Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Sluiten geloof en wetenschap elkaar uit?

Sinds mijn studententijd heb ik me afgevraagd of geloof en wetenschap wel met elkaar kunnen samengaan en zo ja, waarom er desondanks vaak sprake lijkt van een onoverbrugbare kloof tussen die twee. Waarom verdragen ze elkaar toch vaak zo slecht? Zijn het dan twee volkomen van elkaar gescheiden gebieden, of is het mogelijk ze met elkaar te verenigen zonder dat één van beide tekort wordt gedaan? Omdat het onmogelijk is om alle facetten hiervan in een paar bladzijden te bespreken, ben ik begonnen bij de pool van het geloof. Daarbij heb ik geïnventariseerd hoe door de grondleggers van stromingen als de theosofie, de antroposofie en de nieuwe openbaringen (een onderdeel van de christelijke mystiek) tegen de wetenschap wordt aangekeken. Het waren alle drie mensen die veel over de relatie tussen die twee hebben nagedacht.

BLAVATSKY
Dr. Murdoch, een kenner van haar werk, schrijft over haar:
”Het voornaamste doel van H.P. Blavatsky was wetenschap, religie en filosofie te doen samensmelten, zoals blijkt uit de ondertitel van ‘De Geheime Leer’. Dit doel vindt men bovendien exact terug in het tweede Doeleinde van de Society.”

STEINER
Rudolf Steiner omschrijft het doel van zijn werk a.v.:
"wetenschap en godsdienst weer verenigen, God weer invoeren in de wetenschap, en de natuur in de godsdienst en zodoende de kunst en het leven opnieuw bevruchten."

JAKOB LORBER
Deze 19e-eeuwse mysticus schreef: "Pas in die tijd (d.w.z. de tijd van de wederkomst van Christus) zal Ik de oude boom der kennis zegenen en door hem zal de boom des levens in de mens weer zijn kracht terugkrijgen."

Als je dieper doorspit in deze materie, kom je veel meer voorbeelden tegen van zieners, theologen en mystici die beslist niet wars zijn van wetenschap, ontdekkingen of nieuwe inzichten. Ze zoeken eerder naar een synthese tussen de kennis van het hoofd en die van het hart, tussen magie en rede. Willekeur en subjectivisme horen daar zeker niet bij. Wél orde, systematiek en het open staan voor de wereld om ons heen. Een grappig voorbeeld daarvan is het feit dat het Vaticaan tegenwoordig over een eigen sterrenwacht beschikt waaraan wetenschappers van naam zijn verbonden.

Voor mijn gevoel is er niets mis met het verzamelen en systematiseren van wetenschappelijke kennis over de materiële wereld. Die kennis kan uitstekend worden gebruikt om het leven van mensen aangenamer, gezonder en gelukkiger te maken. Toch zijn er ook grenzen aan wat ik nog acceptabel vind. Zo houden heel veel wetenschappers zich bezig met het ontwikkelen, verbeteren en testen van wapentechnologie. Wat daarbij vooral ontbreekt zijn algemeen aanvaarde normen over wat in ethisch opzicht wél en wat niet verantwoord is. Natuurlijk wordt daar wel over nagedacht, maar in de praktijk zie je dat in elke dubieuze industrie en veld van onderzoek geleerden werkzaam zijn, om over corrupte regimes maar te zwijgen.

Wat de wetenschap blijkbaar te weinig heeft, heeft het geloof misschien wel te veel. Alle religies kennen een stelsel van normen, waarden, leefregels en sancties die het individuele en openbare leven reguleren. Ook kennen religies verschillende niveaus of dimensies van de werkelijkheid. Waar de reguliere wetenschappen alleen uitgaan van het bestaan van een fysieke wereld waarin vaste wetten regeren, gaan godsdiensten uit van verschillende bestaansniveaus.
Naast de fysieke wereld, die door de wetenschap wordt onderzocht, onderscheiden zij ook een geestelijke wereld, die het domein is van goden, hemelse en lagere geesten, evenals de zielen van de overledenen. Verder gaan religies uit van interactie tussen die bestaansniveaus. Zo kan God, een engel of de ziel van een overledene zich volgens alle religies aan een levend persoon kenbaar maken, bv. door een verschijning, het horen van een stem of materiële manifestaties.

