Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Door psychische gebrokenheid tot eenzaamheid gedoemd

(voor Mary Elizabeth Hartman (1943 - 1987))

Jij bent geboren op 23 december 1943 in Youngstown, Ohio. Jouw ouders waren Claire Mullaly (1918 - 1997) en B.C. Hartman (1914 - 1964). Jouw zus was Janet en jouw broer was William. Jij studeerde aan de Boardman High School aan Market Street. De Joodse studente logopedie Sandra Lee Scheuer was afgestudeerd aan de Boardman High School. Sandra werd op 4 mei 1970 door de Ohio National Guardsmen vermoord. Zij is met een M-1 geweer in haar nek geschoten, waarbij haar halsslagader werd geraakt en zij in zo'n 5 minuten is doodgebloed. Zij werd 20 jaar. Er was daar een vredesbijeenkomst bezig tegen de Vietnamoorlog en de aanwezigheid van de Nationale Garde op de campus. Sandra deed daar niet eens aan mee. Drie andere, ongewapende studenten werden ook vermoord; Allison Beth Krause, 19 jaar, Jeffrey Glenn Miller, 20 jaar, en William Know Schroeder, 19 jaar. Neil Young schreef in zijn lied 'Ohio' over Sandra: 'What if you knew her and found her dead on the ground, how can you run when you know?'.

In 1961 ben jij aan de Boardsman High School afgestudeerd. Jij speelde Laura Wing in de middelbare schoolproductie 'The Glass Menagerie' van Tennessee Williams, waar jij de staatsprijs voor beste actrice voor won. In jouw jeugd speelde jij in diverse producties in het Youngstown Playhouse, o.a. in 'A Clearing in the Woods' van Arthur Laurents en 'Our Town'. Jij studeerde aan de Carnegie Mellon University in Pittsburgh, in 1900 opgericht door de industrieel/filantroop Andrew Carnegie, die o.a. Carnegie Hall in NYC, het Vredespaleis in Den Haag en de Central Library in Edinburgh liet bouwen. Zijn vrouw was Louise Whitfield en hun dochter was Margaret Cameron Carnegie, die samen met Roswell Miller vier kinderen kreeg. De actrices Holly Patricia Hunter, Sutton Lenore Foster en Maria José de Pablo Fernández gingen ook naar de imposante Carnegie Mellon University. Hier ontmoette jij jouw toekomstige echtgenoot James Gill Dennis, geboren op 25 januari 1941 in Charlottesville. Zijn vader was de kinderpsycholoog/antropoloog/schrijver Wayne Dennis, hoogleraar psychologie aan het Brooklyn College, en zijn moeder was Marsena Anne Galbreath. Zijn zussen waren Mary Ravenhall en Anne Jankovik.

In de zomers acteerde jij bij The Kenley Players. In het Cleveland Playhouse speelde jij o.a. in 'The Madwoman of Chaillot' van Jean Giraudoux en 'Bus Stop' van William Motter Inge, die op 10 juni 1973 zelfdoding pleegde door koolmonoxidevergiftiging in zijn Hollywood-huis, wat hij met zijn zus Helene deelde. Hij werd 60 jaar en hij is in de Mount Hope Cemetery in Independence begraven. Hij bezat o.a. werken van Willem de Kooning, Jackson Pollock en Amedeo Modigliani. 'Bus Stop' is in 1956 verfilmd door Joshua Logan, met de eeuwige schoonheid Marilyn Monroe in de hoofdrol. Jij ging naar NYC, waar jij audities voor toneelstukken deed. In 1964 speelde jij de hoofdrol in de komedie 'Everybody Out, the Castle is Sinking', waardoor jij door de filmproducenten bent opgemerkt. Jij werd gescreend door Metro-Goldwyn-Mayer en Warner Brothers. Jij debuteerde in 1965 als Selma D'Arcey in een hoofdrol in de dramafilm 'A Patch of Blue', naast Sidney Poitier (1927, Miami), Shirley Schrift en Elisabeth Fraser Jonker. Jij kreeg veel positieve reacties en jij kreeg een Academy Award-nominatie voor Beste Actrice, de jongste genomineerde ooit. In 1966 speelde jij in 'The Group', naar een roman van Mary Therese McCarthy, met Candice Patricia Bergen (1946, NYC) in de hoofdrol en met Joan Ann Hackett, die op 8 oktober 1983 door eierstokkanker overleed en 49 jaar werd. Op haar graf staat: 'Go Away - I'm Asleep'. Ook met Shirley Knight en Joanna Jane Salmon (1942, Londen), die bij Sharon Tate lunchte, enkele uren voor Sharon en vier anderen werden vermoord.

