De heilige mystica van Konnersreuth
(voor Therese Neumann (1898 - 1962))
Jij bent geboren op 9 april 1898 in Konnersreuth, Beieren. In 1218 werd dit dorpje voor het eerst in een kroniek genoemd, te vinden in de deftige bibliotheek van de abdij van Waldsassen, een cisterciënzerklooster, gesticht in 1132 door de Benedictijnse monnik Gerwich von Wolmundstein. In Konnersreuth staan twee abdijen: de Karmelietenabdij van Theresianum en de abdij van de Oblaten van St. Francis de Salis in Fockenfeld. Jouw geboortehuis staat er nog steeds. Jouw vader was de kleermaker Ferdinand Neumann en jouw moeder was de huisvrouw Anna Grillmeier. Jij was de oudste van elf kinderen. Jouw familie had weinig geld. Jij was een half jaar 's middags werkzaam in het kasteel van Fockenfeld. Op jouw 14-de werd jij dienstbode op een grote boerderij. Jij was een eenvoudige, stevig gebouwde, krachtige boerendienstmaagd op de boerderij van je werkgever Martin Neumann. Op jouw 15-de wilde jij missiezuster in Afrika worden en bij de Benedictinessen in Tutzing intreden. Mede door de Eerste Wereldoorlog ging dat plan niet door.
Op 11 maart 1918 was er een brand in de schuur van Martin Neumann en hielp jij met blussen en tijdens het doorgeven van de emmers water stond jij op een kruk. Jij viel van de kruk en het was helemaal mis met jouw ruggengraat. Jij raakte gedeeltelijk verlamd en je werd bedlegerig. In die tijd kreeg jij meer ongelukken en verwondingen. Na een andere val verloor jij veel van jouw gezichtsvermogen en in 1919 was jij helemaal blind. Jij viel ook achterover van de keldertrap, omdat jij een zak aardappelen naar boven wilde sjouwen. Bijna alsof jij het zelf uitlokte. Je lag lange tijd in bed en je kreeg vreselijke bedwonden, waarbij er soms botten zichtbaar waren, decubitus. Op 29 april 1923 genas jouw gezichtsvermogen, precies op de dag, dat Sint Thérèse van Lisieux door paus Benedictus XV zalig werd verklaard. Jij had novenas gebeden. Paus Pius XI heeft Thérèse op 17 mei 1925 heilig verklaard. Ze is de patroonheilige van bloemisten, vliegeniers, ziekten en missies. Édith Piaf was van haar derde tot haar zevende jaar blind door keratitis. De prostituees in het bordeel van haar oma gaven haar geld voor een bedevaartreis naar het graf van Thérèse van Lisieux in de Karmel te Lisieux, waardoor ze wonderbaarlijk genas.
Thérèse riep naar jou en zij genas jou ook van de verlamming en de bedzweren. Thérèse zei: 'Therese, wil je weer beter worden/ Je zult nu rechtop kunnen zitten en lopen, maar je zult nog veel en lang te lijden hebben. Wees echter niet bang: je hebt in het verleden via mij hulp gekregen en ik zal je ook in de toekomst helpen!'. Op 7 november 1925 ging je weer lange tijd naar bed en op 13 november 1925 kreeg je de diagnose blindedarmontsteking. Jij kreeg hevige stuiptrekkingen en jij staarde alsmaar naar het plafond, tot je tenslotte 'Ja!' zei en met jouw familie in de kerk ging bidden. Je was genezen van de blindedarmontsteking. Op 5 maart 1926 zei je dat er een wond boven jouw hart was verschenen en je had een visioen van de kroning van Jezus met een doornenkroon. Die dag was de wond boven jouw hart weer verschenen, waar je met jouw zus over sprak. De vrijdag van de volgende week verscheen de wond weer, net als op 26 maart 1925, terwijl je ook een visioen van Christus Jezus aan het kruis kreeg en een wond in jouw linkerhand. Er werd bloed op jouw kleding gezien en je besloot alles te vertellen. Op Goede Vrijdag 1926 kreeg je een visioen van de hele Passie van Christus Jezus. Je had wonden op jouw handen en voeten en er kwam bloed uit jouw ogen. Op Paaszondag kreeg jij een visioen van de opstanding van Christus Jezus.
Tijdens de vrijdagen daarna ervoer je de Passie van Christus in jouw eigen lichaam met alle pijnen, die Christus ook ervaren heeft. Ieder jaar op Goede Vrijdag leed jij de Passie persoonlijk in jouw geest/ziel en lichaam. Jij was lid van de Derde Orde van Sint Franciscus. Van 1923 tot jouw overlijden at jij niets anders dan de Heilige Eucharistie hosties en van 1926 tot jouw overlijden dronk jij geen water meer, noch nadere sappen/vloeistoffen. Sint Thérèse was opnieuw aan jou verschenen en zij zei, dat jij voortaan helemaal van de Eucharistie zou leven. Tijdens enkele trancereizen op de vrijdagen sprak jij oud-Aramees, de taal van Jezus, Hebreeuws, Latijn en Grieks. Tijdens Nazi-Duitsland werd jij bespot en belasterd, omdat de nazi's bang waren voor jouw stijgende populariteit en afwijkende opvattingen. De Gestapo hield jou in de gaten. Jouw familiehuis, de parochiekerk St. Laurentius en de pastorie van pater Josef Naber, jouw geestelijk leidsman, werden rechtstreeks aangevallen, maar jij werd door de nazi's fysiek met rust gelaten.
Jij moedigde de journalist/historicus Fritz Michael Gerlich aan om zijn strijd tegen Adolf Hitler en het nationaal-socialisme voort te zetten. Fritz was getrouwd met Sophie Botzenhart. Hij wilde jou eerst als stigmatiste van bedrog betichten, maar na de ontmoeting met jou was hij totaal veranderd en bekeerde hij zich van calvinist tot rooms-katholiek. Van 1920 tot 1928 was hij hoofdredacteur van de Münchner Neueste Nachrichten en hij bestuurde de krant 'Der Gerade Weg', waarin hij zich verzette tegen het nationaal-socialisme, het communisme en het antisemitisme. Hij werd op 9 maart 1933 gearresteerd en naar het concentratiekamp Dachau gestuurd. Tijdens de Nacht der langen Messer op 30 juni 1934 werd Fritz vermoord en gecremeerd. Hij werd 51 jaar. Zijn as werd aan zijn vrouw Sophie gegeven. Jij voorspelde dat Hitler en de nazi's spoedig ten val zouden komen.
In de parochiekerk had jij een eigen stoel achter het altaar, waar jij ongestoord jouw visioenen kon beleven. Het was overigens meer een soort koninklijke zetel. Tijdens het ervaren van jouw spontane visioenen heeft jouw broer Ferdinand jou gefilmd. Jij werd in 1935 door de hindoeïstische goeroe/yogi/monnik Paramahansa Yogananda bezocht, die een Passie-trance op vrijdag meemaakte en daar in zijn 'Autobiography of a Yogi' uit 1946 vol gepaste eerbied een heel hoofdstuk aan wijdde.
Jij overleed op 18 september 1962 door een hartstilstand. Je had een tijd daarvoor aan een angina pectoris geleden. Je werd 64 jaar en je bent in het kerkhof van Konnersreuth begraven.
2 mei 2021
Geplaatst in de categorie: idool