Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Decadente dandy met charisma

(voor Charles Pierre Baudelaire (1821 - 1867))

Je bent geboren op 9 april 1821 in Parijs en gedoopt in de roomse kerk Saint-Sulpice. Je 62-jarige vader François Baudelaire was een hoge ambtenaar bij de senaat en een amateuristische kunstschilder. Je moeder Caroline Archimbaut-Dufays (1793, Londen) is vierendertig jaar jonger dan je vader en ze was arm. Je wandelde vaak met je vader in de tuinen van Luxembourgh en op je zesde stierf je vader. Caroline hertrouwde met commandant Jacques Aupick. Hij was de hardleerse demon, die tussen jou en je moeder in ging staan, de ploert die je biologische, zozeer gemiste vader onteerde. Je kreeg niet meer de aandacht van je moeder, die je zo gewend was, wat een traumatische diepgang bestempelde, waardoor je later veel extreme situaties en roesmiddelen opzocht om die sluimerende pijn te doven. Op je elfde verhuisde je naar Lyon, waar je naar het strenge Collège Royal ging. Je bleef je moeder altijd om geld (aandacht) smeken. Op je veertiende was je al zeer verfijnd en een subtiele literatuurminnaar. Aupick wilde je drillen en hij was de tegenpool van jouw vrouwelijke, artistieke inborst. Je had de pik op Aupick. Op je achttiende ben je weggestuurd van de kostschool in Parijs, vanwege je rotsvaste eigengereidheid. Je stiefvader eiste een tuchtschool, terwijl privé-les in de wijsbegeerte neemt en je besluit definitief om literator te worden, tot grote woede van je stiefvader. Je verlangde naar alcohol en wilde vrouwen en op je negentiende bezocht je de cafés van Montparnasse. Je zat nog een tijdje op het lyceum Louis-le-Grand, waar je voor de vorm rechten studeerde, maar door je agressieve non-conformisme ben je weggestuurd. Daarna bezocht je geregeld de aanlokkelijke prostituées, waardoor je gonorroe en syfilis opliep. Je kreeg schulden en je stiefvader wilde je alsnog doen sporen, waardoor hij je op een schip naar Calcutta stuurde. Negen maanden voer voor je poëzie. Exotische oorden, zwoele vrouwen, roesmiddelen. Weer terug in Parijs dook je onmiddellijk weer in de cafés en hervatte je je liederlijke leven met je erfenisgeld. Je woonde aan de quai de Béthune en je vierde feest met andere dichters. Je kocht schilderijen en tierelantijntjes en als dandy verachtte je iedereen, maar je bleef wel betrokken bij de armen en je kwam zelfs letterlijk in het geweer tegen de liegende, onderdrukkende rijkelui. De schilder Gustave Courbet was je vriend. Op je eenentwintigste ontmoette je Jeanne Duval (1820 - 1862) en zij werd je minnares, een actrice en danseres, geboren op Haïti en ze bleef twintig jaar je muze. Ze was de vrouw van je leven en je Zwarte Venus. Ze was drankzuchtig, ontrouw en minachtend. Zij inspireerde je tot de eerste gedichten van je latere meesterwerk 'Les fleurs du mal'. Manet schilderde haar toen ze 42 was, ze was blind en ze stierf door syfilis. Vijf jaar later stierf jij aan dezelfde oorzaak. Je moeder vond dat Jeanne je sadistisch misbruikte en je geld afhandig maakte. Ze werd door je familie niet als volwaardig geaccepteerd, wat je vreselijk vond en waardoor je een zelfdodingspoging ondernam. Je ging veel om met de dichter Gérard de Nerval (1808 - 1855), die zichzelf verarmd en verward heeft opgehangen. Je gezondheid was er beroerd aan toe en door de achtervolging van schuldeisers verkaste je herhaaldelijk. Op je 36-ste stierf je stiefvader. Je was bevriend met Gautier, De Banville en De Balzac en je was lid van de Club des Haschischins in hôtel Pimodan, waar je ooit zelf woonde en waar je hasj, coca, dollekervel, belladonna en laudanum gebruikte. In 1846 heette je hoofdwerk 'Les lesbiennes', later 'Les limbes' en in 1857 'Les fleurs du mal'. Je brak met Jeanne en je viel voor de geile courtisane en bohemienne Apollonie Sabatier (1822 - 1889), die vele beroemdheden in haar salon ontving en ook één van je grootste muzen was, maar na de eerste keer sex met haar, was je liefde meteen over en huppelde je naar Marie Daubrun, een actrice en je minnares, vooral in je hallucinerende dromen, wat des te heviger kon zijn. Ze werd later verliefd op Théodore de Banville, waarna je een kwaad sonnet voor haar schreef. En dan waren er nog al die anonieme minnaressen! Flaubert loofde je dichtbundel. Je 'schandaalthema's' openbaarden de realiteit achter de illusiewereld. Absint maakte je grazyness compleet en gekoppeld aan je erotische ervaringen stapelden de poëtische associaties zich feilloos op tot een unieke, onovertroffen en omvangrijke dichtbundel. Je gebruikte ether en laudanum tegen je benauwdheid en misselijkheid. Je werd veroordeeld vanwege je zedenloze schrijverij, maar het gevang bleef uit. Zes gedichten werden verboden, maar later weer in ere hersteld. Victor Hugo verdedigde jou. Je rookte opium en je dronk meer dan je aankon. In 1866 kreeg je een zware beroerte met verlamming als gevolg. Het spreken werd afzien en na ruim een jaar afasie kreeg je de laatste sacramenten en na je overlijden ben je begraven op Cimetière du Montparnasse, waar mindere dichters met torenhoge standbeelden worden geëerd. Je zielsverwante opvolger Arthur Rimbaud heeft ruiterlijk toegegeven dat jij zijn belangrijkste inspiratiebron was. Ook Mallarmé, Verlaine, Proust, Apollinaire en T.S. Eliot gaven dat toe.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 augustus 2012


Geplaatst in de categorie: idool

1.4 met 5 stemmen 89



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)