Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De zwarte ridder is geveld

De speed is uitgewerkt, de tol betaald, de rijkdommen vergaard en uitgestrooid. Ik doorworstelde eens zijn verzamelde gedichtenbundel, een pil van jewelste met heel veel overspannen doorgezaag over zijn zwartkijkerskijk op de voor hem vaak veel te saaie en tamme wereld. Hij was een rebellistische, Spartaanse Einzelgänger en een gewiekste poseur, die zijn posen overigens wel degelijk meende. Afgezien van enkele flinke uitschieters is zijn poëtische erfenis niet veel soeps qua inhoud en vormgeving. Het is vooral dat aanstekelijk ludieke en provocerende van zijn wrevelige en vaak geïrriteerde karakter, wat bij hem de boventoon voerde en waardoor het grote publiek hem in de armen sloot. Hij durfde de dingen te zeggen, die wij allen graag willen zeggen. Hij maalde niet om de zogenaamd heilige omgevingen, waarin hij mocht spreken. Hij schitterde het meest als onaangepaste, moderne Swiebertje in zijn quasi-occulte zwarte outfits. Hij etaleerde zichzelf als een zwarte romanticus, die lak had aan alle heilige huisjes en al het burgerlijk getut en geregel. Dat zijn leven een walgelijk deprimerende schaduwzijde kende, wist bijna iedereen, maar daar is nooit een psycho-analytische uitslag over verschenen. In dat tv-programma, waarin hij naar zijn voorouderlijke roots zoekt, is ook geen echte opheldering verschenen. Zwart mysterieus en zwart defensief. Overigens was hij zelfs voor de beste psycho-analytici veel te zware kost.

Justus Anton (Jules) Deelder is geboren op 24 november 1944 in de Rotterdamse wijk Overschie. Daar is de schrijver/cineast René van Nie ook geboren, de vader van 'Honneponnetje' Nada van Nie, die ook alweer vreselijk oud is geworden, tenminste uiterlijk. Toen Jules voor het eerst de Rotterdamse lucht in snoof, was de NSB-er Frederik Ernst Müller nog burgemeester van Rotterdam. Ik vond Jules soms op een Gothic-professor of een nazi-officier in een zwart, angstaanjagend pak met zo'n pet met een doodskop erop lijken. Blijkbaar werkte hij met spiegeleffecten, want hij had een bloedhekel aan nazi's en onmenselijke praktijken. Ondanks de carnavaleske outfit van een geslepen dope-dealer was zijn rebellie absoluut geen pose. In de jazz-circuits is het makkelijk drugs scoren en hij drumde er vrolijk op los na zijn dosis speed, cocaïne of hasj. Dat hij ook heroïne heeft uitgeprobeerd, lijkt mij zeer aannemelijk, omdat zijn idool Jimi Hendrix bij hem overnacht heeft en hij het beduimelde briefje met Jimi's woorden 'Let your mind and fancy roll on' als een relikwie met zich meesleepte en bewaarde. Qua dichtstijl behoort hij tot de Beat Generation, tot de performance poets. Zijn tong kon een stiletto zijn. Hij was dik bevriend met die andere, beroemde speedgebruiker Herman Brood, met wie hij nog eens zijn beroemdste gedicht 'Oh kut' op muziek heeft gezet. Hij was ook bevriend met Bart Chabot, die volgens mij van nature speed heeft meegekregen. Kijk maar naar zijn ijdele, gelikte showbinkzoon Splinter (sprinter), die ik op een bankje in het Binnenhof heb kunnen observeren. Overigens vermoed ik dat Dolf Jansen ook speed gebruikt.

