Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Spiritueel onbegrepen

(voor Helene Ranna (1898 - 1946))

Jij bent geboren op 4 januari 1898 in de Ranna Boerderij in Kiirassaare, Estland. Jij was het 6-de kind van 11 kinderen. Jouw vader was pater Reedik Tamberg, geboren op 20 november 1867. Jouw moeder was Ann Tiidus, geboren op 13 mei 1862. Zij was eerder getrouwd met Mattis Rand, met wie zij vijf kinderen kreeg; Peeter (1883 - 1927), Mihkel (23 tot 28 mei 1884), Marie (1885 - 1921), Aleksander (1887 - 1897) en Sohvie (1890 - 1897). Mattis overleed op 10 januari 1891 en hij werd 33 jaar. Op 29 januari 1899 is jouw broer Mihkel Tamberg geboren. Op 5 mei 1900 is jouw zus Elvine geboren. Zij overleed op 29 januari 1969. Op 6 januari 1903 is jouw broer Friido geboren, die op 2 maart 1978 overleed. Op 14 juni 1906 is jouw zus Emma Leontine geboren. Op 13 januari 1909 is jouw zus Minna Aline geboren, die op 1 januari 1984 overleed. Elvine trouwde met Jakob Laul, met wie zij 4 kinderen kreeg; Juta (25 januari 1926 - 2011), Velda (2 oktober 1929 - 2007), Edda (26 oktober 1931 - 1955) en Venno (11 september 1938 - 2018), die met Reet Härm trouwde en zij kregen o.a. de zoon Indrek (22 februari 1968).

Jij ging twee jaar naar de Estonian Youth Education Society. Jij deed het 3-jarige programma in 2 jaar. Op jouw 15-de werd jij dorpslerares in Kehila. Na 2 jaar ging jij naar Archangelsk om klerikaal schrijfster voor de havenbouw te worden. Het maandsalaris was 12 keer meer dan dat van een dorpslerares in Saaremaa. Jij ging naar het Hugo Treffner Gymnasium op Munga 12 in Tartu, net als de dichter/schrijver Ernst Enno, getrouwd met de kunstenares Elfriede Olga Saul, de schrijver Ivar Grünthal, de dichter Artur Alliksaar, de schrijver/politicus Karl Ast en de schrijver Friedebert Tuglas. Jij was vooralsnog te arm en ongezond om filosofie aan de Universiteit van Tartu te gaan studeren. Na 1917 werkte jij enkele jaren als kantoorbediende in Rusland. Jouw broer Mihkel overleed op 4 januari 1919. Jouw vader overleed op 16 mei 1922 en hij werd 54 jaar. Jouw zus Emma Leontine overleed op 14 juni 1922. Jouw moeder overleed op 19 juni 1922 en zij werd 60 jaar. Van 1923 tot 1927 was jij lerares aan de Pidula basisschool. In 1930 won jij de Nature Novel Competition met jouw roman 'Lichaam en geest' (Keha ja vaim). De schrijfster Betti Alver won die prijs in 1927 met 'De Windschrik'. In 1934 verscheen jouw spirituele dichtbundeldebuut 'Omhoog' (Üles) en in 1935 verscheen jouw dichtbundel 'Sterrenkijken' (Tähelennak). In 1936 verscheen jouw roman 'Riidalu'.

Jij concurreerde al in 1927 met Betti Alver, maar toen bleef 'Lichaam en geest' onopgemerkt. Het prijsgeld 1000 kronen gebruikte jij voor de filosofiestudie aan de Universiteit van Tartu (1930 - 1932). Jij gaf lezingen bij evenementen, wat jouw zelfrespect vergrootte. In april 1935 schreef Uku Masing een zeer kritische recensie over 'Omhoog' aan Jaan Kiivit. Hij vond het allemaal te zweverig en nietszeggend. Hij vond spirituele tekstschrijvers zeer wazig. 'Sterrenkijken' noemde hij 'nog leesbaar, hoewel de zinnen lang zijn als brontosaurussen'. Hugo (Uku) Albert Masing was een dichter/filosoof, geboren op 11 augustus 1909 in Lipa. Hij was een polyglot, die zo'n 60 talen kende. Hij studeerde theologie, klassieke talen, Semitische talen, psychologie, antieke literatuur en assyriologie aan de Universiteit van Tartu. In 1935 verscheen zijn eerste dichtbundel 'Capes to the Bay of Rains'. In 1937 verscheen zijn boek 'Het Woord van Jahweh'. In 1939 trouwde hij met Eha Tuulema (Gnadenteich). In de Tweede Wereldoorlog hebben zij de student Isidor Levin verborgen gehouden, waarvoor zij de eretitel Rechtvaardigen onder de Naties van de Wereld kregen.

