Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

KUN JE WILLEN WAT JE WILT?

Iemands persoonlijkheid is de resultante van nature (genetische structuur) en nurture (de omgevingsfactoren) en is als zodanig bepalend voor diens denken en handelen. Dat betekent niet dat een mens willoos is. Het betekent wel dat de wil niet “vrij” is. Hersenprocessen en de daaruit resulterende wilsbesluiten en gedragingen ontstaan (zoals alle natuurlijke processen) in oorzakelijk verband. Hoewel dus oorzakelijk bepaald, zijn ze doorgaans niet met zekerheid voorspelbaar en daardoor ogenschijnlijk vrij.

Zo valt van buitenaf, dus objectiverend, wilsvorming te beschouwen. Maar van binnenuit bezien voelt dat heel anders aan. We voelen ons verantwoordelijk voor eigen gedachten en daden, omdat we menen dat we ook iets anders gewild en gedaan zouden kunnen hebben. Ja, objectiveren is moeilijk en al helemaal als het zelfbeoordeling betreft.

Akkoord, hebben sommigen gezegd, aangezien onze hersenen tot het fysieke domein behoren waarvoor natuurlijke wetmatigheden gelden, accepteren we dat onze hersenprocessen en daarmee onze wil veroorzaakt worden, maar wij kunnen zélf de eerste oorzaak zijn van onze eigen hersenprocessen en daarmee van onze eigen wil en ons eigen gedrag.

Zelf eerste oorzaak? Zijn we zelf dan niet veroorzaakt? Wie accepteert dat hij door een onvoorstelbaar ingewikkeld complex van in- en uitwendige oorzaken vanaf zijn conceptie lichamelijk en geestelijk geworden is zoals hij is, kan zijn gedrag niet in redelijkheid loskoppelen van zijn persoonlijkheidsstructuur. En bovendien: zelf eerste oorzaak zijn van eigen denken en doen houdt in, dat dit “zelf” daarvoor een voorafgaande voldoende voorwaarde is. Maar dat betekent juist dat dit “zelf” nóópt tot dat denken en handelen en dus niet vrij is.

Onze subjectieve beleving van vrijheid en verantwoordelijkheid betekent dan ook niet dat onze hersenprocessen onveroorzaakt zijn. Onveroorzaakt wil zeggen: toevallig. Maar gesteld al dat er in hersenprocessen sprake zou zijn van toeval (quod non!), dan zou dat geen ruimte laten voor vrije wil. Wat door toeval wordt bepaald, wordt immers niet bepaald door u of mij. En als we accepteren dat alle ontwikkelingen in de macrokosmos plaatsvinden langs lijnen van oorzaak en gevolg, dan zou het wel wat vreemd zijn (en heel erg antropocentrisch gedacht) om te veronderstellen dat alleen de mens een uitzondering vormt. Onze zelfbeschouwing is ook wat de wilsvorming betreft subjectief en vertekent de werkelijkheid. Binnen die werkelijkheid hangt in heel de kosmos alles met alles samen in een x-dimensionaal, interactief, tijd-ruimtelijk netwerk. Die samenhang maakt autonome processen, inclusief autonome hersenprocessen, ondenkbaar.

Geen leuk idee dat ook het menselijk denken, doen en laten strikt oorzakelijk is? Misschien niet, maar natuurlijke wetmatigheden trekken zich niets aan van wat wij leuk of niet leuk vinden.

NASCHRIFT
Jarenlang had ik “Oorlog en vrede” van Leo Tolstoi (geschreven in de jaren 1863-1869) ongelezen in mijn boekenkast staan. Een pil van meer dan 1000 in een klein lettertje bedrukte pagina’s, daar moet je wel even voor gaan zitten. Onlangs heb ik het dan toch gelezen. Aan het einde van het boek, in de Tweede Epiloog, getiteld “Wat drijft de mensheid?” wijdt Tolstoi niet minder dan 30 pagina’s aan het dilemma: vrijheid of wetmatigheid. Ik citeer hieronder twee fragmenten omdat ze m.i. wonderwel aansluiten op mijn bovenstaande artikeltje.

Uit hoofdstuk 8
“Het opdringen van de al of niet onder woorden gebrachte vraag van `s mensen vrije wil, is bij iedere stap van de geschiedenis onloochenbaar. Alle geschiedkundigen die het ernstig meenden, zijn op dat vraagstuk gestuit. Alle tegenstrijdigheden en vaagheden in de geschiedenis en de misstappen die deze wetenschap voor en na heeft begaan, zijn te herleiden tot de onoplosbaarheid van dit vraagstuk. Stel dat één mens op de miljoenen éénmaal in duizend jaar de mogelijkheid had vrij te handelen, zoals zijn impulsen hem ingaven, dan zou deze ene vrije daad van die mens, tegen alle wetmatigheid indruisend, de mogelijkheid dat er wetten bestaan die de hele mensheid omvatten, met één slag vernietigen.”