Uiteraard staat men daar in de wetenschap o.h.a. heel gereserveerd, om niet te zeggen sceptisch of zelfs cynisch tegenover. Gelukkig zijn er uitzonderingen. De parapsychologie bv. onderzoekt verschijnselen als bv. telepathie, telekinese, bandstemmen en geestverschijningen. Je kunt zulke verschijnselen alleen onderzoeken als je ervan uitgaat dat er méér bestaansniveaus of frequenties zijn dan alleen de materiële. Naast de parapsychologie wordt ook in de theologie uitgegaan van een geestelijke wereld, die in wisselwerking staat met de concrete werkelijkheid.

Het grootste probleem dat zich voordoet in de relatie tussen de wetenschappen en religies is voor mijn gevoel dat vooral binnen de wetenschappen, die materiëel of biologisch zijn geöriënteerd (bv. de natuurwetenschappen en de medische wetenschap) ervan wordt uitgegaan dat alleen het concrete, fysieke bestaansniveau de werkelijke is. Andere bestaansniveaus worden als niet-bestaand beschouwd. Preciezer gezegd: daar wordt volstrekt geen rekening mee gehouden.

Zo wordt binnen de medische wetenschap al vrij lang vastgehouden aan het paradigma, dat het bewustzijn het product is van de hersenfuncties. Dat betekent concreet, dat bij afwezigheid van aantoonbare hersenactiviteit géén bewustzijn meer mogelijk is. Desondanks heeft de cardioloog Pim van Lommel op een overtuigende manier laten zien dat het menselijke bewustzijn ook onafhankelijk van de hersenen kan functioneren. Mensen die tijdens een bijna-dood-ervaring geen enkele hersenactiviteit meer vertoonden (zgn. ‘flatliners’, bij wie het EEG een vlakke lijn vertoont, wat wijst op de hersendood), rapporteerden later, als ze gereanimeerd waren, vaak dat hun geest zich tijdens zulke momenten buiten het lichaam bevond. Vanuit die positie nam men allerlei dingen waar die later geverifiëerd konden worden. Dit verschijnsel heeft men bij duizenden BDE's kunnen waarnemen. Dat roept de vraag op of dit een bewijs is voor een voortbestaan na de fysieke dood. Het maakt het bestaan van een hiernamaals in elk geval wel aannemelijk.

De felle weerstanden die de resultaten van dit BDE-onderzoek bij veel van zijn collega’s hebben opgeroepen, geven duidelijk aan dat in dit geval een paradigma onder vuur is komen te liggen. Zijn conclusies zijn immers moeilijk te loochenen. Daarom haalt men alles uit de kast om zijn werk te torpederen. Zelfs aanvallen op zijn persoonlijke integriteit schuwt men daarbij niet. Blijkbaar is men bang dat een heleboel uitgangspunten, die met het paradigma van het bewustzijn samenhangen, op de helling moeten als men aanvaardt dat het bewustzijn ook onafhankelijk van de hersenen kan functioneren. Zelfs het accepteren van een hiernamaals komt dan immers binnen bereik.

Het onderzoek naar bijna-dood-ervaringen, waar Van Lommel zich mee bezig heeft gehouden, zou daarom de scharnier kunnen betekenen tussen de materiëel en biologisch georiënteerde wetenschappen aan de ene kant, en disciplines als bv. de theologie en de parapsychologie aan de andere kant, omdat zij verschillende bestaansniveaus onderscheiden, waarvan de fysieke wereld er maar één is.

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 28 januari 2010


Geplaatst in de categorie: religie

4.5 met 8 stemmen 340



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Catherin
Datum:
30 januari 2010
Dit is een prachtige uiteenzetting . Heb met veel aandacht gelezen en ben zeker benieuwd naar het vervolg....

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)