Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Scoren

Scoren, dat is nog het leukste van een drukke dienst. Een echte patiënt gaat direct voor drie punten, als je ermee aan de loop bent gegaan, naar de Röntgen, of naar de scopiekamer mag je een punt extra in rekening brengen. En natuurlijk als iemand sterft. Dan ga je voor de volle vijf.
Wij hadden er twee gisteravond. Allebei oud, allebei al jaren levend van maand tot maand, van dag tot dag. Daar ga je als geharde, ervaren verpleegkundige geen traan meer om laten. Je probeert eens dit, je doet eens dat, brengt koffie naar de familie en sluit de morfinepomp aan. Eindelijk, ook de dokters zien in dat het niet meer kan. Eindelijk, een einde aan dit lijden.

Maar wel lekker vijf punten. Soms slaat dat helemaal nergens op. Is de beslissing al gevallen in een vorige dienst. Ben je meer koffiejuffrouw dan verpleegkundige. Is het wachten op het einde.
Nu is dat niet zo. Sterven is moeilijk. Laten sterven ook. Een mevrouw bloedt. Donkere, stinkende ontlasting komt voortdurend uit haar. We geven cofact. Het duurste medicijn dat er te vinden is om het bloeden te stoppen, omdat het nog niet synthetisch gemaakt kan worden en er menselijke donoren voor nodig zijn. Negen flesjes, € 3509,03. ‘Een bus vol donoren’ zeggen we oneerbiedig.
Is dit wel zinvol? ‘Nee‘ zeggen wij zusters. ’Ja’ zeggen de dokteren, als mevrouw stabiel is gaan we naar de scopieren, als we vinden waar mevrouw bloedt kunnen we haar redden.

En mevrouw zelf? Ze zegt niet zoveel meer. Wanhopig ademt ze, zoekend naar lucht.
Het vocht en het bloed dat we haar gegeven hebben is niet daar gekomen waar moet, in haar lichaam, in haar systeem, maar in haar longen. Natuurlijk weten we dat het kan gebeuren, de spuit met Lasix om het er weer uit te krijgen ligt al klaar. Maar je moet toch wat?
De MDL-arts komt. Hij moet het doen. Op de monitor zien we het hart vertragen. Kinderen staan ons zenuwachtig in de weg. Overal bloed, poep, stank. Wat hebben we toch een klotebaan. Dit wordt niks. Er wordt met elkaar gesproken. Kinderen zijn verdrietig, maar ook opgelucht.

De afloop, de morfinepomp, ik maak het niet meer mee. Op bed zes wordt de volgende binnen gereden.
‘Ook al geen winnaar’ zegt de jonge assistent. Ze is al vanaf vanmorgen half acht in touw en ziet zo zoetjes aan sterretjes. Niemand weet het fijne van de nieuwe patiënte. Nog geen vijf minuten op de gewone afdeling, overgenomen van Cardio. Andere afdeling, andere dokters, een status van een indrukwekkende omvang, die het ergste doet vermoeden.
We moeten een infuus hebben, bloed moet worden afgenomen, vocht moet worden gegeven. Maar een infuus geven aan iemand die al jaren diabetespatiënte is en in shock ligt is geen sinecure. We krijgen hulp van een meer ervaren assistent. Hem lukt het wat de rest niet lukt.
Vullen luidt nu het parool. Maar bij het aansluiten van het infuus gaat het direct mis. Ik sta met de naald, die met zoveel moeite in een bloedvat is gebracht, in mijn handen. Ik word nog net niet vermoord.
Weer die grote ogen, niks meer ziend, weer die benauwdheid, weer dat gevecht.
Eindelijk, haar zoon. Zijn er nog meer kinderen, is er nog een man? Ja, maar daar wil ze niks meer mee te maken hebben. Ik heb geen tijd om naar het verhaal te luisteren, moet het maar geloven. Er is nog een jongere zuster en dat is dat.
Gelukkig is de internist er snel. Rustig en beheerst zegt hij tegen de zoon wat er gezegd moet worden: ‘Uw moeder gaat dood. We kunnen niks meer voor haar doen’.

Behalve wat morfine geven om de benauwdheid te bestrijden. En koffie aan het bezoek. Omdat je toch iets wil doen. Nog een voor de volle vijf.
Aan het eind van onze dienst eten we taart. Niemand weet van wie. Een assistent die afscheid heeft genomen misschien. Ze zal wel net zo snel verdwenen zijn uit ons geheugen als die twee vrouwen die vanavond dood zijn gegaan. We tellen onze punten. Kissebissen als kleine kinderen met de nachtdienst.
‘Dat is een drie’.
‘Nee, dat is een vier’.
Mag je iemand nog tellen aan het eind van je dienst als ie al uren daarvoor verdwenen is?
‘Ja, natuurlijk’ zegt de een.
‘Nee, dat slaat nergens op’ vindt de ander.

Misschien slaat dat hele punten geven wel nergens op, bedenk ik me. Is het alleen maar nodig om ons af te leiden, is het iets wat de dingen, ons werk weer gewoon maakt, aanvaardbaar. Zo maken we er een spel van, van die soms krankzinnig drukke diensten. We scoren drieëntwintig punten.
Annie houdt met afstand haar Kerstrecord. Het kan me nu even gestolen worden, dat record. Voor vanavond heb ik er genoeg van.

Bijschrift: Morfine wordt gegeven om het gevoel van benauwdheid en de pijn bij stervenden weg te nemen en niet om dat sterven te versnellen, zoals vaak abusievelijk gedacht wordt.

Schrijver: Jorrit, 3 november 2007


Geplaatst in de categorie: maatschappij

3.8 met 15 stemmen 882



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)