Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een fragiele dichteres in ruwe moordenaarshanden

(voor Selma Meerbaum-Eisinger (1924 - 1942))

Je bent geboren op 5 februari 1924 op de Bilaergasse (Bilei) 38 in Czernowitz, Roemenië. Jouw ouders waren Friederika Schrager en Max Merbaum, een schoenenhandelaar. Je was de tweede nicht van Paul Celan. Je was negen maanden, toen jouw vader overleed. Op jouw derde jaar hertrouwde jouw moeder met Leo Eisinger. Van 1934 tot 1940 ging jij naar het Hofmann Lyceum, dat vroeger een Joods meisjeslyceum was. Je las o.a. Heinrich Heine, Rainer Maria Rilke, Paul Verlaine, Alfred Georg Hermann Henschke (Klabund) en Rabindranath Tagore. Alfred Henschke overleed op 14 augustus 1928 in Davos door tuberculose. Zijn tweede vrouw, de actrice Carla Neher, was bij hem. Hij werd 27 jaar. Carola hertrouwde met de ingenieur Anatol Becker, met wie ze zoon George kreeg. Anatol werd in 1937 vermoord en Carola overleed op 26 juni 1942 in een werkkamp in Orenburg door de tyfus. Zij werd 41 jaar.

Vanaf 1939 zijn jouw gedichten bewaard gebleven. Je vertaalde poëzie uit het Frans, Roemeens en Jiddisch. Jouw oeuvre omvat 57 gedichten, die je met grote aandacht in een boek, getiteld 'Blütenlese', had geschreven. Je hebt het opgedragen aan jouw beminde vriend Leiser Fichman van de zionistische jeugdgroep Hashomer Hazair. In juli 1941 hebben de Roemeense soldaten Czernowitz bezet en op 11 oktober 1941 werd er een ghetto voor alle Joden in de stad gemaakt. Jouw moeder, Leo en jij kwamen hier in terecht. Vanaf dit ghetto werden er in zes weken 28.700 Joodse mensen naar Transnistrië gestuurd. Door de winter werd het treinvervoer onmogelijk en door de epidemieën was de ghettobevolking sterk uitgedund en werden de ghetto-afsluitingen verwijderd. Van de 20.000 overlevenden konden er slechts enkele mensen naar hun oude huizen terugkeren, want de meeste huizen waren leeggeroofd en vernietigd.

In juni 1942 werden er opnieuw deportaties uitgevoerd. Terwijl jij gedeporteerd werd, wist jij jouw poëziebundel aan een kennis te geven, die het aan jouw vriendin Else Schächter gaf. Else gaf het aan Leiser, die het met zich meenam naar zijn werkkamp. Op 28 juni 1942 werden jouw moeder, Leo en jij weer gearresteerd. Jullie werden in smerige, kille en stinkende veewagons naar de oevers van de Dnjestr-rivier gebracht. De dag daarna staken jullie de rivier over en werden jullie in de veewagons maar het kamp Cariera de Piatra vervoerd, waar een steengroeve was. In augustus 1942 kozen de SS-ers 150 mensen uit, bestemd voor de dwangarbeid. Samen met 500 andere gevangenen werden jouw moeder, Leo en jij naar het werkkamp Mikhailovka gestuurd. De SS-ers dwongen jullie om aan de grindweg Heeresstr. IV in de Kaukasus te werken, wat zeer zwaar werk was.

Op 16 december 1942 ben jij in het dwangarbeidskamp Michailovka door de vlektyfus overleden. Je werd achttien jaar. Jouw moeder, Leo en de ouders van Paul Celan overleefden het ook niet.

De kunstschilder/schrijver Arnold Dagham zat ook in het concentratiekamp Michailovka. Hij werd in 1941 gearresteerd, samen met zijn vrouw Anisoara. Arnold schreef over jou in zijn dagboek, waarin hij ook tekeningen maakte. Zo tekende hij hoe jouw ontzielde lichaam met een ladder uit een barak werd weggehaald. Arnold is in 1943 ontsnapt en naar Boedapest gevlucht. In 1961 verscheen zijn dagboek plus tekeningen in een Engelse uitgave, getiteld 'The Grave is in the Cherry Orchard'.

In 1944 gaf Leiser jouw gedichtenbundel aan Else terug, omdat hij naar Palestina wilde vluchten. Op 5 augustus 1944 werd zijn schip 'Mefkure' getorpedeerd en overleed hij. Jouw gedichten en jouw laatste brief werden door jouw vriendinnen Else en Renée Abramovici-Michaeli naar Israël gebracht. Omdat Duitse poëzie uiterst gevoelig lag, kwam het niet tot een publicatie en hebben ze het in een bankkluis gestopt. Jouw oud-leraar van de Jiddische school in Czernowitz, Hersch Segal, zocht contact met Else en Renée en in 1976 publiceerde hij jouw gedichten. In mei 1980 deed de schrijver Jürgen Serke dat opnieuw. Hij was getipt door de Joodse dichteres Hilde Domin. Hij koos voor de titel 'Ich bin in Sehnsucht eingehüllt'.

In 2005 heeft de (stem)actrice Iris Berben een audioboek van jouw gedichten gemaakt. Ze heeft dit in 2011 in Czernowitz herhaald. In 2008 heeft de Nederlandse troubadour Herman van Veen dit samen met de doorleefde gitariste Edith Leerkes gedaan. In 2013 verscheen het boek 'Du, weisst du, wie ein Rabe schreit?' bij uitgeverij Rimbaud in Aken. Het boek bevat ook foto's. Op de coverfoto sta jij samen met jouw hartsvriendin Else Schächter.


Ik ben de nacht

Ik ben de nacht. Mijn sluiers zijn
veel zachter dan de witte dood.
Ik neem elk brandend verdriet
mee in mijn toffe, zwarte boot.

Mijn geliefde is de lange weg.
Wij zijn voor altijd getrouwd.
Ik hou van hem, en hij bedekt
mijn zijdezachte, zwarte haren.

Mijn kus is zoet als seringengeur -
de wandelaar weet het precies...
Als hij in mijn armen valt,
vergeet hij elke vurige vrouw.

Mijn handen zijn zo smal en wit,
dat ze elke koorts verkoelen,
en elk voorhoofd, dat wordt aangeraakt,
moet zacht lachen, tegen zijn wil.

Ik ben de nacht. Mijn sluiers zijn
veel zachter dan de witte dood.
Ik neem elk brandend verdriet
mee in mijn toffe, zwarte boot.


Selma Meerbaum-Eisinger

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 december 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 31



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)