Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hij opende de overwoekerde graftombe in je hart

(voor Yasunari Kawabata (1899 - 1972))

Je bent geboren op 14 juni 1899 in Osaka.
Je vader Eikichi was een intelligente arts. Op je tweede is hij overleden door tuberculose en een jaar daarna overleed je moeder.
Als vroegtijdig weeskind ging je bij je opa en oma wonen en je oudere zus ging bij haar tante wonen. Op je zevende overleed je oma.
Op je tiende heb je je zus nog één keer weergezien en op je elfde is zij overleden. Op je vijftiende overleed je opa en je woonde bij familie van je moeder.
Op je zestiende woonde je in een pension in de buurt van je middelbare school. Je had als jongeling twee pijnlijk verlopen liefdesgeschiedenissen.

Na je middelbare school ging je in Tokio wonen, waar je Engels en Japanse literatuur studeerde aan de Keizerlijke Universiteit van Tokio. Je richtte hier opnieuw het literaire tijdschrift 'Shin-shicho' op, waarin je je debuutverhaal 'Shokonsai Ikkei' publiceerde.
Op je vierentwintigste studeerde je af met je scriptie 'Een korte geschiedenis van de Japanse romans'. Je publiceerde in het literaire tijdschrift 'Bungei Shunju' en je werd ontdekt door de uitgever/schrijver Hiroshi Kikuchi. Naast het schrijven van romans en korte verhalen was je journalist voor de krant Mainichi Shimbun. Met o.a. Yokomitsu Riichi en Kataoka Teppei publiceerde jij het nieuwe, literaire tijdschrift 'Bungei Jidai' (= De Artistieke Eeuw).

Je bent beïnvloed door het Europese kubisme, expressionisme en dadaïsme. Je wilde nieuwe indrukken, sensaties en inzichten. Weg met het naturalisme en de proletarische geschriften.
Op je zesentwintigste debuteerde je met het korte verhaal 'Het dansende meisje van Izu', een poëtische en weemoedige herinnering aan een vroegere jeugdliefde. Vier jaar later volgde de roman 'De paarse bende van Asakusa'.

Rond 1936 verscheen je klassieke roman 'Sneeuw Land'. Het is geïnspireerd door de Onsen geisha Matsuei in Yuzawa. Een werkelijk beeldschone en liefdevolle prostituee.

In de jaren twintig woonde je in de volkswijk Asakusa en je experimenteerde met diverse schrijfstijlen. Je schreef mee aan de zwijgende film 'Een Pagina van Gekte' van de regisseur Teinosuke Kinugasa. In 1934 verhuisde je naar Kamakura, waar je aansluiting vond bij andere schrijvers, maar tijdens en na de tweede wereldoorlog leefde je afgezonderd.

Je schreef 'Duizend kranen', over een noodlottige liefde, de theeceremonie en een zelfdoding, misschien twee, uit schaamtegevoel over een seksaffaire. 'Het geluid van de Berg' is verfilmd door Mikio Naruse, met de actrices Setsuko Hara en Yatsuko Tanami.
De novelle 'Huis van de Slapende Schoonheden' gaat over een eenzame, oude man, die geld betaalt om naast naakte, jonge maagden te mogen slapen.
De roman 'Schoonheid en Droefheid' gaat over een spannende driehoeksverhouding en de roman 'De oude hoofdstad', waarmee Kyoto wordt bedoeld, looft het traditioneel Japanse en beschrijft de kloof tussen de seksen. Het is twee keer verfilmd, door Noboru Nakamura en door Kon Ichikawa.
Je novelle 'Één arm' is magisch-realistisch en daarin krijgt een man voor één nacht een arm van een vrouw te leen.

Je was tot je overlijden getrouwd met de betoverend mooie en gevoelige Hideko Kawabata. Je liet veel van je verhalen schijnbaar onafgewerkt, maar dat hoorde bij jouw idee van kunst bedrijven en zo bleef er veel te raden over. Afgeronde verhalen vond je zielloos en niet volgens het leven. Juist in afgebroken schetsen ontkiemen de grootste diepzinnigheden.
Je stimuleerde de vertaling van Japanse literatuur in het Engels en andere wereldtalen. In 1959 kreeg je de Goethe-medaille in Frankfurt en in 1960 werd je Officier in de Orde van Kunst en Letteren in Frankrijk.

In 1968 was je de eerste Japanner, die de Nobelprijs voor de Literatuur ontving, vooral voor je romans 'Sneeuw Land', 'Duizend kranen' en 'De oude hoofdstad'. Men prees je verhalende meesterschap, die met een grote gevoeligheid de essentie van de Japanse geest uitdrukt.

Op 16 april 1972 heb je zelfdoding gepleegd in je huis in de havenplaats Zushi, door jezelf te vergassen in je schrijfkamer. Symbolisch hoogstaand, daar je ondanks al je literaire atletiek nooit een alom geruststellend finish-gevoel kreeg. Je zag in hoe je jezelf voor de gek hebt gehouden met literaire onderdompelingen. Hoe het een overlevingsmechanisme is geweest, wat uiteindelijk als stofdeeltjes wegwaait.
Je leed aan de ziekte van Parkinson en je had een beladen, seksuele relatie en dat op hoge leeftijd. Maar bovenal miste je je goede vriend Yukio Mishima, die twee jaar eerder harakiri had gepleegd. Je had nachtmerries over Mishima, zelfs driehonderd nachten achter elkaar. Mishima spookte om je heen en je verzonk in een onoverwinbare depressie. Mishima was door jou zeker de Nobelprijs voor de Literatuur misgelopen, je voelde je schuldig naar hem toe. Als je in een vliegtuig zat, dan hoopte je dat dat vliegtuig ging neerstorten. Door Mishima's zelfdoding raakte je ook gedesillusioneerd. Doordat je hem zo schrijnend miste, begon je ook weer even pijnlijk je ouders, je zus en je grootouders te missen. Dat doodse gevoel heb je niet met de literatuur kunnen wegschrijven. Je verlangde naar je dode geliefden.
Je werd tweeënzeventig jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 april 2013


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)