Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Te hoge eisen met een te diepe val

(voor Adolphe Nourrit (1802 - 1839))

Jij bent geboren op 3 maart 1802 in Montpellier, waar jij ook opgroeide. Jouw vader was de operatenor/diamantair Louis Nourrit (1780 - 1831) en jouw jongere broer was Auguste (1808 - 1853), die net als jouw vader en jij ook een tenor was. De invloed van jullie vader was duidelijk aanwezig. Jij studeerde zang en muziektheorie bij jouw vader. Ondanks de bezwaren van jouw vader studeerde jij daarna 18 maanden bij de tirannieke operazanger/zangleraar/componist Manuel Garcia, getrouwd met de operazangeres/actrice Joaquina Stiches Irisarri. Hun oudste dochter was de geweldige mezzosopraan Maria Felicia Malibran. Hun andere dochter Pauline Viardot was ook een mezzosopraan en bevriend met Frédéric Chopin. Hun zoon Manuel was een wereldberoemde zangpedagoog. Maria Felicia overleed op 23 september 1836 door de verwondingen na een val van haar paard en door uitputting. Zij werd 28 jaar en zij is in de begraafplaats van Laken in Brussel begraven. Haar geliefde, de violist Charles Auguste de Bériot, werd daar ook begraven en hun zoon was de pianoprofessor Charles-Wilfrid de Bériot.

Jij debuteerde op jouw 19-de als Pylades in de opera 'Iphigénie en Tauride' uit 1779 van Christoph Willibald Gluck. Jouw vader speelde een Scythische priester van Diana. In 1824 trouwde jij met Adèle Duverger, de dochter van de toneelmanager van de Opéra-Comique. Jullie kregen samen zeven kinderen, o.a. Louise en Robert. In 1826 volgde jij jouw vader op als de eerste tenor van de Parijse Opéra, wat jij tot 1836 bleef doen. Jij kreeg les van de componist Giochino Antonio Rossini, met wie jij vaak samenwerkte. Gioachino's eerste vrouw was de prachtige, zwartharige, ontspannen operazangeres Isabella Angela Colbran, die op haar 42-ste het podium verliet, en zijn tweede vrouw was het kunstenaarsmodel/de courtisane Olympe Pélissier, die dankzij Horace Vernet als Judith met haar blote rechterborst te bewonderen is. In 1827 werd jij professor aan het Conservatoire de Paris en Marie-Cornélie Falcon was één van jouw leerlingen. Jij speelde alle belangrijke tenorrollen in Rossini's opera's en in 'La muette de Portici' van Daniel Auber speelde jij de Napolitaanse visser Masaniello. De première was op 29 februari 1828 in de Salle Le Peletier, waar jij o.a. naast de sopraan Laure-Cinthie Montalant en de balletdanseres Marie-Élisabeth Noblet speelde.

Op 25 augustus 1830 werd 'La muette de Portici' in de Muntschouwburg in Brussel uitgevoerd en was het de aanleiding voor rellen en vervolgens de Belgische Revolutie. Na het lied 'Amour sacré de la patrie' verlieten veel toeschouwers het theater om zich bij de relschoppers aan te sluiten. Koning Willem I stuurde zijn zonen Willem en Frederik erop af, maar hun legertroepen werden door de rebellen verslagen en zij moesten zich naar Maastricht, venlo en Antwerpen terugtrekken. Op 19 april 1839 werd het Verdrag van Londen getekend en werd België onafhankelijk en neutraal, inclusief Antwerpen, maar exclusief Maastricht. Jij speelde Robert, Hertog van Normandië, in 'Robert le diable' van Giacomo Meyerbeer, met Laure-Cinthie Montalant, de sopraan Julie Dorus en de balletdanseres Marie Taglioni, die de abdis Héléna in het 'ballet des nonnes' speelde. En op jouw verzoek met de debuterende, 18-jarige sopraan Marie-Cornélie Falcon. Jij speelde de Joodse goudsmid Eléazar in 'La Juive' van Fromental Halévy, naast Julie Dorus en Marie-Cornélie Falcon.

