Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Beethoven als pianist I

Alhoewel Ludwig van Beethoven (1772-1827) in de galerij van de onsterfelijke componisten is geplaatst, steeg zijn ster in het Wenen van zijn dagen sneller als pianist dan als componist. Dit is eigenlijk best een aardige constatering die mogelijk een aantal Beethovenliefhebbers onbekend zal zijn. Het werpt wel een interessant licht op het ontstaan van de drie eerste pianoconcerten.
Het verschijnsel is echter tekenend voor het Weense muziekleven ten tijde van Beethoven. Wie zich aldaar een carrière als musicus wilde opbouwen moest eerst maar eens bewijzen leveren van een grote, liefst virtuoze beheersing van een instrument. Pianisten, violisten en zangers golden daarvoor als zeer geeigende figuren. Beethoven vierde zijn eerste triomfen als pianist en daarmee zijn eerste teleurstellingen als componist.

Het concertleven was in die tijd hoofdzakelijk in handen van muziekminnende aristocratie. De kerk had voor een belangrijk deel voor wat de sponsoring betreft afgedaan. Vanuit deze hoek werd op nieuwe opdrachten en daarmee op stimulering van jong talent bezuinigd, daarentegen won de invloed van adel en jonge commerciele instellingen aan kracht. De welgestelde adel liet zich omringen door een staf van bedienden die, behalve hun huishoudelijke en verzorgende taak, ook bedreven was in het bespelen van een instrument en op een muzikale vorming konden bogen.

Veel van de adelijke broodheren waren vaak heel goede amateurmusici, die het een goede gewoonte achtten met hun bedienden te musiceren. Ik denk nu aan die prachtige gravure van het concert op "Sans Souci", waarin koninklijke fluitist Frederik de Grote samen met clavecinist Carl Philipp Emanuel een druk bezocht concert geeft waarbij vele illustere bedienden zich in het begeleidende concert hebben verzameld. Deze concerten vonden vaak plaats in de hal van de adelijke paleizen. De concerten werden bekend onder naam "Akademie".

In verband met de beschikbare ruimte waren de orkesten die aldus gevormd werden nooit groter dan ongeveer vijfendertig spelers. De lengte van de concerten leed daar beslist niet onder. Een tijdsduur van drie of vier uren per concert was heel normaal. Een programma bestond doorgaans uit twee symfonieën, twee soloconcerten, een vocaal werk en een improvisatie. Vaak werd zo'n concert nog uitgebreid met het optreden van een componist die zijn artistieke ei ook nog kwijt moest. Hoe dan ook: Beethoven zal in zijn jonge jaren lang hebben moeten wachten eer hij zijn composities kon laten horen.

Beethovens virtuositeit als pianist moet opmerkelijk geweest zijn. Zijn stijl van optreden en zijn pianospel waren heel anders dan men gewend was. De wat chaotische, maar zeker levendige wijze waarop het Weense muziekleven in Beethovens tijd functioneerde, kent nog een ander interessant aspekt van de toenmalige muzi ekpraktijk. Dat was het ten gehore brengen van improvisaties, een hoog gewaardeerde vorm van musiceren.
Beethoven voerde zijn muziek uit terwijl de inkt bij wijze van spreken nog nat was. Zijn pianowerken, waarvan hij het in deze periode in eerste instantie hebben moest, waren zeker niet tot in het kleinste detail uitgeschreven, maar er werd geimproviseerd op een haastig op papier gezet geraamte. Pas later, waarschijnlijk door herhaalde uitvoeringen, ging Beethoven ertoe over de schetsen gedetailleerd uit te werken.

Schrijver: Wim Brandse, 12 maart 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

3.5 met 2 stemmen 158



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)