Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER WONDEREN EN MIRAKELEN

Wat zou u antwoorden als ik u zou vragen of u in wonderen gelooft? Uw meest voor de hand liggende reactie zou denk ik een tegenvraag zijn, namelijk: wat verstaat u onder “een wonder”? Dat kan namelijk nogal wat verschil uitmaken voor uw antwoord op mijn vraag. Vatten we “wonder” op als iets onbegrijpelijks? Iets onverklaarbaars? Iets wat bewondering of verwondering opwekt? Dan is het leven één en al wonder. Of bedoelen we er iets heel anders mee, namelijk (ik citeer een woordenboek): “handeling die de natuurkrachten te boven gaat en dus alleen door God, met behulp van God, kan worden verricht; een mirakel”.

In bijbelverhalen komen we talloze van zulke “mirakelen” tegen, van gebeurtenissen dus die toegeschreven worden aan een regelrecht ingrijpen van God, waardoor de natuurwetten even buiten werking worden gesteld: een bijl blijft drijven, de aarde draait een eindje terug, een kruikje blijft eindeloos olie schenken, brood vermenigvuldigt zich, water verandert in wijn, een dode staat na drie dagen op uit het graf.

Wie gelooft nog dat zulke mirakelen ooit “echt” gebeurd zijn, laat staan vandaag de dag nog zouden kúnnen gebeuren? Nou, dat zou u wel eens kunnen tegenvallen – of meevallen, al naar gelang van uw eigen opvattingen. Niettemin zullen weinig mensen vandaag de dag nog willen bestrijden dat de dingen op deze wereld gebeuren in oorzakelijk verband. Iemand zou daaruit gemakkelijk de gevolgtrekking kunnen maken dat bidden om verandering van een situatie dús zinloos is. Alles ligt immers al vast? In het verleden ligt het heden…enz.

Dat lijkt inderdaad een logische gevolgtrekking, maar is het toch niét helemaal. Als alles altijd in oorzakelijk verband gebeurt, impliceert dat immers dat ook het gebed in de causaliteit is opgenomen. Dat wil dus zeggen dat ook het gebed én gevolg én oorzaak is. Aan een gebed gaan immers op z'n minst een aanleiding en een besluit om te bidden vooraf en het gebed heeft op z'n mínst gevolgen voor de innerlijke gesteldheid van de bidder zelf. Zoals de oorzaak van een gebed van geestelijke orde is (een innerlijke aandrang), zo zal dat als regel ook het geval zijn met het gevolg. Maar een geestelijke verandering van de mens, een verandering van zijn dénken, zal vaak ook gevolgen hebben voor zijn hándelen. In die zin kunnen de indirecte gevolgen van het gebed dus wel degelijk van materiële aard zijn.

Materiële gevolgen van een gebed zijn ook denkbaar voor zo ver de geest van een mens diens lichaam rechtstreeks beïnvloedt, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij psychosomatische aandoeningen. In de negentiende eeuw verwierf de Fransman Emile Coué frappante resultaten en grote bekendheid met “genezing door autosuggestie”. Soortgelijke resultaten zien we bij zogeheten gebedsgenezers. Hun “wonderbaarlijke” genezingen werpen een scherp licht op de wederzijdse afhankelijkheid van psychische en fysieke factoren in de mens. Maar die wederzijdse afhankelijkheid bevestigt juist de causale samenhang van psychische en fysieke verschijnselen.

Hoe komt het dat het mirakelgeloof zo diep in de mens verankerd is? De oorzaak schuilt waarschijnlijk vooral in het feit dat de meeste mensen het gevoelsmatig moeilijk kunnen accepteren dat hun leven zonder meer deel uitmaakt van een complex van causale verbanden. Geloven in wonderen betekent: geloven dat je soms úit de causale reeks kunt stappen of er door een hogere macht uit kunt worden getild. Door zo’n geloof schept iemand voor zichzelf perspectieven die er voor een "ongelovige" niet zijn.

Ieder mens staat voortdurend bloot aan indoctrinatie met geloof in mirakelen. Om te beginnen sluit dat geloof perfect aan bij de kinderlijke belevingswereld. Een kind gelooft in wonderen, in magie. Dat geloof wordt gevoed door sprookjes en door godsdienstige opvoeding. In de volwassene blijft soms iets, soms veel van dat geloof levend. En er zijn vaak onverklaarbare gebeurtenissen die het realiteitsgehalte ervan schijnen te bevestigen.

Hoe voor de hand liggend dat allemaal ook is, toch zou het niet onredelijk zijn, een gebeurtenis pas als wonder in de zin van mirakel te erkennen, als kan worden áángetoond dat die gebeurtenis niet in oorzakelijk verband kán hebben plaatsgevonden. Het gaat niet aan, het onverklaarbare dadelijk tot mirakel te promoveren, alleen omdat het onverklaarbaar is. Staat "onverklaarbaar" niet altijd voor "nóg onverklaarbaar"? Veel van wat vroeger tot mirakel gerekend werd, is nu wetenschappelijk verklaard en blijkt niet wonderlijker dan het groeien van het gras - dat overigens bijzonder wonderlijk is, maar niet in strijd met natuurlijke wetmatigheden.

Waarom is het wonder van ons bestaan ons niet wonderlijk genoeg, maar willen we van het leven een onberekenbaar circus maken door er nog een aantal mirakelen van buitenaf aan toe te voegen?

Schrijver: H.P. Winkelman, 30 maart 2012


Geplaatst in de categorie: religie

2.5 met 6 stemmen 207



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
30 april 2012
Email:
iris.aguirretigo.com.py
Ik lees: "Staat "onverklaarbaar" niet altijd voor "nóg onverklaarbaar"?". Dat noemt men de nagel op de kop slaan. Allemaal heel boeiend, vooral dat 'nog onverklaarbaar'. Ik zou zeggen uitstekende Wetenschappers zijn onbetaalbaar.
Naam:
Maarten
Datum:
3 april 2012
Goed geschreven, helder. Je gedachtegang en opvattingen zijn herkenbaar voor velen denk ik.
Ik persoonlijk kan mij goed vinden in de tekst.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)