In 'Les Huguenots' van Meyerbeer speelde jij de protestantse heer Raoul der Nangis, naast Julie Dorus, Marie-Cornélie Falcon en Maria Flécheux, die op haar 29-ste door tuberculose overleed. Op haar 23-ste speelde Marie-Cornélie met jou in 'Stradella' van Louis Niedermeyer. Jij speelde de componist/zanger Alessandro Stradella, die vele, roekeloze liefdesaffaires met vrouwen had, waardoor hij vijanden bij de machthebbers had. In Venetië was hij de muziekleraar van de maîtresse van de machtige edelman Alvise Contarini, Agnese Van Uffele. Alessandro en Agnese kregen een intense liefdesaffaire en zij vluchtten naar Turijn. Na hun huwelijk werd Alessandro door twee huurmoordenaars van Contarini van achteren aangevallen, wat hij overleefde, waarna hij naar Genua vluchtte. Op 25 februari 1682 werd Alessandro op de Piazza Banchi in Genua door een huurmoordenaar, ingehuurd door de familie Lomellini, doodgestoken. Hij werd 43 jaar. Tijdens de uitvoering van 'Stradella' verloor Marie-Cornélie Falcon haar stem en viel zij flauw. Jij hebt haar van het podium gedragen en dat was meteen het einde van haar carrière.

De operacomponisten vroegen jou vaak op advies en gingen daarin meestal met jou mee. Jij was een aanhanger van het Saint-Simonianisme, geïnspireerd door de filosofie van Claude Henri de Rouvroy, comte de Saint-Simon. De mysticus/beeldhouwer Simon Ganneau was ook een aanhanger, die in een androgyne, biseksuele God geloofde en voor vrouwenemancipatie, gendergelijkheid en sociale rechtvaardigheid was. Volgens Éliphas Lévi zei Simon, dat hij de reïncarnatie van Lodewijk XVII was en zijn vrouw van Marie Antoinette. Op 10 oktober 1836 werd jij tijdens de opvoering van 'La muette de Portici' ineens hees en na de voorstelling liep jij met Hector Berlioz en George Alexander Osborne door de straten en was jij erg wanhopig en sprak jij over zelfdoding. In 1837 zong jij als eerste de liederen van Franz Schubert in de Salons d'Erard en op 1 april 1837 had jij een afscheidsoptreden in de Opéra de Paris. Jij ging op tournee, maar levercirrose door alcoholisme deed dat teniet.

In januari 1838 studeerde jij in Napels bij de componist Gaetano Donizetti, want jij wilde graag de tenor Giovanni Battista Rubini opvolgen. Donizetti schreef 'Poliuto' voor jouw debuut in Napels, maar deze opera werd door koning Ferdinando Carlo II van de Twee Siciliën verboden. Jij was enorm teleurgesteld en jij voelde je verraden. In juli 1838 kwam jouw vrouw Adèle naar Napels en zij schrok van jouw verminderde zangstem en jouw kwetsbare lichaamsbouw. Jij was steeds hees, maar op 14 november 1838 debuteerde jij in 'Il giuramento' van Saverio Mercadante, wat een succes was. Door de verslechtering van jouw levercirrose werd jouw mentale toestand ook slechter. Jouw geheugen verdween meer en meer en jij was paranoia. Op 7 maart 1839 zong jij op een benefietconcert en jij was teleurgesteld over jouw uitvoering en de reactie van het publiek.

Bij het slinken van jouw zanggave en jouw dodelijke levercirrose besloot jij het heft in eigen handen te nemen. In de ochtend van 8 maart 1839 sprong jij vanaf de derde verdieping van het Hotel Barbaia in Napels. Jij werd 37 jaar en jij werd eerst een maand in de Madonna del Pianto begraafplaats begraven. Daarna werd jouw ontzielde lichaam naar Marseille gevaren, waar er in de Église Notre-Dame-de-Mont een requiemmis plaats vond. Tijdens die herdenkingsdienst speelde Frédéric Chopin op het orgel 'Die Gestirne' van Schubert. Na de laatste uitvaartdienst in de Église Saint-Roch op 296, rue Saint-Honoré in Parijs zijn jouw overblijfselen in de Cimetière de Montmartre begraven. Enkele maanden later overleed Adèle na de geboorte van jullie jongste zoon. Zij is bij jou begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
15 november 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)