Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Diepdoorleefde passie via rebelse goudaders

(voor Bengt Gunnar Ekelöf (1907 - 1968))

Jij bent geboren op 15 september 1907 in Stockholm. Jouw vader was Johan Gerhard Ekelöf (1866 - 1916) en jouw moeder was Charlotta Valborg von Hedenberg (1881 - 1961) uit Ytterhiske in Umea. Jij woonde in jouw jeugd in Stockholm en jouw vader was effectenmakelaar geweest. Jouw vader werd geestesziek door de syfilis en jij was 9 jaar toen hij overleed. Jij kwam uit een hogere klasse, al ging jij daar niet prat op. Jouw moeder hertrouwde, waarna jij jouw moeder en stiefvader sterk afkeurde. In jouw tienerjaren werd jij een einzelgänger en een rebel. Jij voelde jezelf altijd ongemakkelijk bij de mores van de hogere- en middenklasse, bij hun remmingen, hypocrisie en achterklap. Verder was jij een provocerende, extreme externalist. Jij studeerde oosterse talen aan de School of Oriental and African Studies op Russell Square 21-22 in Londen. Daarna studeerde jij Perzisch en Sanskriet aan de Universiteit van Uppsala. In 1928 erfde jij het fortuin van jouw vader. Jouw plannen om naar India en Kenia te gaan, werden niet uitgevoerd.

Jij wilde in Parijs bij de componist/kunstschilder Gösta Nystroem gaan studeren. Zijn vrouw was Gladys Heyman. Jij kreeg geen contact met Gösta. De kunstschilder Otto Gustaf Carlsund liet jou met de Parijse kunstwereld en met de kunstenaarsgroep Art Concret kennis maken. Otto's vrouw tot 1937 was de actrice Gertrud Welcker en zijn volgende vrouw was Margareta Fröhlich (1905 - 1970). In 1931 debuteerde jij in het tijdschrift 'Spektrum' en werd jij al gauw een redactielid naast Karin Boye, Erik Benedikt Mesterton en Josef Riwkin. De vertaler/literatuurcriticus/bibliothecaris Mesterton (1903 - 2004) was getrouwd met de kunsthistorica Ingrid Johansson (1914 - 2008). Jij publiceerde vertalingen van T.S. Eliot, Arthur Rimbaud, Robert Desnos en André Gide. Jij hebt als eerste Rimbaud en Desnos bij de Zweedse lezers bekend gemaakt. Jij leefde als rentenier, maar in 1932 verloor jij bij de Kreuger-crash een groot deel van jouw fortuin. Jij werd straatarm en jij woonde een lange tijd in het Hölö-gebied, o.a. als pachter in het landhuis Vra en op een eigen stuk land.

In 1932 trouwde jij met Gunnel Bergström, die jou al snel verliet en een liefdesrelatie met de schrijfster/dichteres Karin Boye begon. In 1932 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Sent pa jorden' (Laat op aarde), geschreven tijdens een tijd in Parijs (1929-1930). Jij omschreef het als 'het vastleggen van een periode van zelfdodingsgedachten en apocalyptische stemmingen'. De bundel was te onconventioneel om algemeen gewaardeerd te worden. Er worden geen hoofdletters in gebruikt. Het was dan ook een daad van literaire opstand, te vergelijken met 'Septemberlyran' (1917) van Edith Irene Södergran. Jouw tweede bundel 'Dedikation' uit 1934 was romantisch van aard en kreeg betere recensies. Jouw poëzie was beïnvloed door het surrealisme en jij wordt de eerste, surrealistische dichter van Zweden genoemd. Jouw poëzie toont een gewelddadige, soms koortsachtige stortvloed aan beelden. Er si sprake van een bewuste afbraak van de geordende syntaxis en de traditionele dichttaal. De provocerende geest grenst aan het anarchisme.

In 1936 verscheen 'Sorgen och stjärnan' (Het verdriet en de ster), in 1938 'Köp den blindes sang' (Koop het lied van de blinde) en in 1941 'Färjesang' (Ferry lied), beïnvloed door T.S. Eliot, oosterse poëzie en de duisternis van de Tweede Wereldoorlog. 'Färjesang' bevat o.a. het gedicht 'Euphoria', over een zomeravond in Hölö. Het is één van jouw meest gelezen gedichten. Van 1942 tot 1951 was jij met Gunhild Flodquist getrouwd. In 1945 verscheen de bundel 'Non Serviam' (Ik zal niet dienen), waarin jij jezelf als 'een vreemdeling in dit land' omschrijft. Het bevat 3 van jouw mooiste gedichten; Samothrake, Gymnosofisten en Absentia animi. In deze bundel bekritiseer jij de zelfingenomen, Zweedse welvaartsmaatschappij. Ook met het gedicht 'Till de folkhemske', een satirische, dystopische weergave van een functionalistische stad, waar alles doelgericht, gelijkwaardig en genderloos is, waar traditionele familierelaties als onhygiënisch worden beschouwd en waar verbeelding en spontaniteit geen plaats hebben. Het gedicht straalt onvrede en vervreemding uit. In 1951 verscheen 'Om hösten' (In de herfst), met het beroemde gedicht 'Röster onder jorden' (Ondergrondse stemmen). In 1951 hertrouwde jij met de zus van Gunhild, Ingrid Flodquist. In 1952 kregen Ingrid en jij de dochter Suzanne Ekelöf.

