Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Uit liefde voor jou doodde Charles zichzelf

(voor gravin Anna Élisabeth de Noailles (1876 - 1933))

Je bent geboren als Bibesco Bassaraba de Brancovan op 15 november 1876 op 22, Boulevard de la Tour-Maubourg in Parijs. Je was een afstammeling van de familie Bibescu in Roemenië. Jouw vader was prins Grégoire Bibesco Bassaraba de Brancovan (1827 - 1886), de zoon van de prins van Valaque Georges Bibesco (1804 - 1873) en prinses Zoe Mavrocordato (1805 - 1892). Jouw moeder was de Griekse pianiste Raluca Moussouros, die 21 jaar jonger dan jouw vader was. De Oekraïense pianist/componist Ignacy Paderewski heeft veel van zijn composities aan haar opgedragen. Hij was getrouwd met Antonina Korsak, die enkele dagen na de geboorte van hun zoon Alfred overleed. In 1899 hertrouwde Ignacy met de weduwe Helena Gorska, barones van Rosen. Alfred overleed in 1901, 19 of 20 jaar. In 1919 was Ignacy premier van Polen.

Jouw tante was prinses Hélène Bibesco, die van groot belang voor het Parijse, artistieke klimaat was. Ze kreeg pianoles van Anton Rubinstein en Franz Liszt loofde haar. Ze ontving beroemde schilders, schrijvers en muzikanten, zoals Claude Debussy, Camille Saint-Saens, Gabriel Fauré en Georges Enesco. Jij was de nicht van de prinsen Emmanuel en Antoine Bibesco, die goed bevriend met Marcel Proust waren. Antoine vertelde Marcel over de laatste nieuwsfeiten en hij correspondeerde met hem. Antoine was getrouwd met de dichteres/letterkundige Elizabeth Asquith, die op haar 48-ste door een longontsteking overleed. In 1920 was hun dochter Priscilla geboren, waar Marcel de peetvader van was. Proust vond dat Elizabeth het gezicht van 'een Italiaanse fresco Madonna' had en dat zij qua intelligentie superieur was aan haar tijdgenoten. Ze had een seksaffaire met de echtgenoot van de schrijfster Katherine Mansfield.

In de winters woonde jij in Parijs en anders in Villa Bassaraba in Amphion-les-Bains, aan het meer van Genève, nabij Evian-les-Bains, bekend van het mineraalwater. De schone oevers van het meer hebben jouw poëzie beïnvloed. In 1901 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Le Coeur innombrable' en in 1902 'L'Ombre des jours'. In 1907 verscheen 'Les Éblouissements' en in 1913 'Les Vivants et les Morts' en 'De la rive d'Europe à la rive d'Asie'. In 1920 verscheen 'Les Forces éternelles' en daarna nog acht bundels.

Op 17 augustus 1897 trouwde jij met graaf Mathieu de Noailles (1873 - 1942), de vierde zoon van de zevende Hertog van Noailles. In 1900 werd jullie zoon Anne Jules geboren, die in 1979 overleed. Op 21 augustus 1909 pleegde de schrijver Charles Demange in Epinal zelfdoding, omdat jij zijn liefde voor jou niet beantwoordde. Hij werd 25 jaar. 'Ik hield krankzinnig veel van jou. Jouw vriendschap was de beste, die ik op aarde kon ontmoeten', schreef hij aan jou.

Jij was de minnares en muze van de dichter Henri Franck, geboren op 2 december 1888. Zijn zus was Lisette de Brinon, die jou adoreerde. Haar man Fernand werkte met de nazi's samen en hij werd in 1947 wegens verraad doodgeschoten/vermoord. Henri's neef Emmanuel Berl had een ruzie met Proust over wat liefdesgeluk is. Proust gooide zijn sloffen in zijn gezicht en hij stuurde hem weg. Emmanuel's minnares was de prostituée Suzanne Fernande Muzard, die hem een tijd bedroog met André Breton. Hij trouwde wel met haar en later met de zangeres Mireille Hartuch. In 1911 verscheen Henri's lange gedicht 'La Danse devant l'Arche', geïnspireerd door Arthur Rimbaud en Walt Whitman. Henri overleed op 25 februari 1912 in Parijs door tuberculose. Hij werd 23 jaar.

In 1910 verhuisde jij van 109, Avenue Henri-Martin naar 40, Rue Scheffer. Jij hield een salon op 34, Avenue Hoche, in Hôtel de Brancovan. De gasten waren o.a.: Paul Claudel, Colette, Jean Cocteau, Robert de Montesquiou, Marcel Proust, André Gide, de schrijver/marine-officier Pierre Loti, Paul Valéry, Léon Daudet en Max Jacob. Marcel's jongere broer, de chirurg Robert Proust, woonde op 2, Avenue Hoche, samen met zijn vrouw Marthe Dubois-Amiot en hun dochter Adrienne (1903 - 1986). Jij was ook bevriend met de staatsman Georges Clemenceau, een dikke vriend van Claude Monet en de zangeres Rose Caron. Hij overleed in 1929.

Samen met andere vrouwen richhte jij de Prix Femina op, als reactie op de Prix Goncourt, die jullie als misogynistisch beschouwden. Jij overleed op 30 april 1933 in jouw appartement op 40, Rue Scheffer. Je werd 56 jaar en je bent in de Cimetière du Père-Lachaise begraven. Jouw hart is in een gouden urn in de neo-Palladiaanse votieftempel op jouw landgoed in Amphion-les-Bains begraven. Deze votieftempel is door Emilio Terry ontworpen. Hij staat pal langs het meer van Genève, waar je zoveel van houdt.

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 september 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 32



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)