Uit de slotpagina
“Zoals voor de astronomie de moeilijkheid lag in de gedwongen erkenning dat de aarde beweegt en zij zich dus moest distantiëren van het directe gevoel dat de aarde stilstond en van de indruk dat de hemellichamen bewegen: zo vormt ook voor de geschiedenis het grootste bezwaar wel, de erkenning dat de persoonlijkheid aan wetten van tijd, ruimte en oorzakelijkheid onderworpen is en het feit dat men zich moet distantiëren van de eerste onbewuste indruk, dat de eigen persoonlijkheid onafhankelijk is.
Maar zoals in de astronomie de nieuwe beschouwingswijze zei: ‘weliswaar voelen wij de beweging van de aarde niet, maar als wij ons de aarde onbeweeglijk zouden denken, komen wij tot een ongerijmdheid; en als wij ons de aarde bewegend denken, al voelen wij dat niet, komen wij tot wetmatigheid` - zo zegt de nieuwe opvatting van de geschiedenis: `Het is waar, wij voelen onze afhankelijkheid niet, maar als wij aannemen dat wij vrij zijn, komen wij tot een ongerijmdheid; daarom erkennen wij onze afhankelijkheid van de buitenwereld en van tijd en oorzaken en komen tot wetmatigheid.’
In het eerste geval moest men afzien van het bewustzijn, dat er onbeweeglijkheid in de ruimte zou zijn en komen tot de erkenning van de beweging die wij niet gewaarworden; in het onderhavige geval kunnen wij er al evenmin onderuit, de vrijheid die ons bewustzijn kent, in ons begrip door een afhankelijkheid te vervangen die wij niet gewaarworden.”

Schrijver: H.P. Winkelman, 20 juli 2014


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.3 met 7 stemmen 198



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
J.de Groot
Datum:
4 september 2014
Duidelijke reactie en uitleg van de schrijver/inzender in deze.
Prima.
Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
22 juli 2014
@ Joanan Rutgers 20-07-2014. Het komt er eigenlijk op neer dat je zegt (laatste regel): de mens heeft een vrije wil omdat hij een vrije wil heeft. Dat is een cirkelredenering. Jouw redenering is vergelijkbaar met die van de astronomen die er moeite mee hadden om, tegen alle bewijzen in, te erkennen dat de aarde om de zon draait en niet andersom (zie Tolstoi). Je mag dat verlichting noemen. Volgens mij is het verduistering. De natuur is wetmatig. De mens is deel van de natuur. Ergo: ook de mens is onderworpen aan wetmatigheid (zoals causaliteit). Mijn stellingname sluit aan op de wetenschap, de jouwe op geloof. Gevolg: een onvruchtbare discussie. De eeuwendoor is er een spanning geweest tussen antropocentrisch geloof en wetenschap en telkens weer moest dat geloof iets inleveren aan de wetenschap. Mijn (inderdaad rationele) redenering deugt of deugt niet. Van wie vindt dat de redenering niet deugt verwacht ik een exacte, rationele weerlegging. Wat klopt er niet en waarom klopt het niet.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
20 juli 2014
Hoewel ik het in het Nu erg moeilijk vind om je rationele benadering te volgen, heb ik het toch geprobeerd. Je verdedigt volgens mij predestinatie en het als mens geregeerd worden door de Hogere Kosmos. Zoals de magiërs zeggen: 'Zo boven, zo onder!'
Toch weerspreek ik je visie van marionetten-zijn, want ik geloof volop in de vrije wil van ieder mens. Bovendien zijn we meer dan louter door het verstand geregelde zoogdieren, want we bezitten ook een geest en een ziel.
De verlichte mens is in principe zelf in staat om kardinale beslissingen te nemen.
Onverlichte mensen kunnen wel eens in jouw mensbeeld vallen. Dat ligt er dik op.
Misschien was jij in een vorig leven wel Tolstoi, want jullie moeizame denkvermogen is identiek. Ook hij dacht dat we als mens afhankelijk van bovenaardse processen waren. Is ook zo, maar jullie zijn beiden niet tot het hogere inzicht gekomen, dat juist de mens over een vrije wil beschikt, omdat de mens vrijelijk mag kiezen tussen goed en kwaad, tussen authenticiteit en slaafsheid.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)