Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Schijnbaar onmogelijke liefde ontaard in zwarte romantiek

(voor Margarita Gil Roësset (1908 - 1932))

Jij bent geboren op 3 maart 1908 in Madrid. Jouw ouders waren Cecilia Margot Roësset en Julián Gil Clementes. Jouw geboorte was gecompliceerd en de artsen voorspelden een vroegtijdig overlijden. Jouw moeder wist jou in leven te houden. Jouw oudere zus was Consuelo, geboren in 1905 in Madrid. Jouw broers waren Pedro (1910 - 20 februari 1918) en Julián (1915 - 1989). Pedro is in de Sacramental de San Lorenzo y San José in Madrid begraven. Jouw rijke familie bestond uit kunstenaars en schrijvers. Jouw tante Maria Eugenia Roësset Mosquera was een bekende kunstschilderes, die op 3 oktober 1921 in Manilla overleed en 38 jaar werd. Mogelijk had zij tuberculose. In 1921 schilderde zij een indrukwekkend zelfportret.

Jouw nichten waren de figuratieve schilderes Marisa Roësset Velasco (1904 - 1976) en de dichteres/fotografe Margarita Clark. Marisa was lesbisch en zij had een relatie met de sopraanzangeres/muzieklerares Lola Rodríguez de Aragón. Consuelo en jij studeerden samen bij de Ursulinen. Vanaf haar 6-de kreeg Consuelo teken- en schilderles van José Maria López Mezquita. Jij begon vanaf jouw 7-de te tekenen. In 1920 schreef Consuelo 'El Niño de Oro', wat door jou werd geïllustreerd. In 1923 verscheen het verhaal 'Rose des Bois' in Parijs, geschreven door Consuelo en jou. Op jouw 15-de werd jij nog beter in tekenen en ging jij aan beeldhouwkunst doen. Consuelo werd uitgever, schrijfster, lerares, vertaalster en redactrice. In 1926 trouwde zij met de componist/muzikant José Maria Franco Bordons. Zij kregen kinderen en zij behaalde een doctoraat in de literatuur aan de Centrale Universiteit van Madrid.

Jij bewonderde de Spaanse schrijfster/dichteres Zenobia Salustiana Edith Camprubi y Aymar, geboren op 31 augustus 1887 op Carrer del Mar 87 in Malgrat de Mar, in een huis in koloniale stijl in het Parc de Can Campassol. Zij was getrouwd met de dichter/schrijver Juan Ramón Jiménez Mantecón, geboren op 23 december 1881 in Moguer. In 1956 kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur. In 1932 waren Juan en Zenobia bij het operarecital van jou en ben jij via de wederzijdse vriendin Olga Bauer-Pilecka aan hen voorgesteld. Jij schreef in jouw dagboek, dat jij liefdesgevoelens voor Juan had. Jij was smoorverliefd op hem. Jij was erg religieus en jij beschouwde jouw verliefdheid als onmogelijk. In 1932 maakte jij een buste voor Zenobia, nu in privébezit.

In jouw dagboek schreef jij: 'Ik wil niet meer zonder jou leven, ik kan niet meer leven zonder jou. Mijn liefde is oneindig, de dood is oneindig, mij met hen, met jou! Ik met het oneindige. Maar in de dood scheidt niets mij van jou. Dood, wat hou ik van je.'. Jij verwarde de fysieke dood met jouw ideaalbeeld van de liefde van jou voor Juan, die ruim 26 jaar ouder was. Jouw fysieke behoefte aan constante nabijheid van Juan, zoals uitgebeeld in jouw beeld 'Adam en Eva', was geestelijk al in het leven voor jouw overlijden mogelijk en aanwezig. Helaas was die bewustzijnsverruiming nog afwezig. Voor jouw overlijden gaf jij jouw dagboek aan Juan en brieven aan Juan, Zenobia en jouw familieleden.

Op 28 juli 1932 pleegde jij zelfdoding in Las Rozas de Madrid door jezelf met een vuurwapen in de zijkant van het hoofd te schieten. Jij hebt jouw lichaam doodgeschoten. Jij werd 24 jaar en jij bent begraven in de Cementerio de Las Rozas in Las Rozas de Madrid. Juan was diep geschokt en hij schreef diverse gedichten voor jou.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
10 september 2025


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 6

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)