In 1955 verscheen 'Stountes' (Onzin), in 1959 'Opus incertum' en in 1960 het gedicht 'En Möina-elegi', wat over het Proustiaanse thema van het geheugen gaat. Het is jouw meest Joyceaanse werk, met verwijzingen naar Emanuel Swedenberg, Carl Michael Bellman, August Strindberg en Edith Södergran. In 1961 verscheen 'En natt i Otocac' (Een nacht in Otocac) en in 1965 verscheen het eerste deel van een trilogie 'Diwan över Fursten av Emgión' (Diwan over de Vorst van Emgión), wat in 1966 de Nordic Council Literature Prize won. In 1966 verscheen het tweede deel 'Sagan om Fatumeh' (Het verhaal van Fatumeh) en in 1967 het derde deel 'Vägvisare till underjorden' (Gids voor de onderwereld). Het is een trilogie met een Byzantijns thema, geïnspireerd door een reis naar Istanbul en Izmir in 1965. Deze reis was een openbaring, die jouw leven veranderde. 'Diwan över Fursten av Emigón' gaat over de fictieve prins van Emgión, die in de Slag bij Manzikert op 26 augustus 1071 vecht, waarbij het Byzantijnse leger van het Seltsjoekse Rijk verliest. De prins wordt gevangen genomen, gemarteld en verblind. Hij zit 10 jaar in Constantinopel gevangen. Terug naar huis wordt hij door een mysterieuze vrouw vergezeld. Zij helpt hem met zijn blindheid. Jij zei over de trilogie: 'Het is mijn grootste gedicht over liefde en hartstocht. Ik kan het niet aanraken of ernaar kijken, omdat ik ziek word als ik die blinde en gekwelde man zie. Werkelijk, ik heb nog nooit zulk een ervaring gehad!'.

Jij overleed op 16 maart 1968 in Sigtuna, zo'n 4 kilometer vanaf Fornsigtuna, waar de God Odin zijn thuisbasis had. Jouw as is in de rivier Pactolus in Sardis, Turkije, verstrooid. Deze rivier loopt door de oude hoofdstad van het koninkrijk Lydia, Sardis. De laatste koning van Lydia was Croesus, die tussen 547 en 539 door de Perzische koning Cyrus de Grote is verslagen. In Sardis zijn de ruïnes van de Tempel van Artemis, de Sardis Synagoge, een gymnasium, kerken en winkels.


De beul deed mij bloeden
ik voelde het niet
hij heeft mij geschonden
rekte mijn geslachtsdelen
tot hun driedubbele lengte
en twijnde ze
tot een driedubbele streng
van huid, van gejammer
Maar mijn geslacht, beul
zit niet tussen mijn benen
Mijn verstand, beul
dat denkbeeldige namen verried
is niet in mijn brein, beul
Het zit in mijn hart, beul
Steek daar je mes in, beul
Draai het om
en je zult merken
dat het is vervlogen
en al zijn verraad achterliet
Mijn hart
was zelfs niet in mijn hart.

Geef mij water
al valt het maar druppel voor druppel
van jouw vingers
Ik zal ze een voor een opzuigen
zoals het geitenjong zoogt bij de vrouw van de herder
O jij met de talrijke borsten!
Geef mij water
Ik zal elke druppel
vinger voor vinger afkussen
zonder er één te vergeten
En ook je tien tenen
waarmee je naar mij toe kwam waden
door koud water en resten van modder
na de laatste regen
Nu waait het stof door de stad,
wolk na wolk van stof en kaf
vliegt op de Meltemin
en dringt tot hier toe door
Geef mij het water van je vingers
en ook van je tenen.

Kijk niet naar mijn gouden kleding
van een Perzische satraap, van een byzantijnse strateeg!
Kijk naar mijn hoofd!
Ik ben een Perzische hond
met hondenkop
maar niemand trouw
of ik ben een balkende Griekse ezel
met ezelskop
maar ik draag niemand
op mijn schouders over de snel stromende rivier
Op een aan Christóphoros gewijde icoon
is mijn hoofd niet zichtbaar
Je was dichter bij het heilige
de nacht dat je me hoorde janken
tegen de Ster
de nacht dat je me hoorde balken
tegen de Eenzaamheid!


Gunnar Ekelöf, uit 'De Byzantijnse trilogie', vertaling: H.C. ten Berge en Marguérite Törnqvist

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
28 oktober 2022


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 54



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)