Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Door overspel verketterd, als moeder verscheurd

(voor Teresa Wilms Montt (1893 - 1921))

Je bent geboren als Maria Teresa de las Mercedes Wilms Montt op 8 september 1893 in Viña del Mar, Chili. Jouw ouders waren Luz Victoria Montt y Montt en Federico Guillermo Wilms y Brieba. Je was de tweede dochter van zeven dochters. Je bent opgeleid door gouvernantes en particuliere leraren. Op je zeventiende trouwde je met Gustavo Balmaceda Valdés, geheel tegen de wil van jouw familie.

Gustavo en jij kregen twee kinderen, in 1911 Elisa en in 1913 Sylvia. Je was betrokken bij het culturele leven in de hoofdstad Santiago en van 1912 tot 1915 woonde je in de havenstad Iquique in Noord-Chili, 7000 voor Christus bewoond door de Changos, bedreven vissers, die ook op zeehonden, walvissen en schildpadden jaagden. Gustavo had er een baan. In deze stad begon je contacten te leggen met feministen, vakbondsleden en vrijmetselaars. Verder werd je geassocieerd met ontluikende, hervormingsgezinde bewegingen.

Toen je voor het eerst publiceerde in de lokale krant van Iquique gebruikte je jouw pseudoniem Tebal. Terwijl Gustavo naar Santiago terugkeerde, ontdekte hij jouw erotische liefdesaffaire met zijn neef Vicente Zañartu Balmaceda. Door een mannelijke, familiaire rechtbank werd je op 18 oktober 1915 naar het klooster, het Convento de la Preciosa Sangre, gestuurd, waar je op 29 maart 1916 je eerste poging tot zelfdoding deed. Je dagboek was duidelijk over je zware depressie. In juni 1916 hielp de Chileense dichter Vicente Huidobro jou om te ontsnappen uit het klooster en je vluchtte met hem naar Buenos Aires.

De intellectuele, kosmopolitische mensen hadden een positief effect op jou. In 1917 publiceerde je als dichteres/schrijfster 'Inquietudes Sentimentales' en daarna 'Los Tres Cantos', waarin je erotiek en spiritualiteit onderzocht. Een grote bewonderaar van jou en één van je geliefden, Horacio Ramos Mejia, pleegde zelfdoding in jouw huis, waarna je tijdens de Eerste Wereldoorlog naar New York City verhuisde om te werken voor het Rode Kruis. Je werd ervan beschuldigd een Duitse spionne te zijn, waardoor je naar Spanje werd gestuurd. In Madrid ontmoette je via de Chileense schrijver Joaquín Edwards Bello Ramon Gomez de la Serna, Enrique Gomez Carrillo en met name Ramón Valle. Je was de muze van de kunstschilder Julio Romero de Torres, die indrukwekkende portretten van jou maakte. Op de overgeleverde foto's van jou is je intrinsieke, weergaloze schoonheid duidelijk te zien.

In Spanje publiceerde je onder het pseudoniem Teresa Cruz 'In de Rust van Marmer' en 'Mijn Lot is om te Dwalen'. Je was ook bevriend met de schrijvers Victor Domingo Silva en Ramon Valle-Inclan. Je verbleef in Buenos Aires, Sevilla, Cordoba en Granada. In 1920 vestigde je jezelf in Parijs, waar je na vijf jaar met je dochters werd herenigd. Toen je dochters naar Chili terug gingen, onderging je de diepe pijn van een nieuwe scheiding en belandde je in een vreselijke, verstikkende depressie. Op 24 december 1921 pleegde je zelfdoding in Hotel Laenaec in Parijs door een overdosis Veronal. Je werd achtentwintig jaar en je bent begraven op Père-Lachaise in Parijs.

Schrijver: Joanan Rutgers, 23 september 2015


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 2 stemmen 139



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)