Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Anneke Brassinga: Roeping

Roeping

Fluit er een merel, dan voel ik geluk.
Fluit er een merel ten hemelschreiend mooi
in China terwijl ik niet in China ben;
heeft naar verluidt men hier ter stede merels
ook gehoord in het blauwe schemeruur
van 3 Februarij 1603; zal, naar verwacht mag
over zes weken, in mijn tuin hun lied weer
klinken; stel dat ik al op weg zal zal zijn
gegaan, naar China, of het onbekende
voorbij de grens van mijn bestaan - hoe nu hier
leven zonder geluk? Op eigen kracht te horen
wat de merel zo vaak zong, het moet
volstaan. De oren toegestopt, in stilte,
denk ik dag in dag uit mij in dat ik
die ene ben en steeds een ander,
die urenlang of even maar en waar ook maar
door eeuwen heen geluk heeft en de merel hoort.
Dan vangt in mij misschien het zingen aan.


Anneke Brassinga is geboren in 1948 te Schaarsbergen, een dorpje boven Arnhem omgeven door Veluwse bossen.
Vanaf 1960 ging ze naar de middelbare school te Arnhem.
Ze vond zichzelf als kind klein, bang, uiterlijk volgzaam, aangepast dus, een geïsoleerde intellectueel in een vreemde, armoedige omgeving.
Ze had wel een broer en een zus, maar die waren niet zo fanatiek met literatuur bezig zoals zij.
Van 1967 tot 1972 deed ze de opleiding tot literair vertaalster aan de Universiteit van Amsterdam. Ze was dus negentien toen ze daar op kamers ging. Hoewel ze aanvankelijk biologie of filosofie wilde studeren, was er een goede raadgever, die haar talent voor woorden opviel. Ze bezit inderdaad een rijke en verbluffende woordenschat, die haar tot een unieke taalvirtuoos maakt. Het stroomt lekker, het bekt lekker, het drinkt lekker.

In 1974 publiceerde ze poëzie en prozawerk in 'De Revisor' onder het pseudoniem A. Tuinman. Men denkt dat als je in een eerste curcuit-blad werk weet te publiceren, dat je er dan wel komt, maar dat ik klinkklare onzin, zo werkt het echt niet, dat zijn studentikoze fabeltjes. Het is mooi meegenomen, dat wel, maar je zult hogere ogen moeten gooien, meer en beter moeten scoren en slechts weinigen gelukt dat, naar het gezegde 'Velen zijn geroepen, slechts weinigen uitverkoren!'.
Poëzie is wat dat betreft soms net een akelige wedrace, waarbij velen uit de bocht vliegen, slechts enkelen de finish en het podium behalen.
Anneke is er zo een, dat is duidelijk.

Ze vertaalde werk van o.a. Oscar Wilde, Jules Verne, Sylvia Plath, Diderot, Rousseau, Saint-Simon, Melville, Broch, W.H. Auden, P. Highsmith.

In 1987 (vrij laat) verscheen haar eerste niet-bibliofiele dichtbundel 'Aurora'.
De wel bibliofiele uitgaven werden voornamelijk verzorgd door Peter Yvon de Vries, die grafisch kunstenaar en bibliofiel drukker is, heel handig van haar. Anneke trouwde in 1988 met hem.

In 1990 ontving ze de Herman Gorter-prijs.
In 2001 ontving ze de Paul Snoek-prijs en in 2002 de Ida Gerhardt Poëzie Prijs.
Ook verscheen in 2002 haar eerste essaybundel 'Het zere been'.
In 2006 verscheen de dichtbundel 'IJsgang'.
In 2008 ontving zij vol terechte trots de Constantijn Huygensprijs.
In 2010 verscheen haar tot nu toe laatste dichtbundel 'Ontij'.

Haar thema's zijn: natuur, wegdromen, liefde, taal, humor en romantiek. Een opvallende merel met al een lange lijst van hoogst geslaagde met net even dat meer merelunieke verzen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 januari 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 2 stemmen 305



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)