Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Inez is springlevend in het Eeuwige Nu

(voor Inez van Dullemen (1925 - 2021))

Jij bent geboren op 13 november 1925 in Amsterdam, waar jij ook bent opgegroeid. Jouw vader was Arnold Abraham Louis Felix (Nout) van Dullemen (1892 - 1974), een jurist/procureur-generaal. Jouw opa was de notaris L.G.N. van Dullemen in Den Bosch. Jouw moeder was de romanschrijfster/dichteres Jo de Wit (1894 - 1973), geboren te Rotterdam. Jouw opa Adriaan de Wit was procuratiehouder en woonde in de Johan van Oldenbarneveltstraat, waar Jan Hendrik Leopold en Johan de Meester ook woonden. Jij had twee broers, Maarten en Ronald. Jouw moeder was zeer bevriend met Martinus Nijhoff, Roland Holst en Emmy van Lokhorst. Isaac Israëls heeft haar geportretteerd en zij had interesse voor de antroposofie. In 1923 ontving zij voor 'Open Zee' de Van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Letterkunde. Zij publiceerde proza en poëzie in De Gids, Elseviers Geïllustreerd Maandschrift, Groot Nederland, Onze Eeuw, Erts, Opwaartsche Wegen, De Tuin der Fantasie, De Stem, Ad Interim, Roeping, Maatstaf en Streven. Jouw ouders zijn in 1923 met elkaar getrouwd.

Jouw oudere broer Ronald heeft zich in de oorlog bij de Nationale Jeugdstorm aangesloten, tot verdriet van jouw familie. Ronald overleed in 2003 en in jouw boek 'Heldendroom' schrijf jij over zijn oorlogsverleden. Bijna alle leden van de Jeugdstorm waren kinderen van NSB-ers. Er waren zo'n 15.000 leden en de 18 jaar geworden jongens stroomden gelijk door naar de Waffen-SS en de Nederlandse Arbeidsdienst. In een filmpje van de Zomerwedstrijden van de Hitlerjugend en de Nationale Jeugdstorm in Den Haag is te zien hoe een meisje door een nazi-militair wordt gefeliciteerd met haar overwinning. Zij krijgt een groot schilderij met een portret van Adolf Hitler erop. Zo walgelijk en idioot! De nazi's verheerlijkten de wedstrijdsporten, wat zij ook als een soort van oorlog voeren beschouwden.

Tijdens de hongerwinter was jouw vader bijna door de nazi's vermoord. Op 2 februari 1945 werd in Amsterdam de NSB-er en procureur-generaal Jan Feitsma door een fietsende verzetsstrijder vermoord. Dat was op de hoek van de Jacob Obrechtstraat en de Johannes Verhulststraat. Jouw vader zou als represaille voor de moord op Jan Feitsma, die 61 werd, doodgeschoten worden, maar hij was gelukkig niet thuis en jouw moeder hield de Gestapo-mannen zo lang mogelijk aan de praat. Een Duitse officier zei: 'Sie reden wie ein Buch, hätte lieber selber Staatsanwalt werden sollen...'. Ondertussen ging jouw broer Maarten naar de onderburen, waar hij jouw vader, die op zijn kantoor was, belde en waarschuwde. Hij is toen direct ondergedoken. De nazi's hebben op de fusilladeplaats Rozenoord aan de Amsteldijk vijf mensen doodgeschoten; J. Smuling, W.J.H. Dons, H.J. Hülsmann, J. Bak en C.W. Ittmann. Jan Feitsma was in Kollum geboren en zijn jongere broer, de boer Gerben Feitsma, ook een NSB-er, was burgemeester van Kollumerland en Nieuwkruisland. In 750 na Christus was er al de kleine nederzetting Colheim. Na de oorlog werd jij een au pair in Essex, Engeland, en vertoefde jij bij een voormalige minnares van de schrijver David Herbert Richards Lawrence. Dat was niet de schrijfster Frieda von Richthofen, met wie hij in juli 1914 was getrouwd. In Essex ontdekte jij jouw schrijverschap.

