Door de engel Angela Smola aangewakkerd

(voor Dragotin Kette (1876 - 1899))

Jij bent geboren op 19 januari 1876 in het dorp Prem nabij Ilirska Bistrica in Slovenië, destijds het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Jouw vader was leraar en koordirigent. Jij was 4 jaar, toen jouw moeder in Pivka door tuberculose overleed. Op jouw 8-ste schreef jij jouw eerste gedicht. In 1888 ging jij naar het gymnasium in Ljubljana. Jouw familie wilde dat jij priester werd. Jouw vader overleed in 1891, waarna jij bij een neef van jouw moeder ging wonen. In 1895 werd jij van school gestuurd, omdat jij enkele, satirische gedichten over de bisschop van Ljubljana Jakob Missia in de studentenkrant publiceerde. Jakob Missia was verbonden met de Sint-Nicolaaskathedraal, met een plafondfresco van Giuglio Quaglio en de op één na oudste klok van Slovenië uit 1326. Het bisschoppelijk paleis staat op het Cyrillus- en Methodiusplein. Jakob (1838 - 1902) werd op 18 juni de eerste kardinaal van Slovenië. Jouw oom van moederszijde, Janez Valencic, die jouw beurs betaalde, stopte met zijn financiële ondersteuning.

Jij vervolgde jouw studie in Novo Mesto. Op de middelbare school werd jij bevriend met de jonge schrijvers Ivan Cankar, Oton Zupancic en Josip Murn. Jullie waren Sloveense, modernistische literatoren. Ivan Cankar is geboren op 10 mei 1876 in Vrhnika en in Ljubljana woonde hij bij Simen, de neef van zijn vader, en hij woonde bij familie in Pula. Zijn vader had het gezin verlaten. Van 1896 tot 1909 woonde Ivan vooral in Wenen. Jij las veel, ook Griekse, Romeinse, Duitse en Russische schrijvers. En jij leerde Engels, Frans en Italiaans. In 1896 begon jij met schuilnamen te publiceren. Jij publiceerde poëzie, proza en kinder- en jeugdliteratuur in de tijdschriften 'Ljubljanski zvon', 'Slovenec', 'Nova Nada', 'Angelcek' en 'Vrtec'. In 'Nova Nada' publiceerde jij erotische gedichten. In 1893-1896 was jij lid van de illegale studentenvereniging Zadruga in Ljubljana. Jouw bekendste gedichten zijn 'De Populier', 'Op het plein' en 'De dronkaard'. Jij schreef ook kinderpoëzie. Binnen Zadruga werd onder de leuze 'God en het volk' creatief literair werk verricht. In de herfst van 1893 werd jij lid en eind 1893 werd jij secretaris van Zadruga. Jij was toen erg arm en jij overleefde met diverse baantjes.

Jij deed jouw uiterste best voor Zadruga en jij verzorgde de Russische taallessen. Jij las jouw gedichten voor en jij besprak de gedichten van de andere, belangrijke leden; Ivan Stefe, Ivan Cankar, Rudolf Maister, Josip Murn en Oton Zupancic, die spiritualistisch te werk ging en door de romantische priester/dichter Simon Gregorcic werd geïnspireerd. Simon was verliefd op de dichteres Dragojila Milek, de secretaresse van zijn openbare leeszaal in Kobarid. Vanwege zijn passie voor Dragojila werd Simon naar Rihemberk (Branik) overgeplaatst. Dragojila is geboren op 11 november 1850 in Ljubljana en zij overleed op 22 juli 1889 door tuberculose in het huis van haar ouders in Ljubljana. Zij werd 38 jaar. De schuilnamen van jou waren Siluska, Mihael Mihajlov en Zvonoslav. Destijds mochten studenten geen eigen werk uitgeven, vandaar de schuilnamen. In jouw fabels en sprookjes bespot jij de menselijke tekortkomingen, zoals hypocrisie, maar je prijst ook de menselijke goedheid. Jij was sterk verbonden met de natuur, de dierenwereld en de jeugd.

Eind 1897 ontmoette jij in de roomse Stolni Kapitelj kerk op de Kapiteljska ulica 1 in Novo Mesto de beeldschone, jonge Angela Smola, de dochter van de districtsrechter. Jij werd meteen smoorverliefd op Angela (1881 -1973) en jij schreef veel liefdesgedichten voor haar, de mooiste gedichten, die jij hebt geschreven. Angela zette jou in vuur en vlam en zij was jouw grootste muze. In 1898 ben jij voor jouw eindexamen geslaagd. Tijdens jouw militaire dienstplicht in Triëste kreeg jij tuberculose en jij lag in een militair hospitaal in Triëste. Door de militaire oefeningen was jij ernstig verkouden geworden. Na jouw ontslag uit militaire dienst verbleef jij bij de huisvrouw Polonica Kalan en jouw grote vriend Josip Murn. Jij werd naar de Cukrarna gebracht, een oude, verlaten suikerraffinaderij en tabaksfabriek in Ljubljana. Josip heeft jou daar de laatste weken van jouw leven verzorgd. Jij overleed op 26 april 1899 door tuberculose en jij werd 23 jaar. Ivan Cankar schreef: 'Vandaag is het grootste talent sinds Preseren gestorven!'. Jij bent in de begraafplaats Zale in de wijk Bezigrad in Ljubljana begraven. In 1900 verscheen jouw dichtbundel 'Poezije', geredigeerd en gepubliceerd door de priester/dichter Anton Askerc (Ashk).

Op 18 juni 1901 overleed jouw grote vriend, de dichter/stenograaf Josip Murn, door tuberculose in de Cukrarna. In tegenstelling tot jou kreeg hij tijdens zijn leven weinig erkenning. Hij werd 22 jaar en hij is bij jou begraven. In 1903 heeft Ivan Prijatelj zijn dichtbundel 'Pesmi in romance' uitgegeven. Inmiddels wordt Josip ook als een belangrijke, moderne, Sloveense dichter gezien. Zijn poëzie kenmerkt zich door ontheemdheid, melancholie, geestelijke isolatie, armoede en verlangen. Josip was de buitenechtelijke zoon van Marija Murn en Joze Cankar. Kort na zijn geboorte trouwde zijn vader met een andere vrouw. Zijn moeder Joze gaf hem aan een gezin in Zadobrovo en zij ging zelf naar Triëste. Van 1890 tot 1898 zat Josip op het gymnasium in Ljubljana. Rudolf Maister verloor zijn vader toen hij 3 jaar was. Rudolf werd door zijn oom Lovrenc opgevangen. Naast dichter en kunstschilder was Rudolf ook een generaal. Hij had één van de grootste bibliotheken van Slovenië. Zijn eerste dichtbundel 'Poezije' uit 1904 is aan zijn vrouw Marica Stergarjeva gewijd, met wie hij twee zonen kreeg. Ivan Cankar overleed op 11 december 1918 in Ljubljana. Hij werd 42 jaar en hij is bij Josip en jou in een gezamenlijk graf begraven. Jullie jeugdvriend Oton Zupancic overleed op 11 juni 1949. Hij werd 71 jaar en hij is bij jullie begraven. Voor altijd vier trouwe vrienden.

Dragotin Kette

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 47