Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Ramona Maramis: Lichting

Lichting

Wat heb je in je mars als de competitie te groot blijkt?
Wat lager op de evolutietrap zitten helpt al (en vooral
niet hetzelfde jurkje online aanschaffen).
Zoals zeevissen die kalk uitpoepen.

Zwemmend naar een vroegere bak als blijk van geurherinnering
worden zij niet door slingers, taart en parfumwalmen opgewacht (alsof beïnvloeding een jeugdzonde betrof).

Alleen de beste boezemvriendinnen blijven over.
Zij zijn bepalend voor de toekomst van de ander.

De vaders ontvouwen het relevante netwerk voor later.
Andere elites worden niet gerespecteerd.

Wie in verenigingsverband opgroeit eert het eenkennige.
Wie hier wint is een hele grote.

D. Ramona I. Maramis is geboren in 1968 te Haarlem. Ze is de dochter van Indonesische ouders. Ze groeide op in Amstelveen. Ze zat op de Montessori-school, waar ze begon met schrijven en waar ze je talenten sterk stimuleren.
Haar middelbare schooltijd deed ze in Jakarta.
Daarna studeerde ze Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Groningen.
In 1998 trad ze voor het eerst op in het USVA-Theater te Groningen, bij een presentatie van 'Afslag 28', inmiddels voorgoed uit zicht verdwenen. In 1999 debuteerde ze in 'Startschot', samen met Daniël Dee, Tsead Bruinja en Petra Else Jekel, een vooruitstrevend viertal, die met hun dichtersgroep inmiddels literaire geschiedenis hebben geschreven. Soms gaat de literaire chemie van een dichtersgezelschap levenslang mee en spatten de vonken er jaren nadien nog vanaf, ook al is de groep allang gevierendeeld. Ze was o.a. bij 'Nachtspraak' in muziekcafé Koekkoek en bij 'Winterschrift' in de Stadsschouwburg.

In 1999 verhuisde ze naar Amsterdam en was ze copywriter en dj. Ze was ook gitarist in een band.
Ze publiceerde o.a. in: Ons Erfdeel, Septentrion, Krakatau en Passionate. In 2001 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Duckstad aan de Amstel' bij uitgeverij Vassallucci. Met de titel wordt Amstelveen in de jaren zeventig bedoeld.
Fleur Speet (NRC) noemde haar gedichten 'sprankelend en veelbelovend'.
Ze dicht over Katja Schuurman, die haar borstimplantaten kapot hobbelt voor een goed doel, de nikkei-index, karaoke, Sinterklaastragiek, fuck Nijntje, Lara Croft-klonen, Campina, haar kindertijd en haar bijzondere kijk op de wereld.
Ze publiceerde in diverse bloemlezingen; '10 jaar Winternachten', 'Den Haag. De stad in gedichten', 'War on War - gedichten geen bommen', 'Amsterdamse liefdesgedichten', Septentrion en Suburbia.
Ze trad op bij: Crossing Border, Poetry International, Geen Daden Maar Woorden, Winternachten en Dichter aan huis.

Haar tweede bundel heet 'Secretaresses' en moet volgens mij nog verschijnen. In ieder geval komt het hierboven geciteerde gedicht uit die bundel.
Ze is geïnspireerd door: Sylvia Plath, Shakespeare, T.S. Eliot, Allen Ginsberg, Seamus Heaney, Ezra Pound en W.C. Williams.

Momenteel woont ze in Delft en is ze daar commissielid van het CDA. Ze is opgeklommen tot bedrijfsjournalist/eindredacteur bij Ernst & Young, eerst in Rotterdam, nu in Amsterdam.
Ze schrijft interviews en langere artikelen voor het personeelsblad en het externe, landelijke magazine en ze is projectmanager van de afdeling Marketing en Communicatie. Haar Groningse studiejaren zijn niet voor niets geweest. Ooit werkte ze al bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Amsterdam.
Als ze het maar niet zo druk heeft, dat de poëzie onnodig en onwenselijk in de verdrukking komt.

'Ver over bergen lopen vrouwen hun kousen aan blaren naar hulpposten om verkracht te worden, om aids te krijgen, de branding van vreemd zaad in een versleten slipje'

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.4 met 5 stemmen 1.235



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)