Remco Campert: Nu is er weer
Nu is er weer dat zomerse godlof
Nu is er weer dat zomerse godlof
van meisjes die in korte rokken
door alle straten fietsen
in ons land, ons land gezegend
met pastoors en dominees
die met schuine oogjes kijken
naar dat dekselse jonge volkje
dat met naakte knietjes
door hun straten fietst godlof
en in de zwoele avondlucht
in hun seringentuin
werken zij verder
de pastoors en dominees
aan het gemengd-zwemverbod
Remco Campert is geboren in 1929 te Den Haag.
Zijn vader was de beroemde dichter Jan Campert van 'De achttien doden' en zijn moeder was niet Clara Eggink, maar de actrice Joekie Broedelet, die op late leeftijd nog gastrollen speelde bij 'Van Kooten en De Bie'.
Toen Remco drie jaar was gingen zijn ouders scheiden, hij woonde dan bij zijn vader en dan bij zijn moeder of ook wel bij zijn grootouders. Zijn grootvader van moederszijde was ook een dichter plus toneelschrijver.
In 1942, toen hij twaalf was, ging hij bij zijn pleegouders te Den Haag wonen. De Duitsers gooiden daar de boel plat, zodat ze naar Epe verhuisden.
In 1943 vernam hij dat zijn vader was gestorven in het concentratiekamp Neuengamme.
In Epe bezocht hij de Mulo, ver beneden zijn kunnen.
Zijn lievelingsboek als kind was 'Kees de Jongen' van Thijssen.
Na die mensonterende oorlog ging hij met zijn moeder in Amsterdam wonen. Daar ging hij naar het gymnasium aan het Amsterdamse Lyceum. Hij ging er zonder diploma vanaf, omdat hij er vast van overtuigd was dat hij schrijver ging worden. Zijn zelfkennis zou bewaarheid worden.
Rond 1950 trouwde hij met zijn eerste vrouw Freddie Rutgers. Rutgers? Alweer familie? Het regent familie! Haar vader was erg rijk, maar wat belangrijker was, hij was fel tegen dat huwelijk. Heel rijke vaders zien nooit veel in aanstormende schrijvers, ze durven de gok niet aan.
Hij verbleef met haar een zalige tijd in Parijs, maar de verliefdheid ging voorbij en er was te weinig basis om het stand te houden.
In datzelfde jaar richtte hij wel tesamen met Rudy Kousbroek het literaire tijdschrift 'Braak' op, later aangevuld met Lucebert en Bert Schierbeek. Ze verbleven toen allemaal in de Franse hoofdstad en ze hebben zich verzet tegen de traditionele dichtkunst, zowel qua inhoud als qua vorm. Ze wilden opnieuw experimenteren! In 1951 kwam Simon Vinkenoog met zijn boekwerk 'Atonaal', voegde Kouwenaar, Elburg en Claus eraan toe en de Vijftigers waren geboren.
Ik heb nog steeds moeite met hun uitvoeringen, maar ze zijn in wezen wel authentieker dan de latere zogenaamde Maximalen, wat ik schertsfiguren vind. Ik krijg dan ook het gevoel dat de Vijftigers hun ideale doelstellingen nooit gehaald hebben, slechts hier en daar genaakt, aangeraakt.
In 1954 ging Freddie Rutgers samenwonen met Gerrit Kouwenaar, de piraat met de Nietsche-snor, de derde nog levende Vijftiger. Ze had blijkbaar een zwak voor dichters.
Remco trouwde voor de tweede keer met Fritzi Harmsen van Beck, vervolgens gingen ze wonen in Blaricum. In hun romantische huis ontvingen ze vele dichters en schrijvers, ze leefden er uitbundig, een bloeitijd in hun leven, maar de verwelking ontstond al in 1957, toen zij samen tot een scheiding besloten en Remco terugkeerde naar zijn geliefde Amsterdam, waar hij de café's bezocht en inspiratie opdeed.
In 1960 ontmoette hij zijn nieuwe geliefde, Lucia van de Berg. In 1961 trouwden ze en zij kregen samen twee dochters, Emanuela en Cleo. In 1964 verhuisden ze naar Antwerpen.
In 1966 ging hij met hangende pootjes terug naar Amsterdam, alleen. Daar ontmoette hij de bevallige galeriehoudster Deborah Wolf, waar hij tot 1980 mee samenleefde.
Na een tijdelijke scheiding trouwde hij in 1996 met zijn vierde vrouw, Deborah. Ooit schreef hij cursiefjes uit geldgebrek, toen kwamen de verhalen die alsmaar groter werden en uitgroeiden tot legendarische romans.
Zijn prozadebuut was 'Het leven is verrukkelluk' (1961) en een andere bekende roman is 'Tjeempie! of Liesje in luiletterland', een pornoparodie.
Remco heeft in al zijn jaren een aanzienlijk en respectabel oeuvre opgebouwd, de jongeman die voor zijn gymnasiumdiploma wegvluchtte, heeft er desondanks buitengewoon meer van gemaakt dan de orde van zaken deed geloven. Dichterswegen zijn raadselachtig en nooit van deze wereld. Dichters gehoorzamen enkel de goddelijke wetten, hun kunstzinnige oerdriften.
In 1976 kreeg Remco de P.C. Hooftprijs, terwijl de jaren 70 een stagnatie in zijn schrijversleven betekenden.
Van 1989 tot 1995 ging hij met Jan Mulder en Bart Chabot in theaters optreden.
Zijn 'Het gangstermeisje' en 'Alle dagen feest' zijn verfilmd.
In 2004 kwam de roman 'Een liefde in Parijs', topliteratuur, en in 2007 verscheen zijn tot nu toe laatste dichtbundel 'Nieuwe herinneringen'.
Hij is inmiddels 81 jaar, dus ik kan me voorstellen dat de noodzaak of de drang om nog te publiceren wel naar de achtergrond is verdwenen.
Remco, mijn dank is groot!
Geplaatst in de categorie: literatuur