht Zijn liefde ons hart en vlamt het op in liefde voor Hem die ons schiep.
Maar wie – zoals vaak binnen New Age gebeurt - in het labyrint van zijn innerlijk blijft dwalen in de hoop daar het mystieke goud van de alchemisten te vinden, raakt het spoor bijster en verliest zichzelf in eindeloze spiegelingen, drogbeelden en waanbeelden van wijsheid. Waarom? Omdat je je dan bevindt in spiegelzalen vol oud, gebroken licht. Het is afgeleid licht dat je daar door de gangen ziet spelen, stuifmeellicht dat op een zomerdag door het dakraam van een grote zolder binnenvalt en een lichtkolom vol dwarrelend stof vormt in een voor het overige donkere zolderruimte. Het eigenlijke licht van de zon zul je daar nooit vinden, alleen maar reflecties van reflecties daarvan...
Ik zoek mijn heil uiteindelijk in de wereld van de geest buiten me én in m'n binnenste. Het gaat mij om de wisselwerking tussen binnen en buiten, om het laten doorlichten van het hart door Christus. Goden zijn wij, maar dan alleen in aanleg. Pas door de vonk van God in ons binnenste toe te laten worden we gewekt, niet door eindeloos in onszelf rond te cirkelen, zoals New Age de mensen vaak voorhoudt.
De verheerlijking en vergoddelijking van het ego is dan ook één van de grootste spirituele valkuilen van deze tijd. Laten we nooit vergeten dat onze wil en onze liefde wel heel erg belangrijk zijn, maar dat al onze inspanningen pas gezegend worden als we ons liefdevol verbinden met onze Vader. Op eigen kracht draaien we vroeg of laat vast. Maar verbonden met Hem openen zich verten waar we ons nu nog geen voorstelling van kunnen maken.
Zie ook: http://www.nieuweopenbaring.nl
Schrijver: Hendrik Klaassens, 25 januari 2009
Geplaatst in de categorie: religie