Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verlatingsangst en ook werkelijk keihard verlaten

(voor Barbara Newhall Follett (1914 - 1939))

Jij bent geboren op 4 maart 1914 in Hanover, New Hampshire, waar in 1939 de film 'Winter Carnival' van Charles Reisner is opgenomen, met Clara Lous Ann Sheridan in de hoofdrol. De dichter Philip Edmund Booth is ook in Hanover geboren. Hij was de leraar van de dichter Stephen Elliot Dunn, die op 24 juni 2021 in Frostburg overleed en Parkinson had. Hij werd 82 jaar en zijn laatste dichtbundel 'The Not Yet Fallen World' verschijnt in mei 2022. Hij vindt dit zelf zijn beste werk. 'As García Lorca may have written: some people forget to live as if a great arsenic lobster could fall on their heads at any moment.' (uit 'Different Hours'). De dichter Richard Eberhart is ook in Hanover geboren en meer recent de journaliste/columniste Virginia Heffernan.

Jouw vader was de schrijver Wilson Follett (1887 - 1963), die aan Harvard University studeerde en aan de Brown University doceerde. In 1921 verscheen de roman 'Figures of Earth: A Comedy of Appearances' van James Branch Cabell, de opvolger van zijn roman 'Jurgen, A Comedy of Justice' uit 1919, die wegens vermeende obsceniteiten veroordeeld werd. James heeft 'Jurgen' aan zes schrijvers opgedragen, die het meest dapper waren om 'Jurgen' te verdedigen. Jouw vader was één van hen. Jouw vader redigeerde 'The Work of Stephen Crane' en hij schreef de roman 'No More Sea'. Postuum verscheen zijn 'Modern American Usage. A Guide', wat door zijn vriend Jacques Barzun en zes anderen is voltooid. Jouw moeder was was de kinderboekenschrijfster Helen Thomas Follett (1883 - 1970). Jouw jongere zus was Sabra (1924 - 1995), de eerste vrouw, die in 1961 tot de Princeton University werd toegelaten. Jouw vader was eerder getrouwd geweest en jouw oudere halfzus was Grace (1911 - 1995). In 1917 verhuisden jullie naar Providence. Jij bent thuis door jouw moeder opgeleid. Jij had een vroege aanleg voor lezen en schrijven en op jouw 4-de begon jij al gedichten te schrijven. In 1919 verhuisden jullie naar New Haven.

Jij was bijzonder fantasierijk, superintelligent en hoogstbegaafd. Op jouw 7-de creëerde jij jouw fantasiewereld Farksolia met een een eigen taal, Farksoo. Jij schreef meestal over de natuur en de wildernis. Op jouw 8-ste schreef jij 'The Adventures of Eepersip', wat jij later 'The House Without Windows' noemde. Het was een verjaardagscadeau voor jouw moeder. Jij schreef het met een kleine, draagbare typemachine. Het gaat over het jonge meisje Eepersip, die wegloopt van haar huis en familie, haar eenzaamheid, om gelukkig in de natuur te leven, samen met haar bevriende dieren. Na een huisbrand herschreef jij het verhaal. 'Ik doe alsof', verklaarde je ooit, 'dat Beethoven, de twee Straussen, Wagner en de rest van de componisten nog leven, en dat ze met mij gaan schaatsen.'. Die aanzetfantasie ontvouwde zich dan op geniale wijze. Jouw vader was redacteur bij de uitgeverij Alfred A. Knopf, waar jouw boek onder zijn toezicht in 1927 werd gepubliceerd. Het kreeg grote waardering van The New York Times, de Saterday Review en van de journalist/cultuurcriticus Henry Louis Mencken. Sommigen prezen jou als een kindergenie, wat jij dan ook was. Je was een wonderkind-romanschrijfster.

De radiostations vroegen naar jouw mening en jij recenseerde kinderboeken, zoals 'Now We Are Six' uit 1927 van Alan Alexander Milne. Jouw tweede roman was 'The Voyage of the Norman D.' uit 1928, gebaseerd op jouw ervaringen op een schip bij Nova Scotia en weer met alle lof ontvangen. Jij schreef ook de novelle 'Lost Island' en het reisverslag 'Travels Without a Donkey', met een knip-oog naar Robert Louis Stevenson. Op jouw 14-de verliet jouw vader jouw moeder voor een jongere vrouw, Margaret Whipple, met wie hij aan de Perry Street in Greenwich Village ging wonen. Deze breuk was enorm pijnlijk voor jou, want jij had een sterke band met jouw vader. Op jouw 16-de moest jij vanwege de Grote Depressie in NYC als secretaresse gaan werken. In jouw hart was er ook een Grote Depressie gaande. In september 1928 ben jij met jouw moeder van NYC naar Barbados gezeild en vervolgens naar de Caribische eilanden, het Panamakanaal, Tahiti, Fiji, de Tonga-eilanden, Samoa en Honolulu, waar jullie in mei 1929 arriveerden. Jij ging naar het Pasadena Junior College, wat jij verschrikkelijk vond en jij vluchtte naar een hotel in San Francisco. Toen een politie-agent jou daar kwam ophalen, sprong jij bijna uit het raam. Jij had gesprekken met de charlatan-psychiater Ture Shoultz en er volgde een strijd om de voogdij.

