Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Ellen Warmond: Je bent

Je bent

Je bent gewoon je bent
gewoon een mens dat is
een warm en onontwarbaar wezen
en toch kun je gebeuren als een wonder

want ik heb je geroepen in mijn slaap
ik riep je liefde

door eigen honger
in de eigen stem ontwaakt
zag ik: ik heb je niet gedroomd
hier ben je je bestaat

ik heb je liefgehad
dit is de nacht

ik heb je lief
ik heb je niet bedacht.

Ellen Warmond, pseudoniem van Pieternelle Cornelia van Yperen, is geboren in 1930 te Rotterdam.
Haar vader was vertegenwoordiger in de meubelindustrie en ze was de jongste van vier kinderen, haar moeder deed hoogstwaarschijnlijk de opvoeding en de huishouding.
Als kind heeft ze bewust het bombardement op Rotterdam meegemaakt, de paniek daarvan vind je terug in haar poëtische werk, vooral via 'glasscherven en vuur'. Ze voltooide de HBS en daarna, in 1946, ging ze naar de balletopleiding, in haar werk weerspiegeld door 'spiegels'. Ze danste enkele jaren voor het Rotterdams Ballet Ensemble, maar omdat het balletdansen geen geld opleverde, ging ze daarnaast op een Handelskantoor werken, als beeldschone secretaresse.
Ze koos vooral voor een pseudoniem, omdat haar collega's op het handelskantoor gedichten schrijven maar een rare en zinloze bezigheid vonden. Op de een of andere manier schaamde ze zich voor haar kunstzinnige uitingen, zo vlak na de oorlog in de wederopbouwsferen zal poëzie niet het meest noodzakelijke geweest zijn bij de meesten. Misschien is haar gêne daaruit te verklaren, al is haar echte naam nu niet bepaald soepel lopend en geen eye-catsher.
Ze debuteerde in 1953 met drie gedichten in 'Maatstaf'. Haar poëziedebuut verscheen datzelfde jaar en heette 'Proeftuin'. Van 1955 tot 1983 werkte ze bij het Nederlands Letterkundig Museum in Den Haag als assistente van de hoofdconservator.
Vanaf 1968 woonde ze in Den Haag.
Voor het Letterkundig Museum werden Schrijversprentenboeken samengesteld, van nummer 1 tot en met nummer 13 was zij medesamensteller.
Ze schreef ook verhalen en één kinderboek en ze was vertaalster. Publiceren deed ze o.a. in: 'De Vlaamse Gids', 'De Nieuwe Stem', 'Vrij Nederland', 'Het Parool' en de 'Haagsche Courant'. Ook was ze nog redactrice van 'Gard Sivik'.

In 1953 kreeg ze de Reina Prinsen Geerligs-prijs voor haar debuutbundel, in 1961 de Jan Campert-prijs en in 1973 de Artishock-prijs. Ze vond dat er achter de maskeraden van de mens een miserabel en weerloos wezen schuilde. Haar werk is existentialistisch van aard, je zou haar de Sartre van de poëzie kunnen noemen, verder is het nogal somber qua grondtoon, vol angsten en eenzaamheidsbesef. Juist daarom heb ik gekozen voor een liefdesgedicht van haar.

De laatste bundel van in totaal 22 bundels heet 'Kaalslag' (1999), ze is nu tachtig jaar en ik krijg het vermoeden dat ze de poëzie vaarwel heeft gezegd, althans het schrijven ervan, wat wil je op zo'n respectabele leeftijd en met zo'n eveneens respectabel oeuvre.
Ik maak voor haar een diepe buiging, want Ellen, je bent er volop geweest en je bent er gelukkig nog.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 5 stemmen 831



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)