In september 1949 werd jouw vader procureur-generaal in Amsterdam. In 1949 debuteerde jij met de novelle 'Ontmoeting met de andere'. In 1950 verscheen de novelle 'Het wiel', waar jij een reisbeurs voor kreeg. Jij ging een jaar naar Spanje en Parijs. In Parijs ontmoette jij Erik Vos, geboren op 3 mei 1929 in Hellendoorn. Zijn vader was de geneesheer-directeur van het Sanatorium Hellendoorn. Na het zien van de film 'Les Enfants du paradis' van de homoseksuele regisseur Marcel Carné, die met Jacques Prévert samenwerkte, ging Erik naar Parijs om een mimespeler te worden. Hij kreeg les van de lichamelijke mimespeler/acteur Étienne Decroux en zo heb jij hem kunnen ontmoeten. Na de oorlog studeerde hij aan de Amsterdamse Toneelschool. In 1954 ben jij met Erik Vos getrouwd. Jullie kregen samen twee kinderen, Mathijs en Celia. Celia kreeg drie kinderen; Masha en Vincent. Vincent heeft een relatie met Jenny. In 1961 kreeg jij voor 'De oude man' de Multatuliprijs. In 1965 gingen jullie met Mathijs en Celia naar Amerika. Erik regisseerde een toneelgezelschap in Stanford en hij gaf college aan de afdeling Drama van de universiteit in Stanford. Erik schreef reportages voor de Volkskrant en jij schreef over de Amerikaanse samenleving voor de Volkskrant. Jullie woonden later in Pittsburgh. Jij reisde naar Alaska, Mexico, India, Japan, Kenia en Nepal.

In 1967 waren jullie terug in Nederland en verscheen jouw boek 'Op zoek naar de olifant. Reisbrieven uit Amerika'. Jouw boek 'Luizenjournaal' verscheen ook, over de trektocht van de Mormonen in de 19-de eeuw. Erik werd regisseur van de Nederlandse Comedie en in de herfst van 1971 heeft hij Toneelgroep De Appel opgericht. Jij maakte nieuwe vertalingen van veel toneelstukken. Jij woonde in de Haagse Vogelwijk. Op 11 november 1973 overleed jouw moeder in Den Haag, die aan dementie leed. Jouw vader overleed op 2 april 1974 in Den Haag. Hij had vaatkramp in zijn hoofd, waardoor hij haast waanzinnig werd. Hij ging van een psychiatrische kliniek naar een verzorgingshuis. In 1976 verscheen jouw beroemdste boek 'Vroeger is dood'. Dit gaat over het proces wat jouw ouders doormaakten in de laatste tijd voor hun overlijden. In 1987 is 'Vroeger is dood' verfilmd door Ine Schenkkan. Het won een Gouden Kalf. Jasperina de Jong speelde jou, Elise Hoomans jouw moeder en Max Croiset jouw vader. Voor 'Vroeger is dood' ontving jij de bijzondere prijs van de Jan Campert-Stichting.

In 1981 verscheen 'Eeuwige dag, eeuwige nacht', over Alaska. In 1983 verscheen 'Een zwarte hand op mijn borst', over Kenia, en in 1993 verscheen 'Het land van rood en zwart', waarvoor jij de Henriette Roland Holst-prijs kreeg. Dit boek gaat over de Zwitserse milieu-activiste/fotografe Gertrude Blom, getrouwd met de Deense archeoloog Frans Blom. Zij waren beiden hoogst geïnteresseerd in de Maya-ruïnes en de Lacandon Maya-cultuur. In 1999 ontving jij de Victorine Heftingprijs, vernoemd naar de kunsthistorica Maria Jacoba Aleide (Victorine) Hefting, die ook directrice van het Haags Gemeentemuseum was. Voor jouw hele oeuvre ontving jij de Littéraire Witte Prijs en de Anna Bijns Prijs. Jij overleed op woensdag 24 november 2021 in Den Haag. Jij werd 96 jaar en jij bent gecremeerd. Op jouw overlijdensbericht staat: 'Hoe graag zou ik nog één keer in mijn leven de bijna-eeuwigheid willen ervaren, de vrij ademende wildernis zoals die zich manifesteerde in dat ver gelegen Alaska' Inez.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
8 december 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)