Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Wolfgang Hilbig (1941-2007) — het literaire einde van alle zekerheden

Groen graf
Twee weken geleden kocht ik in een antiquariaats-opruiming — het boek had een paar jaar kennelijk onberoerd in de kast gestaan en werd daarom voor de somma van vijftig cent van de hand gedaan — een nog ongelezen, en in staat van nieuw verkerend, exmplaar van de verhalenbundel ‘Grünes grünes Grab’ van Wolfgang Hilbig, een boek dat ik veertien jaar geleden al eens ter recensie van de uitgever had gekregen. Weinig kon ik op dat moment bevroeden dat zelfs de titel een voorbode inhield: vandaag, maandag 4 juni, bereikte mij de mededeling dat de schrijver jongstleden zaterdagavond op 65-jarige leeftijd was gestorven. Hij was al enige tijd ziek.

Jeugdgedicht
Het vroegste van Wolfgang Hilbigs gedichten dat ik in eigen huis kon vinden, dateert van 1965, en heeft geen titel:

ihr habt mir ein haus gebaut
laßt mich ein anderes anfangen.

ihr habt mir sessel aufgestellt
setzt puppen in eure sessel.

ihr habt mir geld aufgespart
lieber stehle ich

ihr habt mir einen weg gebahnt
ich schlag mich
durchs gestrüpp seitlich des wegs.

sagtet ihr man soll allein gehen
werde ich gehen
mit euch.
__________

Chicanes
Wolfgang Hilbig werd in 1941 in het Thüringse Meuselwitz geboren en was daardoor, later van lieverlee, burger van de DDR. Hij stamde uit een mijnwerkersgezin, en had slechts acht leerjaren aan de Volksschule mogen doorlopen. Toch slaagde hij er nog relatief jong in een plaats als schrijver te veroveren, al ging dat niet zonder slag of stoot, en had hij bij tijd en wijle flink te lijden onder de chicanes van de culturele apparatsjiks van de partij, die hem overigens, zij het vanuit hun optiek, zoveel mogelijk hebben genegeerd. Vanaf het midden van de jaren zeventig zijn de eerste gedichten van Hilibig in het westen gepubliceerd, maar toen er, in 1979, bij Fischer in Frankfurt am Main, een hele bundel met lyriek ineens was verschenen, werd hij enige weken in voorarrest gehouden en kreeg hij vervolgens een geldboete voor die overtreding.

Literaire kosmos
Kort nadien is zijn eerste prozawerk uitgekomen, en binnen zeer korte tijd snelde zijn reputatie hem vooruit: hij was een schrijver die zekerheden en andere, als vanzelfprekend ervaren feitelijkheden, durfde te ondermijnen, en met die instelling werd hij langzaam maar zeker een deskundige voor pogingen om het onzekere onder woorden te brengen en de lezer uit te nodigen zijn alternatieven, zij het ook passief: in woorden op papier, te volgen. Deze geheel eigen literaire kosmos welke werd gedomineerd door een volstrekt alternatieve instelling, hier en daar zelfs om der wille van het onmiddellijke en volstrekte alternatief — hetgeen reeds in het boven afgedrukte gedicht voorbeeldig wordt geëxposeerd — kreeg zijn weerslag in ieder nieuw boek, zij het steeds met een ander aspect van die ‘alternatieve wereld’. En met al die ‘vervolgdelen’ — welke in tekstuele uiterlijkheid steeds zo verschillend waren, maar uit één en dezelfde bron afkomstig waren, of dat nu om een kort verhaal ging, zoals ‘Die Angst vor Beethoven’ uit 1985, of om complexe romans, zoals ‘Ich’ uit 1993 of ‘Das Provisorium’ uit 2000 — komt de lezer keer op keer uit bij de stelling dat niets is zoals het, zelfs voor de realisten onder hen, lijkt. En elke nieuwe protagonist werd, in volle overtuiging, ook steeds weer op een dwaalspoor gezet, want de schrijver doet eveneens diens schijnbestaan op zijn grondvesten sidderen. En met die taktiek gaat de auteur zo ver dat Schijn en Wezen nauwelijks meer te onderscheiden zijn, met alle gevolgen vandien, niet in de laatste plaats voor het besef van de dimensies tijd en ruimte.

Aantasting
Wolfgang Hilbig was en bleef een figuur aan de rand van het literaire gebeuren, waar hij nimmer heeft kunnen aarden, ook niet nadat hij, na de ineenstorting van de DDR, eenmaal een zeer succesvolle, doch nimmer echt breed geliefde auteur is geworden, al woonde hij reeds sedert 1985 in West-Duitsland. In 2002 is aan Wolfgang Hilbig de hoogste Duitse literaire onderscheiding, de Georg Büchner Preis, toegekend.
Dat alle onzeker makende, en derhalve verontrustende, elementen in het werk van Wolfgang Hilbig zo’n grote — zeg maar gerust: alles overkoepelende — rol spelen, mag niemand verbazen, die zich realiseert dat hij in de Staat van de, toentertijd als zodanig ervaren, Totale Überwachung heeft geleefd. Door zijn heengaan zal hij het echter niet meer meemaken dat de nieuwe Gestapo-Stasi — die in de huidige Spook-Staat BRD zo driftig in de maak is, en die vervolgens als een vijversteentje met lawine-effect, het eens in aanleg democratische Europa zal overspoelen — de monsterlijkheid van Wolfgang Hilbigs vroegere, uiterst ongewisse, levenssfeer in de voormalige DDR, met een nu nog onbeschrijfelijke factor, zal Machtsverheffen.

Tot besluit
Ter afsluiting twee gedeelten uit een gedicht van Wolfgang Hilbig uit 1988:

die nacht, sie ist atlantikferne.
auch wenn uns wogen überrollen: ein ferner sturm umzieht uns. und weiter dunkel und geschlossen auch für jegliche sterbliche nachkunft. schiefgezogener vorhang über verbissener kindheit wenn ich ihr nachdenke. wie schnell verströmte sich das rauschen: in der angstbegabten muschel meines munds. blut im gehör. mit all dem stahl ich mich voran ins mannesalter. verlust in mir er ist gedeckt mit einem drahtverhau. verzinktes wetter tief über der ebene wo die grenzen blenden. gekämmt bin ich frisiert vom fetten wind der vergangenheit.

geboren in der nacht
von grellen sonnen erleuchtet. erkoren in der ersten finsternis die mir entgegenschlug; der nacht von einem ozean geboren der im gleichen augenblick in strudeln abwärts jagte: der am ersten tag den abgrund dunkler wogen wählte die sich selbst verschlangen ...

Het gedicht draagt de titel: Ende der Biografie

Schrijver: Heinz Wallisch, 5 juni 2007


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.3 met 3 stemmen 357



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)