De levensmoeheid van een Poolse schoonheid
(voor Jadwiga Szczawinska-Dawidowa (1864 - 1910))
Jij bent geboren op 1 oktober 1864 in Warschau. Jouw vader was de spoorwegbeambte Albert Wojciech Szczawinski uit Szczawin Maly, provincie Zgierski. Jouw moeder was Bronislawa Natalia Gumbrycht. Jouw familie was een verarmde, adellijke familie met het wapenschild van Prawdzic. De realistische kunstschilder Józef Marian Chelmonski behoorde ook tot dit wapenschild. Met zijn adellijke vrouw Maria Korwin-Szymanowska kreeg hij zeven kinderen; Jadwiga, Maria, Zofia, Józef, Hanna, Tadeusz en Wanda, een kunstschilderes. Ik noem Józef's schilderijen 'Zomeravond' uit 1875 en 'Idylle' uit 1885.
Op 13 juni 1866 is jouw zus Wanda Maria in Warschau geboren. In 1871 werd jouw zus Helena geboren en op 26 augustus 1874 werd jouw broer Gustaw Stefan geboren. Wanda was een kinderarts, biologe en docente, o.a. aan de Vliegende Universiteit in Warschau, die jij in 1882 hebt gesticht en die tot 1905 bestond. De naam 'Vliegende' doelde op de vele veranderingen van gebouwen waar lezingen werden gehouden. De literatuurhistorici waren: Piotr Chmielowski, Bronislaw Chlebowski, Ignacy Chrzanowski, de vader van de heilige Hanna Helena, Manfred Kridl en Edward Józef Grabowski. Oud-studenten waren o.a.: Maria Salomea Sklodowska-Curie, de schrijfster Amelia Hertz, die in 1942 in de Pawiak-gevangenis in Warschau door de Gestapo is vermoord, de dichteres Maria Gorzechowska, de schrijfster Zofia Nalkowska en de schrijfster/kinderrechtenactiviste/journaliste/lerares Julia Unszlicht-Bernsteinowa. Wanda Maria werkte o.a. als arts aan de Fondation Zola à Médan, opgericht door de weduwe van Émile Zola, Alexandrine Meley.
Wanda overleed op 21 april 1955 in Krakou en zij is in de Rakowicki-begraafplaats begraven, net als de dichteres/schrijfster Elzbieta Ciechanowska en de schrijfsters Antonina Domanska Kremer, Teresa Dymidowiczowa, Krystyna Grzybowska, Alina Swiderska, Dorota Terakowska, Anna Swirszczynska, Józefa Alicja Rogosz-Walewska, Zofia Rogoszówna en Anna Kajtochowa. En net als de dichteressen Jadwiga Strokowa, Krystyna Szlaga en Anna Libera. Jij studeerde aan het Tweede Meisjesgymnasium in Warschau, waar jij in 1880 met een gouden medaille afstudeerde. Jij behaalde het staatsexamen voor onderwijzeres en jij was lerares Poolse taal aan het Tweede Meisjesgymnasium in Warschau. Jij raakte betrokken bij de progressieve activisten rondom het tijdschrift 'Prawda' van de schrijver/filosoof/historicus Aleksander Swietochowski, opgericht in 1881. Zijn tweede vrouw Maria Zydowo was een halve eeuw jonger dan hem. De belangrijkste leden van de groep rondom 'Prawda' kwamen bij jou thuis op bezoek, bijvoorbeeld Mieczyslaw Brzezinski, Józef Karol Potocki, Jan Ludwik Poplawski en Adam Zakrzewski. Onder hun invloed ondernam jij intensieve educatieve activiteiten, waardoor jij van het gymnasium ontslagen werd.
Vervolgens moest jij in Warschau in particuliere kostscholen voor vrouwen werken. Jij kwam dichter bij de socialistische beweging en jij was zeer actief in de vrouwenbeweging, zo runde jij een uitzendbureau voor vrouwen. Jij ging naar lezingen van Józef Siemaszko, de industrieel/bankier Stanislaw Ignacy Norblin, Piotr Chmielowski en de historicus Wladyslaw Smolenski. In 1905 werd de Vliegende Universiteit omgevormd tot de Vereniging voor Wetenschappelijke Cursussen, wat in 1916 de Vrije Poolse Universiteit werd, sinds 1929 op de Opaczewska-straat 2a in Warschau en daarvoor op de Sniadeckich-straat 8. Jij gaf thuis privélessen om meisjes voor te bereiden op hun examens en in Tokary begon jij een school voor boerinnen om mandenvlechten te leren. In 1884 had jij de leraar/psycholoog Jan Wladyslaw Dawid ontmoet, een pionier inzake onderwijspsychologie en experimentele pedagogiek. Op 14 juli 1889 ben jij in de Sint-Alexanderkerk aan het Drievoudige Kruisplein in Warschau met Jan getrouwd. Hij was ook docent aan de Vliegende Universiteit. Jullie deelden een passie voor sociale verbetering, wetenschap en een onafhankelijk, bevrijd Polen. Jan was redacteur van enkele Poolse tijdschriften, o.a. van het weekblad 'Glos', waarin hij de bourgeoisie, de adel en andere bevoorrechte klassen bekritiseerde.
In 1890 verscheen jouw werk 'Landbouwkringen in Galicië', over openbaar onderwijs op het platteland. Jij schreef o.a. over ontoereikende financiering voor studentenonderwijs, slechte lonen, arbeidsomstandigheden voor vrouwen, vrouwenkiesrecht en zelfdoding onder jongeren. In 1890 en 1893 heb jij leeszalen opgericht, die van 10 uur 's ochtends tot 1 uur 's nachts open waren. In 1894 deed de tsaristische politie een inval in jullie huis en werden Jan en jij vanwege jullie activiteiten met de Vliegende Universiteit gearresteerd. Jan en jij zaten een week in het Tiende Paviljoen van de Citadel van Warschau en daarna vervolgden jullie jullie journalistieke en educatieve activiteiten. Jij had de leiding over de organisatorische- en marketingadministratie van het weekblad 'Glos' en in 1905, tijdens het mislukken van de Poolse Revolutie, moest Jan Polen verlaten en vluchtte hij naar Wenen. Van maart tot juni 1905 nam jij zijn redacteurschap van 'Glos' over en stuurde jij geld naar Jan, omdat zijn gezondheid kelderde. In december 1905 hebben de Russische autoriteiten 'Glos' stopgezet. In 1906 werden Jan en jij redacteuren van 'Social Review' en in 1907 van 'Society'. Jij bleef over sociale kwesties en het onderwijs publiceren, o.a. in 'Wekelijks overzicht van het sociale leven', 'Literatuur en schone kunsten' en 'Pedagogisch tijdschrift'.
In 1910 werd jij door vrienden aangespoord om naar het dorp Rokosz te gaan, nabij Góra Kalwaria. Jij werd onderschat door jouw collega's en jij was moe van de strijd om te overleven. Jij hebt op 26 februari 1910 in Rokosz zelfdoding gepleegd door jezelf in een betonnen put te werpen. Jij werd 45 jaar en jij bent na de uitvaartdienst in de Sint-Alexanderkerk in Warschau in de begraafplaats van Powazki op de Powazkowska-straat 1 in Warschau begraven. Jan verhuisde in 1912 naar Krakau en hij ging in 1913 naar Warschau terug. Hij wijdde zich aan de mystiek en hij schreef over Jakob Böhme. Hij overleed op 9 februari 1914 in Warschau. Hij werd 54 jaar en hij is ook in de begraafplaats van Powazki begraven.
27 december 2024
Geplaatst in de categorie: idool