De vrijgevochten vrouw, die schilderde als een man
(voor Émilie Charmy (1878 - 1974))
Je bent geboren als Émilie Espérance Barret op 2 april 1878 in Saint-Etienne. Je groeide op in een burgerlijk gezin. Je vader was de eigenaar van een ijzergieterij en je opa was de bisschop van Toulouse. Je had twee oudere broers. Eén broer overleed door een blindedarmontsteking. Op je veertiende gingen jouw broer Jean en jij als wezen naar familieleden in Lyon. Als kind had je talent voor kunst en muziek. Je studeerde aan een katholieke privé-school, waardoor je lerares kon worden. Je kreeg schilderles van Jacques Martin.
In 1902 ging je met Jean naar Saint-Cloud bij Parijs. Je huurde een atelier aan de Place Clichy in Parijs. In 1906 begon je een relatie met de schilder Georges Bouche. In 1908 verhuisde je naar de Rue de Bourgogne in Parijs, waar je de rest van jouw leven woonde. Je ging met de schilder Charles Camoin een zomer naar Corsica.
In 1912 kregen Georges en jij een zoon, Edmond, en in 1915 zijn Georges en jij getrouwd.
Jij was o.a. beïnvloed door Louis Carrand en François Vernay. Als kunstenares nam je het pseudoniem Émilie Charmy. Je was financieel afhankelijk van je schilderwerk.
Je schilderde vooral vrouwen, bloemen en stillevens. Je schilderijen van bloemen verkochten goed. Je maakte eerst bewust maar weinig naaktschilderijen. Je hanteerde een gedurfd kleurgebruik en je verfde krachtig. Je verzette je tegen de traditionele rolpatronen. Je weigerde contracten met kunsthandelaren en galerie-eigenaren te ondertekenen. Je schilderde prostituees en bordelen. Op het schilderij 'Vrouw in een leunstoel' staat een aan morfine verslaafde vrouw. Op 'La Salon' staat een groep naakte prostituees.
In 1904 was je eerste, officiële expositie in de Salon des Indépendants. Zo kwam je in contact met Henri Matisse, Charles Camoin en Albert Marquet.
In 1905 exposeerde je twee stillevens; 'Dahlia's' en 'Fruit'. De kunstenaar Berthe Weill vond ze fantastisch en zij promootte jouw werk en ze was een goede vriendin.
Edmond werd tot zijn veertiende door anderen verzorgd en je verborg hem angstvallig. Berthe minachtte jouw bizarre relatie met je zoon, die ze afstandelijk en onnatuurlijk vond.
Na de Eerste Wereldoorlog bewoonde je met Georges een villa in Ablon-sur-Seine. Beïnvloed door Matisse begon je fauvistische technieken te gebruiken, zoals op 'De vrouw in een Japanse dressing-jurk'.
Georges had een huis in Marnat, waar je 'De weg naar het huis' en 'Landschap' schilderde. Louis Vauxcelle noemde jou 'één van de meest opmerkelijke kunstenaressen van onze tijd'. In 1919 was er een solo-expositie in Galerie André Pesson. Je kreeg contact met de graaf Etienne de Jouvencel, die jouw mecenas werd. Je schilderde naakte vrouwen en prostituees, inclusief de expressie van de vrouwelijke seksualiteit. Bijvoorbeeld 'Femme allongée', 'Colette posant nue', 'Nu allongé sur un coude' en 'Nu à la combinaison bleue'.
In 1926 was er een grote solo-expositie in Galerie Barbazanges.
In 1941 overleed Georges.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde je samen met Edmond in Marnat. Je werd Chevalier van het Légion d'honneur. Terug in Parijs waren veel mensen uit de vroegere kunstgemeenschap verdwenen.
Je overleed op 7 juni 1974; je werd 96 jaar.
Geplaatst in de categorie: idool