Denkend aan die uitzending van Eva Jinek, waarbij Jules te gast was, moet ik spontaan weer lachen om zijn optreden daar en hoe hij Eva wist te sarren en uit te dagen. Ik genoot van iedere seconde, die hij daar tot een climax bracht. Zijn euforische, hoge, bevlogen, razendsnelle level hakte er continu in, als een mokerslag, als vuurwerkexplosies. De nuchtere, bierslurpende Eva wist zich totaal geen raad met de op drift geraakte Jules, die waarschijnlijk weer onder invloed was. Iemand die nooit high is geweest, kan zijn grenzeloze gevatheden niet begrijpen. Als een strenge kinderjuf probeerde ze het enfant terrible de mond te snoeren, maar zelfs als zwijgende sfinx was hij de meerdere van haar. Hij kon al met één oogopslag enorm diepzinnig veelzeggend zijn. Zijn liederlijke dollen met de schattige en smaakvolle jonkvrouw Eva (eeuwig leve haar goddelijke boobies! laat hij met alle minuscule deeltjes versmelten!) is één van zijn vele meesterlijke optredens. Ik zag hem eens in een chic café een dubbele uitsmijter verorberen, de dooiers glommen als de ogen van een buitenaardse intelligentie, als een uitgehongerde en moegestreden veldmaarschalk met een tevreden bitterheid over de nachtelijke veldslagen en als een kwajongen zo fier en blij na het stelen van wat goudreinetten uit de boomgaard van een oud besje met loopkrukken.

Ik zag hem voor het laatst tijdens een optreden bij de Nacht van de Poëzie in Utrecht. Ik meen in 2015, maar dat weet ik niet meer en dat doet er ook niet toe. Even mager en fragiel als altijd, maar ook taai als een gerookte paling, doorleefd als een Tempelier. Hij had ook wel iets van een doodgraver met gedetailleerde, psychedelische galgehumor, een mesjokke acteur uit een horrorfilm, die zijn rol niet kan afleggen. Hij wist op geniale wijze boeiend te raaskallen en de verwoestingen en kraters in zijn dorpsgekhoofd sierlijk en flamboyant te camoufleren. Net als zijn gabber Simon Vinkenoog. Dat een deel van zijn zogenaamd gedurfde gedicht 'Oh kut' het achtuurjournaal heeft gehaald, heeft hij vast en zeker als een triomf ervaren. Terecht. Er zijn genoeg mensen met mij, die 'Oh kut' een heel gewoon en mooi bekkend gedicht vinden, maar zeker niet aanstootgevend of grensoverschrijdend. En ook niet louter arbeidersniveau, zoals veel arrogante, zogenaamd beschaafde betweters denken. Zelfs de Russen vonden het amusant, humoristisch en pakkend.

Ik zie hoe Jules zijn markante kop door het gat in Zadkine's standbeeld steekt, hoe hij ons jolig groet met zijn heilige, verbeten mondtrekkerij en de brutale spotternij in zijn door speed gedirigeerde tongval. Zijn aardgebonden kreten echoën eindeloos na, terwijl hij van God een lijntje cocaïne bietst. Er moet daar ergens een hoog podium zijn, waar onze Jules in een keurig strak pak zijn rebelse poëmen kan verkondigen, de haren glad en glimmend van de briljantine naar achteren gekamd, met Miles Davis in zijn naar Legner- jenever en Afghaanse hasj geurende kielzog. De zwarte ridder in verval leunt nog één keer op zijn gespierde arm met de talloze prikgaatjes en zijn onrustige dichtershand heeft al op de gitaar van Jimi geslagen. Rotterdam kan de ogen sluiten, want de nachtburgemeester komt niet meer thuis, hij is voorgoed in een jazzcafé blijven hangen, rokerig als de mist die hij uit zijn zwarte, geharnaste ridderlijf wist te blazen. 'Back to Black' van Amy Winehouse staat op de herhaalfunctie. Zijn poëtische veroveringstochten staan in marmer gegrift.

Schrijver: Joanan Rutgers
21 december 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.7 met 3 stemmen 1.393



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
catrinus
Datum:
30 december 2019
Misschien iets te veel woorden gespendeerd aan een enigszins trieste zichzelf voor de gek houdende 'junk'dichter.
Naam:
Ton Hettema
Datum:
25 december 2019
Gelukkig ben je na de zwartgallige inleiding, in het verdere gedeelte terecht gekomen in de meer gepassioneerde schrijfader van waaruit Jules Deelder voortdurend trachtte te leven. 't Is zo een prachtige obituary geworden!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)