In 1966 speelde jij ook in de komedie 'You're a Big Boy Now' van Francis Ford Coppola, gebaseerd op een boek van David Benedictus, jij speelde als Barbara Darling de hoofdrol, naast Julia Ann Harris, die in 1955 naast James Dean in 'East of Eden' speelde. In 1968 speelde jij in de dramafilm 'The Fixer', met Carole Joan White, die op haar 48-ste door een overdosis drugs of een leverziekte overleed. Zij was een alcoholiste en een drugsverslaafde. In 1971 speelde jij in 'The Beguiled', naast Clint Eastwood, Geraldine Sue Page en Melody Ann Thomas (1956, NYC). In 1973 speelde jij Pauline Pusser in 'Walking Tall', over sheriff Buford Hayse Pusser en zijn vrouw Pauline Mullins, die in 1967 werd vermoord. Buford overleed na een auto-ongeluk en hij werd 36 jaar. Hij overleefde 7 steekpartijen en 8 schietpartijen. In juli 1976 overleed jouw schoonvader Wayne Dennis door de gevolgen van een auto-botsing. Hij werd 70 jaar.

Jij leed een groot deel van jouw leven aan depressies en in 1978 werd jij in The Institute of Living in Hartford behandeld. De actrice Clara Bow kreeg daar elektroshocktherapie en de diagnose schizofrenie. De psychologe/professor/schrijfster Marsha M. Linehan kreeg daar als tiener onvrijwillige elektroshocktherapie en de diagnose schizofrenie. Zij zat daar in de isoleercel en zij kreeg Thorazine en Librium. Zij wist dat zij een borderline persoonlijkheidsstoornis had. Mogelijk met schizofrenie-raakvlakken. Marsha verdiepte zich in borderline en zij ontwikkelde de Dialectische Gedragstherapie (DBT) voor de behandeling van borderline persoonlijkheidsstoornissen, een vorm van psychotherapie, die gedragswetenschap combineert met elementen van acceptatie en mindfulmess. De actrice Gene Eliza Tierney kreeg daar 26 shockbehandelingen, wat haar geheugen aanzienlijk aantastte. Jouw laatste filmrol was als Miss Montgomery in de horrorfilm 'Full Moon High' van Larry Cohen, met Rosiland Schwartz (1943, NYC), de filmvriendin van 'Fonzie' uit 'Happy Days', en Laurene Landon (1957, Toronto).

De laatste jaren van jouw leven was jij met acteren gestopt en werkte jij in een museum in Pittsburgh. Daarnaast werd jij poliklinisch behandeld voor jouw psychische aandoening. In 1981 speelde jij nog Myrtle Brown in het regionale toneelstuk 'Morning's at Seven' van Paul Osborn. Jouw zus Janet verzorgde jou. Janet zei: 'Ze was erg suïcidaal... Zodra ik aankwam, nam ze een overdosis slaappillen en werd ze met spoed naar de intensive care gebracht. Maar de volgende avond verscheen ze op het podium en was ze geweldig. Ik heb twee weken met haar doorgebracht om te proberen haar elke avond naar het theater te krijgen. Ze was bang voor alles en iedereen. We zouden gaan ontbijten en ze stond op en rende naar buiten alsof iemand achter haar aan zat.'. In 1984 zijn James en jij gescheiden. Op 10 juni 1987 pleegde jij zelfdoding in Pittsburgh door uit het raam van jouw appartement op de vijfde verdieping te springen. Eerder die ochtend had jij jouw psychiater nog gebeld en gezegd, dat jij moedeloos was. Jij werd 43 jaar en jij bent in de Forest Lawn Memorial Park Cemetery in Youngstown begraven.

Na zijn scheiding met jou hertrouwde James met Kristen Peckinpah, met wie hij twee zonen kreeg. De regisseur/producent/scenarioschrijver James overleed op 13 mei 2015 in Portland en hij werd 74 jaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
7 december 2021


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 45



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)