Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een idyllisch huis met een donker verleden

(voor Patricia Louise Tinmuth Lowther (1935 - 1975))

Je bent geboren op 19 juli 1935 in Vancouver. Je groeide op in North Vancouver. Je leefde in de arbeidersklasse en op je tiende publiceerde je een eerste gedicht in The Vancouver Sun. Op je zestiende ging je van school en werkte je bij de North Vancouver Shipbuilding Company, waar je verliefd werd op een medewerker, genaamd Bill Domphousse.

Op je achttiende trouwde je met Bill en jullie kregen samen twee kinderen, Kathy en Alan. Na vier jaar zijn Bill en jij gescheiden. Je stuurde je gedichten naar literaire tijdschriften en je deed mee aan dichtwedstrijden.

Op je achtentwintigste hertrouwde je met de elf jaar oudere Roy Armstrong Lowther, die net als jij van poëzie en politiek hield. In 1963 had hij zijn eerste vrouw aangevallen en na de scheiding met haar zat hij twee maanden in een psychiatrische inrichting. Hij was een mislukte dichter en hij was schoolleraar tot zijn ontslag in het begin van de zeventiger jaren, vanwege zijn radicale, linkse, politieke opvattingen. Roy en jij kregen samen twee kinderen, Christine en Beth. Christine is ook een dichteres geworden.

Op je drie-en-dertigste verscheen je dichtbundeldebuut 'Deze Moeilijke Bloei' bij uitgeverij Stone House van Seymour Mayne en Patrick Lane. Je schreef uiterst nauwkeurig en beeldrijk. Je werd gesteund door de dichters Patrick Lane en Dorothy Livesay. Op je zevenendertigste verscheen 'The Age of the Bird' bij de Blackfish Press van Allan Safarik en Brian Brett, in een gesigneerde oplage van 150 exemplaren. Het is geïnspireerd door de revolutionaire politiek in Zuid-Amerika. Je schreef een hommage voor de Chileense dichter Pablo Neruda, je politieke en poëtische voorbeeld. Je was co-voorzitter van de Liga van de Canadese Dichters en van de British Columbia Arts Council. Verder was je lerares Creatief Schrijven aan de Universiteit van British Columbia.

Op je negenendertigste verscheen 'Milk Stone' bij de Borealis Press, sensuele gedichten over de liefde en over het moederschap, de kern van de menselijke natuur. Je beroemdheid was een feit. Het jaar daarop kreeg je groen licht voor 'A Stone Diary' bij de Oxford University Press. Je positie als vooraanstaande dichteres groeide met de dag, tot grote afgunst van Roy. Privé leed je onder armoede en ongeluk. Je vrienden zagen dat je gevangen zat in een destructief huwelijk en je mocht bij hen logeren, alleen had je niet de kracht om je los te wrikken van je gewelddadige, angstwekkende, wrede en sarrende cipier Roy.

Eind september 1975 was je nergens meer te vinden. Roy had je met een hamer vermoord in je sprookjesachtige, lichtbruine huis op 566 East 46th Street in Vancouver. De Gods Licht gevende driehoeksvorm heeft niet gewerkt. Roy was jaloers op jou en niet alleen om je poëtische roem, maar ook omdat je een fijne minnaar had gevonden, waardoor je weer opbloeide. Kathy rapporteerde je vermissing bij de politie. Roy loog tegen haar, hij zei dat je naar het Oosten was afgereisd, wat Kathy erg verdacht vond, want je had haar niets over een reis gezegd en bovendien had je het veel te druk met diverse, belangrijke functies, waaronder het organiseren van een grote poëzie-conferentie in Victoria. Roy vertelde de politie, dat je naar je minnaar, een dichter in Ontario, was gegaan. Deze Ontario-dichter was Eugene McNamara, een getrouwde professor van de Universiteit van Windsor, die qua postuur op Ernest Hemingway leek. Maar Eugene had je ook niet gezien.

Drie weken na je verdwijning werd je lichaam gevonden in Furry Creek, door een wandelend gezin. Je schedel was keihard ingeslagen en je lag met je gezicht in het water. Via vingerafdrukken en gebitsgegevens ben je geïdentificeerd. Op dat moment zat Roy met de kinderen in zijn huis op Mayne Island, terwijl de politie jouw huis doorzocht. Ze vonden een bebloed matras en een hamer. Op de muur in de slaapkamer ontdekten ze 117 bloedvlekken. Roy had je lichaam over een klif gegooid, maar door de door regenval stijgende kreek is je lichaam weggegleden, waar hij geen rekening mee hield. Hij loog nog, dat één van je minnaars je had vermoord en dat hij uit angst voor verdenking jouw lichaam heeft weggewerkt.

In juni 1977 is hij veroordeeld voor de krankzinnige, demonische moord op jou.
Op 14 juli 1985 overleed hij in de Matsqui Prison in Abbotsford.

Je werd veertig jaar en je dood was een groot verlies voor de Canadese poëzie en literatuur, maar vooral voor je getraumatiseerde kinderen. Je dochter Christine publiceerde in 1999 haar debuutdichtbundel 'New Power', geïnspireerd op jouw poëtisch-rijke leven en je verdomd tragische einde. Ieder jaar wordt opnieuw de Pat Lowther Award uitgereikt en in 2013 was Sina Queyras de gelukkige. Het onschuldige onheilshuis snikt nog steeds na.

Schrijver: Joanan Rutgers, 25 april 2013


Geplaatst in de categorie: idool

3.6 met 5 stemmen 2.132



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)