Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gepijnigd door de zelfdoding van een afgewezen geliefde

(voor Afanasy Fet (1820 - 1892))

Jij bent geboren als Afanasy Afanasyevich Fet op 5 december 1820 in Mtsensk aan de rivier de Zusha. Jouw stiefvader Afanasy Shenshin was een huisbaas uit Mtsensk en 44 jaar. Jouw moeder Charlotte Becker was getrouwd met de Joodse rechtbankfunctionaris Johann Foeth uit Darmstadt, met wie zij de 1-jarige dochter Carolina had gekregen. Charlotte was opnieuw zwanger toen zij van Johann scheidde en met jouw stiefvader trouwde en naar Rusland ging, waarbij zij gedwongen werd om jouw zus Carolina achter te laten. Op jouw 14-de moest jij jouw achternaam in Foeth veranderen, terwijl Johann jou niet als zijn zoon wilde erkennen. Jij ging naar een Duitse kostschool in Võru, Estland. Jouw achternaam werd definitief Fet. In 1837 ging jij naar een Moskouse kostschool de historicus/journalist Mikhail Petrovitsj Pogodin. Vanaf de herfst van 1838 studeerde jij rechten en filologie aan de Universiteit van Moskou en begon jij poëzie te schrijven, beïnvloed door Goethe, Heine en Nikolaj Jazykov, die op 26 december 1846 in Moskou door alcoholisme overleed en 43 jaar werd. Hij werd samen met de overblijfselen van Nikolaj Gogol en Aleksej Chomyakov vanuit het Danilovklooster in de Novodevichy-begraafplaats herbegraven.

Jij raakte bevriend met jouw medestudent, de dichter/vertaler Apollon Grigorjev. Jij ging in het huis van Apollon in Zamoskvorechye wonen, in een kleine kamer op de bovenste verdieping, waar jij vaak jouw vrienden, de dichter Jakov Polonski en de historicus Sergej Solovjov, op bezoek kreeg. Apollon trouwde met Lydia Fedorovna Korsh, de zus van de schrijvers Evgenii en Valentin Korsh. Apollon overleed op 7 oktober 1864 in Sint-Petersburg door alcoholisme. Hij werd 42 jaar en hij is in de Mitrofaniyevsky-begraafplaats begraven, naast de dichter Lev Mey, die op 28 mei 1862 door alcoholisme overleed en 40 jaar werd. Mikhail Pogodon stuurde enkele gedichten van jou naar Nikolaj Gogol, die jou 'ongetwijfeld begaafd' noemde, waarna jij jouw dichtbundeldebuut 'Lyric Pantheon' in 1840 publiceerde. De schrijver/hoogleraar wereldgeschiedenis aan de Universiteit van Moskou Pjotr Kudryavtsev prees jouw bundel in het literaire tijdschrift 'Otechestvennye Zapiski', in 1818 opgericht door de schrijver/schilder Pavel Svinyin, bevriend met Gogol en Poesjkin. Jij publiceerde ook in dit tijdschrift, waarvan de redacteur/literaire criticus Vissarion Belinsky jouw werk ook prees. Vissarion overleed op 7 juni 1848 door tuberculose, vlak voordat hij door de politie van de tsaar gearresteerd zou worden vanwege zijn politieke opvattingen. Hij was tegen autocratie, theocratie, lijfeigenschap, armoede, prostitutie, dronkenschap, bureaucratische kilte en wreedheid jegens de minder machtigen en vrouwen. Hij was een socialist en goed bevriend met Ivan Toergenjev. Over jou zei hij: 'Van de levende Russische dichters is fet de meest begaafde!'. Vissarion werd 36 jaar.

In 1841 verscheen jouw gedicht 'Poseidon' in 'Otechestvennye Zapiski'. In 1842-1843 verschenen jouw gedichten er geregeld in, evenals in 'Moskvityanine' van Mikhail Pogodin. De redacteur/dichter Stepan Sjevyryov was jouw mentor. Belinsky en de dichter Nikolaj Dobrolyubov noemden hem een Russische nationalist. Nikolaj overleed op 29 november 1861 in Sint-Petersburg door tuberculose. Hij werd 25 jaar en hij is naast Belinsky in de Volkovo-begraafplaats in Sint-Petersburg begraven. In 1857 werd Stepan gedwongen om Rusland te verlaten. Hij overleed op 20 mei 1864 in Parijs en hij werd 57 jaar. In 1843 verschenen enkele gedichten van jou in 'The Best of Russian Poetry', samengesteld door de schrijver Alexey Galachov. Jij leed aan zware depressies en in 1844 ben jij afgestudeerd en overleed jouw moeder door kanker. Zij werd 46 jaar. Begin 1845 verliet jij het landgoed Novosyolky en ging jij naar Kherson. Jij werd officier van het keizerlijke Cuirassier-regiment. Jij wilde jouw achternaam en adellijke privileges terug. Jij voelde jezelf geïsoleerd en levend begraven tussen monsters. In de herfst van 1848 werd jij verliefd op de 20-jarige Maria Lazich en zij op jou. Zij was de dochter van een arme landeigenaar en jij liet haar in de steek. In 1851 heeft Maria uit verdriet en wanhoop haar jurk in brand gestoken en vier dagen later overleed zij door de brandwonden. Zij zei nog: 'Geef hem hier niet de schuld van!'. Een intense wroeging heeft jou de rest van jouw leven gekweld. Jij dichtte er nog vaak over.