De theoloog Jaan Kiivit senior is geboren op 27 februari 1906 in Pahuvere. In juli 1933 werd hij pastor in Emmaste op het eiland Hiiumaa. In 1940 werd hij proost van Viru. Later werd hij de eerste aartsbisschop van de Estse Evangelisch-Lutherse Kerk. Jij ontmoette de 26-jarige theoloog Jaan Kiivit op 1 februari 1934 op de algemene vergadering van de Estse Nationale Schrijversvereniging in de gebouwen van de Estse Vrouw, onder de redactie van Helmi Mäelo. Kiivit gaf daar de presentatie 'Vragen van nationale identiteit'. In jouw brief van 6 mei 1934 aan Kiivit schreef jij: 'En mijn gedichten worden door niemand gelezen, want minstens 80% daarvan zijn gesprekken met God. Ik heb geen behoefte om ze te publiceren, maar anders verdwijnen ze, en sommige zullen nog steeds fatsoenlijker zijn dan Voitk of Kallits of Grauberg.'. Jij probeerde jezelf in Tartu als schrijfster te onderhouden. Jouw collega Helmi Mäelo (1898 - 1978) zag jou als 'een grote, benige vrouw met een bijna vierhoekig gezicht'. Hij schreef: 'Zij was duidelijk zelfbewust en trots op de aandacht en het eerbetoon dat zij kreeg. Zij sprak vrijmoedig over een nieuwe, literaire stroming, waarvan zij zichzelf als een vertegenwoordiger beschouwde.'. De schrijfster Helmi Mäelo is geboren als Helmi Pett op 13 april 1898 in Uderna. Met haar man Bernhard Mühlberg kreeg zij drie kinderen; Marja, Olev en Meemo. Zij overleed op 17 juni 1978 in Stockholm, waar zij in de Skogskyrkogarden is begraven, net als Marie Under en Greta Lovisa Gustafsson.

'Lichaam en geest' gaat over het dilemma van een hoogopgeleide vrouw en een niet zo goed opgeleide omgeving. De dorpsonderwijzeres Ilma begint met haar man, de machinist August, een nederzettingsboerderij. Binnen het huwelijk is het lichaam tevreden, maar blijft de geest onvolgroeid. Het gaat over de spanningen in het huwelijk als gevolg van verschillende opleidingsniveaus en het speelt in een parochiedorp aan het begin van de 20-ste eeuw.'Riidalu' gaat over de strijd van twee broers om de landerijen, die ze van hun vader hebben geërfd. Op 12 september 1935 signeerde jij een exemplaar van 'Sterrenkijken' voor Jaan Kiivit. Op 30 september 1959 kocht Evald Saag dit exemplaar in een antiquariaat aan de Mündi-straat in Tallinn. Jouw appartement op de Generaal Pödra Straat 16 in Tartu is in 1944 afgebrand. Op 20 maart 1945 werd jij lid van de nieuwe Sovjet Schrijversbond en kreeg jij een littera B-kaart voor de voedselvoorziening, wat mogelijk door iemand anders werd gebruikt. Op 23 oktober 1946 werd jij als lid geschrapt, omdat jij 'als literair experimentator niet het vereiste niveau van jouw werk leverde'. Jij woonde het laatst op G. Adolfi 51 in Tartu. Betti Alver hielp jou door o.a. de vloeren te wassen. Zij was in 1937 met Heiti Talvik getrouwd, die na de oorlog in een Siberisch strafkamp overleed. Jij was bedlegerig. Jij leed aan psychische stoornissen en op 16 december 1946 ben jij in Tartu overleden. Jij werd 48 jaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
20 juli 2023


Geplaatst in de categorie: idool

4.2 met 4 stemmen 57



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)