Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Heimwee naar de ware en misgelopen geliefde

(voor Sara Teasdale (1884 - 1933))

I Shall Not Care

When I am dead and over me bright April
Shakes out her rain-drenched hair,
Tho' you should lean above me broken-hearted,
I shall not care.

I shall have peace, as leafy trees are peaceful
When rain bends down the bough,
And I shall be more silent and cold-hearted
Than you are now.

Sara Teasdale, uit 'River to the Sea'


Je bent geboren als Sara Trevor Teasdale op 8 augustus 1884 in St. Louis, Missouri. Je kwam uit een rijke, vrome familie. Jouw vader was de zakenman John Warren Teasdale en jouw moeder was Mary Elizabeth Willard. Jij was hun jongste kind. Jouw oudere broers waren George (20 jaar) en John Warren Jr. (14 jaar) en jouw oudere zus was Mary, ook wel Maime genoemd (17 jaar). Mary hield veel van jou en zij zorgde heel goed voor jou. Je bent naar jouw oma genoemd. Jouw eerste woord was 'beautiful'. In jouw jeugd had jij grotendeels een slechte gezondheid. Tot jouw negende jaar kreeg jij thuis schoolles. Daarna ging jij eerst naar de Miss Ellen Dean Lockwood's School. In 1898 ging jij naar het Mary Institute, wat jij in 1899 verruilde voor de Hosmer Hall, met als wiskundelerares Louise McNair. Martha H. Matthews was de directrice. Andere succesvolle leerlingen waren: de schilderes/beeldhouwster Caroline Risque, die jij hier ontmoette, jouw klasgenote de dichteres/toneelschrijfster Zoe Byrd Akins en de componiste Annie Berenice Wyer.

Je had het grootste deel van jouw leven een verpleegster nodig. Op Homer Hall begon je te schrijven, zoals jouw eerste gedicht 'Reedy's Mirror', wat in een lokale krant verscheen. In 1903 was je klaar met de Hosmer Hall opleiding. In 1907 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Sonnets to Duse and Other Poems'. Jij woonde op 3668 Lindell Boulevard in St. Louis en daarna op 38 Kingsbury Place, met voor jou een eigen suite op de tweede verdieping. Beide huizen waren door jouw moeder ontworpen. Jouw gasten kwamen binnen via een aparte ingang en ze werden op afspraak toegelaten. In deze suite werkte je, dineerde je meestal alleen en sliep je.

Van 1904 tot 1907 was je lid van The Potters, geleid door de pedagoge Lillie Rose Ernst. De andere leden waren: de schilderes/beeldhouwster Caroline Risque, Petronelle Sombart, een erg mooie kunstenares/actrice/sopraan met een opvallend weelderige haardos, de fotografes Grace en Williamina Parrish, de dichteres/schrijfster Vine Colby en de schrijfsters Inez Dutro, Celia Harris, Edna Wahlert en Guida Richey. Williamina was vanaf 1903 jouw vriendin en zij hielp jou bij het samenstellen van jouw eerste dichtbundel. In 1905 ging jij met jouw moeder naar Palestina. Je werd depressief van de armoede daar. Je was liever in Sevilla en Parijs. Van november 1904 tot oktober 1907 verscheen jullie maandelijkse tijdschrift 'Potters Wheel' met slechts één exemplaar. Na de opheffing kreeg jij drie exemplaren, die nu in de Yale University in New Haven zijn. De dichteres/schrijfster Zoe Byrd Akins was verwant aan The Potters. Zoe was jouw metgezel.

In 1910 werd je lid van de Poetry Society of America. In oktober 1911 verscheen 'Helen of Troje, and Other Poems'. De jonge dichter John Hall Wheelock was de liefde van jouw leven, maar onbeantwoord, zij het door eigen faalangst en onkunde. Verder is Amor vaak zo wreed als maar kan. John inspireerde jou wel tot jouw mooiste gedichten. Jij reisde vaak naar Chicago, waar jij tot de kring rond Poetry Magazine en Harriet Monroe behoorde. Harriet was de redactrice van PM en in 1913 stelde zij jou voor aan de werkloze, excentrieke dichter Nicholas Vachel Lindsay (1879 - 1931). Vachel werd verliefd op jou. Hij had geneeskunde gestudeerd, hij ging 3 jaar naar het Art Institute of Chicago en hij zat op de New York School of Art. Hij correspondeerde met William Butler Yeats. Jij vond hem desondanks vermoeiend en armoedig. Een leven met hem in armoede vond jij een angstwekkend vooruitzicht. Toch bleef jij levenslang dol op hem. Hij trouwde met de 22 jaar jongere Elizabeth Connor, met wie hij in 1926 dochter Susan Doniphan kreeg en in 1927 zoon Nicholas Cave. Hij had een liefdesrelatie met de moderne danseres Lucy Bates.

In december 1914 trouwde jij met de zakenman Ernst Filsinger, met wie jij soms samen poëzie schreef. In 1915 verscheen 'Rivers to the Sea'. Eind 1916 verhuisden jullie naar New York City, waar jullie in hotels woonden. Vanwege jouw depressies zat je vele maanden in sanatoriums in New England. In 1917 verscheen 'Love Songs', waar je de Columbia University Prize for Poetry voor kreeg, wat in 1922 de Pulitzer Prize werd. In 1917 verscheen ook 'The Answering Voice', een anthologie van liefdesgedichten geschreven door vrouwen. In 1920 verscheen 'Flame and Shadow', waarin je de schoonheid verheerlijkt als het enige zinvolle, dat de dood overleeft. Dacht jij. Je zocht verlossing door schoonheid. Romantische liefde en passie en religies hebben gefaald. Jouw ouders, een broer en jouw vriendin Amy Lowell overleden. In 1922 verscheen er een anthologie van poëzie voor kinderen. In 1926 verscheen 'Dark of the Moon', een sombere bundel. Jouw huwelijk schoot emotioneel veel tekort, omdat John vaak maandenlang weg was voor zijn werk. Jij accepteerde meer en meer de eenzaamheid op aarde.

Op 12 januari 1928 overleed jouw oude vriendin, de dichteres Marguerite Ogden Wilkinson, waar jij een belangrijk dagelijks contact mee had. Zij verdronk tijdens het zwemmen op Coney Island. Zij werd 44 jaar. In 1929 ben je van John gescheiden. Tegen zijn wil. Daarna verhuisde je op Central Park West twee straten verder en wakkerde je de vriendschap met Vachel weer aan. Je werd bevriend met de studente Margaret Conklin en in 1930 verscheen het kinderboek 'Stars Tonight'. Op 5 december 1931 pleegde de depressieve Vachel Lindsay in Springfield zelfdoding door een fles loog/natriumhydroxide/afvoerreiniger op te drinken. Jouw grote vriend had geldzorgen en gezondheidsklachten. Zijn laatste woorden waren: 'They tried to get me, I got them first!'. Je was hysterisch en diep verslagen door zijn zelfdoding. Volgens John inspireerde Vachel jou tot jouw eigen zelfdoding. Je begon aan een biografie van Christina Rossetti. In Londen, waar je voor research was, kreeg je een longontsteking en moest je huiswaarts keren. Je had een te hoge bloeddruk en er was een bloedvat gesprongen. Je vreesde voor een beroerte. Jouw vrienden waren bezorgd over jouw zware depressie.

Op 29 januari 1933 pleegde jij zelfdoding door in jouw appartement in New York City een overdosis slaappillen te nemen. Je bent in een gevuld bad gevonden. Je werd 48 jaar en je bent in de Bellefontaine Cemetery in St. Louis begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers
18 december 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)