Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hanny Michaelis: Toen ik nog leefde...

Toen ik nog leefde...

Toen ik nog leefde
in het heelal van je armen
en ademde door je huid,
stond het geheimschrift
van de sterren
in je ogen geopenbaard.
De witgouden bal van de zon
rolde de hemel rond
en de maan was een abrikoos
in de schaal van de nacht.

Maar nu
drijven sponzige wolken
over de stad. Huizen onwankelbaar
belemmeren het uitzicht.
Langs rechtlijnige straten
slaapwandel ik door de dag
met de regen van nu in mijn haren
en de steen van toen om mijn nek.


Hanny Michaelis is geboren in 1922 te Amsterdam. Haar ouders waren joods, haar vader was een Joods-Duitse immigrant uit Königsberg, die in Nederland maatschappelijk mislukte en veelal baanloos was. Haar moeder hield het gezin staande.
Toen ze drie jaar was, werd de dichteres in haar al herkenbaar, zo verzon ze o.a. 'En achter de deur stond een hele grote chauffeur'.
Toen ze zeven jaar was probeerde ze een sprookje op rijm te zetten, maar dat was nog teveel hooi op haar vork.
Ze ging naar het Vossius-gymnasium, waar Gerard en Karel van het Reve ook naartoe gingen. Op dit gymnasium kreeg ze Nederlands van D.A.M. Binnendijk, die haar het werk van Gorter en Leopold leerde beminnen. Ze had in 1941 eindexamen aan het gymnasium gedaan. In datzelfde jaar moesten zij en haar ouders onderduiken op verschillende adressen. Zij hebben elkaar nooit weergezien, daar haar ouders in 1943 werden opgepakt en via kamp Westerbork werden zij naar het concentratiekamp Sobibor (Polen) gebracht, waar zij door de nazibeulen vergast werden.
Hanny zat ondergedoken bij gereformeerden, op verschillende plekken.
Na de oorlog ging zij voorgoed in Amsterdam wonen. Daar ging zij werken bij uitgeverij Meulenhoff, kantoorwerk.

In 1946 debuteerde ze met gedichten in 'Criterium'. Haar ex-leraar Binnendijk attendeerde Meulenhoff op haar poëzie. Hanny leerde Gerard Kornelis van het Reve kennen tijdens de uitreiking van de Reina Prinsen Geerligsprijs, die hij ontving voor 'De Avonden'; zij ontving een eervolle vermelding voor enkele gedichten. Tevens was ze medewerkster voor het Nieuw Israëlisch Weekblad en ze vertaalde kinderboeken.

In 1948 trouwde zij, een jonge, fragiele vrouw, met Gerard Kornelis van het Reve.
In 1949 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Klein voorspel' bij uitgeverij Meulenhoff, zij het met moeite, want ze werkten daar toen belabberd traag. Ze was sterk beïnvloed door de poëzie van Vasalis. Ze had Georg Trakl ook gelezen, die stond in de bibliotheek van haar ouders, waardoor ze zichzelf verloste van de rijmdwang. Hanny had weinig zelfvertrouwen en Gerard waande zichzelf de meerdere op literair gebied, zeker na het succes van 'De Avonden'. Hij deed vaak minachtend over haar gedichten, vroeg haar dan of hij ze moest schrijven.
In 1957 verscheen 'Water uit de rots'. Zij beschreef de mens als hulpeloos en eenzaam, steeds op zoek naar liefde.
Maaike Meijer voegde haar bij de categorie 'De Grote Melancholie', omdat vele dichteressen uit de jaren vijftig depressief waren. Het trauma van haar tragisch omgekomen ouders maakte dat zij zwartgallig en pessimistisch was, in wezen bang om echt te leven, volgens haar psychiater. Gerard liep ook bij een psychiater, zou dat een bindende factor geweest zijn? Wat het ook geweest is, in 1959 kwam voorgoed een einde aan hun huwelijk. Gerard at al geregeld buiten de deur, maar in dat jaar ging hij met een man samenwonen en volgde hij openlijk zijn homoseksuele geaardheid. Ze bleven wel heel goede vrienden, inclusief het gekibbel.

In 1962 verscheen 'Tegen de wind in'. Hanny werkte vele jaren als beleidsmedewerker bij de afdeling Kunstzaken van het Amsterdamse stadhuis. Na Gerard kreeg ze een andere man, die na twee jaar stierf door een ernstig verkeersongeluk.

In 1967 verscheen 'Onvoorzien', waarvoor zij de Jan Campertprijs ontving. In 1969 verscheen 'De rots van Gibraltar' en in 1971 'Wegdraven naar een nieuw Utopia'. Daarna verscheen er geen nieuwe bundel meer, het bleef bij zes bundels.

In 1985 stond zij in de verzamelbundel 'Gedichten', naast o.a. Judith Herzberg, Elisabeth Eybers en Annie M.G. Schmidt.
In 1989 verscheen nog wel de verzamelbundel 'Het onkruid van de twijfel'. Ze streefde altijd naar perfectie. Zwaarmoedige zelfkritiek belemmerde haar om na haar zesde bundel nog een bundel te publiceren. Daarbij had ze het druk met haar taak als secretaris van het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen en het vice-voorzitterschap van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen.
Ze hield niet van lange gedichten.
In 1995 ontving zij de Anna Bijns Prijs plus de Sjoerd Leikerprijs voor haar hele schrijfwerk.
In 1996 verscheen haar 'Verzamelde Gedichten'.

Hanny Michaelis stierf in 2007 in Amsterdam. Gerard Reve een jaar daarvoor. Vanwege haar slechte gesteltenis kon ze niet bij zijn begrafenis zijn. De naam van Hanny Michaelis zal onlosmakelijk verbonden blijven met die van haar ex-man.

'En mochten wij elkander nog ontmoeten - men weet het nooit: de wereld is maar klein - dan zullen wij elkaar als vreemden groeten, en er zal niets meer te verraden zijn'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 juli 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.5 met 2 stemmen 218



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)