Jij koos ervoor om bij jouw moeder in NYC te zijn. In de zomer van 1931 ontmoette jij Nickerson Rogers, die net aan het Dartmouth College was afgestudeerd, en jullie kregen een liefdesrelatie. In de zomer van 1932 wandelden jullie van de Appalachian Trail op Mount Katahdin in Maine naar de grens met Massachusetts en daarna zeilden jullie naar Spanje, waar jullie op Mallorca wandelden en later door de Zwitserse Alpen. Jullie reisden door Duitsland en via Hamburg gingen jullie naar NYC terug. Jij woonde eerst op kamers in Boston, o.a. op 26 Cumberland Street. In 1933 ben jij met jouw vader herenigd, toen hij met Margaret trouwde. In juli 1934 zijn Nickerson en jij getrouwd en zijn jullie aan de Perrin Road in Brookline gaan wonen. Jij schreef nog steeds, maar de uitgevers waren afgehaakt en keken niet meer naar jou om. In 1935 verhuisden jullie naar 125 Charles Street in Beacon Hill, vlakbij jouw werk als secretaresse. In 1937 schreef jij aan jouw vrienden, dat jij ongelukkig met Nickerson was, wat in 1938 verergerde, omdat hij met Anne Bradley vreemd ging. In de zomervakantie ging je met twee vrienden naar Canada, waar je in de wildernis peddelde. Verder nam je dansles aan het Mills College.

Op 9 augustus 1939 schreef Nickerson jou, dat hij wilde scheiden. Diep geschrokkken haastte je naar jullie huis op 574 Huntington Avenue in Boston terug, waar Nickerson niet was. Die was natuurlijk bij Anne. Jij probeerde jouw huwelijk te redden en eind augustus verhuisden jullie naar 481 Kent Street in Brookline Village. Jij danste nog steeds en Nickerson's broer woonde tot zijn huwelijk in januari 1940 bij jullie in huis. Op 7 december 1939 heb jij 's avonds na een fikse ruzie met Nickerson jullie appartement verlaten. Je had 30 dollars bij je en je bent daarna nergens meer gezien. Jij bent rechtstreeks naar jullie oude boerderij nabij Squam Lake gegaan, 5 mijl lopen vanaf een station. Deze boerderij 'White House' ligt op Pulsifer Hill en jullie huurden het voor maar 5 dollar per maand. Zo'n anderhalve kilometer vanaf jullie boerderij, naast Durgin Brook, heb jij zelfdoding gepleegd met een overdosis slaapmiddelen. Jij werd 25 jaar en jij bent één geworden met de trouwe dierenvrienden uit jouw kindertijd. Jaren later heeft de hertenjager Harold Huckins jouw overblijfselen gevonden. Volgens de kleinzoon van jouw vader, Stefan Follett, is dat de enige waarheid, wat hij uitvoerig en treffend in 'Farksolia'(februari 2020) heeft beschreven.

Nickerson deed pas na twee weken aangifte van jouw vermissing bij de politie. Hij zei, dat hij op jouw terugkeer wachtte. Na vier maanden vroeg hij de politie om een vermissingsbericht te verspreiden, waarin jouw achternaam 'Rogers' werd gebruikt. Het bleef tot 1966 onopgemerkt door de media. In 1952 vroeg jouw moeder de Brookline Police om jouw vermissing beter te onderzoeken. Ze was achterdochtig jegens Nickerson, die nauwelijks moeite deed om jou te vinden. Ze schreef aan hem: 'Al die stilte van jouw kant ziet eruit alsof jij iets te verbergen had met betrekking tot Barbara's verdwijning. Geloof maar niet dat ik de komende jaren stil zal zitten en niet alle mogelijke moeite zal doen om erachter te komen of Bar leeft of overleden is, of ze misschien in een instelling zit en aan geheugenverlies of een zenuwinzinking lijdt.'. Nicholson trouwde in 1944 met Anne Bradley en hij overleed in 2000. Anne Carroll Moore zag het gevaar van zo vroeg een succesvol boek te hebben gepubliceerd; 'Welke prijs zal Barbara moeten betalen voor haar 'grote dagen' bij de typemachine?'. De innerlijke, raadselachtige, zielsdiepe, gevoelsmatig onoverbrugbaar lijkende, zo naar ware liefde hunkerende, ondraaglijk pijnlijke eenzaamheid heeft jou uiteindelijk tot zo'n intens verdrietige zelfdoding gedreven. Een door iedereen verlaten kind op een verre, onvindbare plek in een donker bos.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
16 november 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)