Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een knieval voor de literaire koningin van Sardinië

(voor Grazia Deledda (1871 - 1936))

Je bent geboren op 17 september 1871 in Nuoro op Sardinië. Jouw rijke vader Giovanni Antonio Deledda was een ondernemer. Hij schreef gedichten en hij had een eigen drukkerij en een eigen tijdschrift. In 1863 was hij burgemeester van Nuoro. Jouw moeder was Francesca Cambosu. Je was de vierde van zeven kinderen. Na de basisschool kreeg jij privéles van professor Pietro Ganga, die jouw Italiaans, Latijn en Frans doceerde. Jij ging zelf literatuur lezen en jij wilde graag korte romans over het boerenleven schrijven. Op jouw 13-de verscheen jouw eerste verhaal in 'L'ultima moda'. In 1890 verschenen de de roman 'Stella d'Oriente' en de korte verhalenbundel 'Nell'azzuro'.

Jij was bevriend met de schrijver/archivaris/journalist/historicus Enrico Costa (1841 - 26 maart 1909), die jouw schrijftalent ontdekte en bewonderde. Jij was zijn leerlinge. Jij correspondeerde met de schrijver Giovanni De Nava. Jij schreef ook liefdesbrieven met liefdesgedichten aan hem. Jouw broer Santos verliet de school en hij werd een alcoholist. Jouw broer Santos werd wegens diefstal gearresteerd en op 5 november 1892 overleed jouw vader door een hartaanval. In 1896 overleed jouw zus Vincenza. Jij werd positief beoordeeld door de literatuurhistoricus/taalkundige Angelo De Gubernatis en de filoloog Ruggiero Bonghi. Jouw roman 'La via del male' uit 1896 kreeg een groot applaus van de schrijver Luigi Capuana. Op 22 oktober 1899 verhuisde jij naar Cagliari, waar je Palmiro Madesani ontmoette, een ambtenaar van het Ministerie van Financiën, met wie jij op 11 januari 1900 in Nuoro trouwde. Hij kwam oorspronkelijk uit Cicognara di Viadana.

Jullie verhuisden naar Rome en in 1901 werd jullie zoon Sardus geboren. In 1904 volgde Francesco. In Rome leefde jij een afgezonderd leven en je schreef ongeveer één roman per jaar, wat een uitzonderlijk knappe prestatie is. Jouw roman 'Elias Portolu' uit 1903 betekende jouw grote doorbraak en bevestiging als schrijfster. Het verscheen eerder in 1900 in het tijdschrift 'Nuova Antologia' te Florence, opgericht in januari 1866 door de uitgever/hoogleraar politieke economie aan de Universiteit van Pisa Francesco Protonotari. In 1916 maakte de regisseur/acteur Febo Mari een film van 'Elias Portolu', met Eleonora Duse in een hoofdrol. In 1908 verscheen 'L'edera', wat in 1950 door Augusto Genina is verfilmd, met Columba Domínguez in de hoofdrol. In 1912 verscheen 'Colombi e sparvieri' en in 1913 'Canne al vento' (Riet in de wind), jouw beroemdste boek, waar in 1958 een 4-delige televisieserie van is gemaakt door Mario Landi, met Carlo D'Angelo en Cosetta Greco. Het boek verscheen bij uitgeverij Fratelli Treves, in 1861 opgericht door de Joodse uitgever Emilio Treves en in 1870 versterkt door zijn jongere broer Giuseppe.

De schrijver Giovanni Carmelo Verga had veel waardering voor jouw werk, evenals Enrico Thovez, Emilio Cecchi, Pietro Pancrazi, Antonio Baldini, Salvator Ruju, die jou in Rome bezocht, en de kunstschilder Giuseppe Biasi dat hadden. Biasi werd op 20 mei 1945 door de partizanen vermoord. Jouw geliefde kraai Checca had genoeg van al die journalisten en fotografen, die jou thuis bezochten en jij sloot je bij hem aan. In 1914 ben jij door Plinio Nomellini geportretteerd, die in datzelfde jaar ook Isadora Duncan portretteerde en aan het dynamische, Van Gogh-achtige 'De Oogst' werkte. Ik noem zijn meesterwerk 'Het Papegaaienlied'. Ik hou van jouw portretfoto uit 1926 als gerijpte en wonderschone vrouw. Ik wil alsmaar in de foto kruipen en jou eindeloos hartstochtelijk en teder kussen. Op 10 december 1927 ontving jij als eerste Italiaanse vrouw meer dan terecht de Nobelprijs voor de Literatuur. Jouw laatste, semi-autobiografische roman was 'La chiesa della solitudina' uit 1936.

Jij bent op 15 augustus 1936 in Rome overleden door borstkanker. Je werd 64 jaar en je bent eerst in de begraafplaats Campo Verano in Rome begraven. In 1959 ben jij in La chiesa della Solitudine in Nuoro herbegraven, in een sarcofaag van zwarte, gepolijste graniet, die direct aan de rechterkant staat. Deze kerk uit 1622 is in 1958 gerenoveerd door Giovanni Ciusa Romagna. De bronzen klok uit 1622 werd door de beroemde klokkenmaker Giovanni Pira gemaakt, in opdracht van Perditta Basigheddu, die door de Inquisitie van hekserij werd beschuldigd. Perditta maakte enkel geneeskrachtige kruidenzalf, maar die roomse achterlijken vonden haar toch een kwade tovenares. Ze zat in de gevangenis van het Aragonese kasteel te Sassari, waar ze gemarteld werd en dus maar toegaf, dat ze aan duivelaanbidding en magische handelingen deed. Ze kreeg de doodstraf, wat werd omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Samen met haar ex-celgenote Julia Carta, die ook van hekserij werd beschuldigd, woonde ze in het huis van de gevangenisdirecteur, wat te denken geeft. Perditta genas het been van een dienaar van een inquisiteur met nota bene haar kruidenzalf. Haar onmin met de kerk werd bijgelegd en zij trouwde en woonde in Cagliari.

Schrijver: Joanan Rutgers
30 maart 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 36



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)