Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Oriëntaalse ontmaskering

(voor Jean-Leon Gerôme (1824 - 1904))

Je bent geboren in Vesoul, een pittoresk dorp in het oosten van Frankrijk, waar je vader Marcel een goedlopende slijterij annex brouwerij had en waar je moeder Louise Marat een kruidenwinkeltje bestierde. Op school blonk je al uit bij de tekenlessen, terwijl de andere vakken je geen zier konden schelen, op kunstgeschiedenis na.
Je vader was overtuigd van je tekentalent en hij hielp je zoveel hij kon, waardoor je op je zestiende in een huurkamer te Parijs belandde, waar je schilderlessen kreeg van niemand minder dan de gerespecteerde Paul Delaroche, in zijn atelier aan de Rue Mazarine. Paul was opgeleid door baron Gros en de vriend van Delacroix, dus je viel met je prille neus in de zilveren roombotervloot.

Met de gulle rijkaard Paul reisde je naar Florence, Rome en Pompeii, waar je vooral de natuur beminde. Paul had nogal plastische motieven om je deze reisavonturen te schenken, waar je niet op inging en na een welkome koortsaanval keerde je op je twintigste terug naar Parijs, waar je je schilderlessen hervatte bij de Zwitserse grootmeester Charles Gleyre, die tevens de leermeester van Monet, Renoir, Sisley en Whistler was.
Daarnaast ging je naar de School voor Schone Kunsten en je had redelijk succes met 'Het hanengevecht', 'Bacchus en Cupido' en 'Een damesportret'. Een versierde vaas werd geschonken aan prins Albert, de echtgenoot van koningin Victoria, zijn nicht.

In opdracht van Napoleon de Derde mocht je 'Tijdperk van Augustus' maken en met de acteur Edmond Cot reisde je naar Constantinopel, maar zijn opera-aria's werkten op je zenuwen, waardoor je later alleen door Turkije bent gereisd en op de terugweg langs de Donau.
Werkend in de kerk van Saint-Severin zag je alsmaar weer die zwoele, levenslustige beelden van buikdanseressen en strandvrijages voor je of hoe je de liefde bedreef met een verwilderde Turkse, die haar natte, zwarte haren over een antieke rotsblok heen en weer zwiepte, alsof ze de oude, ingeslapen lustgodinnen wilde wekken.
'Een Russisch concert' werd alom geliefd, gebaseerd op Russische dienstplichtigen, die een concert gaven, terwijl er met zweepslagen werd gedreigd, net als bij galeislaven, wat je echt gezien en gehoord hebt.
In Egypte schilderde je de Arabische religiekenmerken, landschappen en slavenhandel. Je 'Harembaden' is ronduit superbe, die loomheid van de wat opgezwollen vrouwen, gedrogeerd door de waterpijpen, in een grotachtige sfeer, een en al ademende mystiek. Men waardeerde je up-to-date taferelen, al kreeg je het met de woedende journalist Edmond About wel aan de stok. Al die naakten vond hij maar een goedkope verkooptruc, maar hij keek niet verder dan zijn neerslachtige slurfje.
Je verfraaide het Parijse paleis van prins Joseph Charles Napoleon, die pas getrouwd was met prinses Maria Clotilde van Savoye, hij zevenendertig, zij vijftien. Ze kregen drie kinderen, maar ze was niet gelukkig met hem; daarbij ging hij geregeld vreemd en leed hij aan obesitas. Hij kocht een Griekse bordeelscene van je, maar hij heeft nooit geweten dat jij op een hete namiddag de heerlijkste dingen met Maria hebt beleefd, vol van wraakgevoelens, lekkerder dan al zijn escapades bij elkaar.
Na twintig jaar huwelijk ging Maria met haar dochter naar het kasteel van Moncalieri, waar ze het leven van een non leidde.

Je begon strengere, meer klassieke schilderijen te maken, zoals 'Phryne voor de Areopagus', waarbij een beroemde, Griekse hoer wordt vrijgesproken door een grote groep rechters, vrijgesproken van vermeende mysteriënontheiliging nadat men haar naaktheid had gezien. Weer felle aantijgingen van twee betweterige kunstcritici, waarbij één met Flaubert door Egypte had gereisd en zich oppermachtig waande.
Op 'Pygmalion en Galita' behandel je het tot vlees geworden ideaalbeeld van de vrouw op sprookjesachtige wijze. Je schilderde zelfs Rembrandt, die een ets maakte, wat hij inderdaad in zijn statige woonhuis fabriceerde, in een apart kamertje.

Op je zevenendertigste trouwde je met de achttien jaar jongere Marie Goupil, de dochter van de internationale kunsthandelaar Adolphe Goupil van Galerie Goupil, waarvan Van Gogh elf jaar een aandeelhouder was. Met deze Galita kreeg je drie dochters en één zoon, Jean. Eén van je dochters trouwde later met de dikke, zwaar bebaarde kunstschilder Aime Morot.

Je verhuisde naar een riant huis vlakbij de Folies Bergères, wat je blij stemde, daar de vrijwel naakte dames daar soepel bewogen op de Can Can en andere wulpse liederen. Je kreeg diverse onderscheidingen.

Helaas stierf je zoon Jean eerder dan jijzelf, wat je groot verdriet heeft gedaan.
Je raakte bevriend met keizerin Eugenie de Montijo, weduwe en ook een zoon te vroeg verloren, waardoor je heel intiem met haar werd en als vanzelf met haar de liefde bedreef, wat je later aan Maria hebt opgebiecht, maar die begreep altijd alles en was engelachtig vergevingsgezind.

Je vond de opkomst van de fotografie een waarheidsgetrouwe openbaring en toen je vol ontzag voor een portret van Rembrandt zat weg te dromen, viel je ineens van je kruk, een witte streep achterlatend. Maria heeft dat Rembrandt-portret met je laatste verfstreek liefdevol op je kist gelegd, terwijl een plotselinge stortregen de ceremonie deed versnellen en de verf verwaterde en als een deken om je kist gleed. Waarna de doodgravers zo haastig mogelijk het natte zand op je omhulsel kletterden, de kaken stevig op elkaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 februari 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

2.2 met 4 stemmen 160



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)