In 1850 verscheen het succesvolle 'Gedichten van A. Fet'. In 1953 werd jij naar een Ulanen-regiment nabij Sint-Petersburg overgeplaatst. In de Krimoorlog (1853-1856) bewaakte jij de Estse kustlijn. In 1853 werd jij via de dichter/uitgever Nikolaj Nekrasov lid van het tijdschrift 'Sovremennik'. Jij ontmoette jouw vrienden Ivan Toergenjev en Vasili Botkin weer. In 1857 publiceerde Vasili zijn essay 'The Poetry of A.A. Fet' in 'Sovremennik'. Jij trouwde met zijn zus. Hij overleed op 22 oktober 1869 in Sint-Petersburg en hij werd 57 jaar. Thuis bij Toergenjev ontmoette jij Leo Tolstoj, luitenant in de Krimoorlog en die na de Krimoorlog het leger voorgoed verliet, hevig geschokt door het hoge aantal vermoorde soldaten. Hij werd een geweldloze, spirituele anarchist. Leo schreef aan zijn vriend Vasili Botkin: 'De waarheid is dat de staat een samenzwering is, die niet alleen is ontworpen om zijn burgers uit te buiten, maar vooral om zijn burgers te corrumperen... Voortaan zal ik nooit meer ergens een regering dienen!'. Jij was levenslang bevriend met Leo. Nekrasov promootte jouw poëzie, wat hij het allerbeste vond, en Leo bewonderde jouw grote, wonderbaarlijke poëzie. In 1856 verscheen 'Gedichten van A. A. Fet', een her- en bewerkte versie van de bundel uit 1950, samengesteld door Nekrasov en Toergenjev. De laatste zorgde voor veel schrapwerk. In 1856 verscheen ook 'De gedichten van N. Nekrasov' en Elena Stakensneider vond hem 'groter dan Poesjkin'. Door ideologische verschillen was de persoonlijke relatie tussen Nekrasov en jou zeer gespannen geworden.

Jij verliet 'Sovremennik', waar Nikolaj Tsjernysjevski en Nikolaj Dobrojoebov inmiddels de scepter zwaaiden. Tsjernysjevski zat van 1864 tot 1883 in een strafkamp in Siberië. Hij overleed op 29 oktober 1889 in Saratov en hij werd 61 jaar. In 1857 trouwde jij in Parijs met Maria Petrovna Botkina, de zus van jouw vriend Vasili Botkin en de dochter van de rijke theehandelaar Petr Kononovich Botkin en Alexandra Antonovna Baranova. Haar halfbroers waren de arts Sergej Petrovitsj en de kunstschilder/kunstverzamelaar Michail P. Botkin (1839 - 1914). De moeder van Sergej en Michail was Anna Ivanovna Postnikova. Maria was uitzonderlijk vriendelijk en sympathiek, totaal niet jaloers en volstrekt gelukkig om jou te bejegenen zoals een oppas een kind behandelt. In 1858 ging jij met pensioen en ging jij naar Moskou terug. In 1859 kocht jij de Stepanovka khutor nabij Mtsensk in Orjol, waar jij in 1860 met Maria ging wonen. Jij maakte er een tuin, een paardenfokkerij, een molen en succesvolle landbouwondernemingen. Van 1867 tot 1877 was jij een zeer gerespecteerde, lokale vrederechter. Jij stopte met schrijven en jij schreef: 'Nu ben ik Godzijdank een landeigenaar van Oryol, Koersk en Voronezj en woon ik in een prachtig landhuis met een park.'. Jij was een landbouwkundige geworden, die de literatuur verfoeide. Jij hebt het ideaal van Arthur Rimbaud bewaarheid. 'Ik, ik, die mezelf een boven alle moraal verheven magiër of engel waande, ik beland opnieuw op aarde om een plicht te vinden en de rauwe realiteit te omhelzen! Boerenkinkel!' (uit 'Een seizoen in de hel' van Rimbaud uit 1873).

In 1870 verscheen jouw roman 'De Golts Familie', over de sociale en mentale verslechtering van een alcoholistische dorpsdokter. Jij ging vaak op bezoek bij Leo Tolstoj op zijn landgoed Yasnaja Polyana nabij Tula. In 1873 gaf tsaar Alexander II jou de achternaam Shenshin terug, inclusief alle rechten en privileges van de Russische adel. In 1873 kocht jij een tweede gehucht, Vorobyovka, nabij Koersk. Jij ging weer poëzie schrijven en in 1881 kocht jij nog een huis aan de Plyuschikha-straat in Moskou, waar jij 's winters verbleef. De belandstelling voor jouw werk verminderde en op 23 oktober 1892 schreef jij jouw laatste gedicht. Tijdens een bezoek aan de 24 jaar jongere, ongelukkig getrouwde gravin Sophia Andrejevna Tolstaya werd jij verkouden en kreeg jij ernstige bronchitis. Jij overleed op 3 december 1892 in Moskou door een hartaanval. Jij hebt nog geprobeerd om er met een tafelmes zelf een einde aan te maken, maar de kast was door jouw familie op slot gedaan. Jij werd 71 jaar. De uitvaartdienst was in de kerk van de Universiteit van Moskou en jij bent in het familiegraf Shenshin op het landgoed in Kleymyonovo begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 maart 2023


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 50



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)