Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een glimp van het voortbestaan: ervaringen uit het grensgebied tussen leven en dood. Slot.

ZIJN BDE'S WETENSCHAPPELIJK TE VERKLAREN?
Uit een in 1982 gehouden onderzoek van het Gallup-instituut in de V.S. bleek dat ca. acht miljoen volwassen Amerikanen een BDE hebben gehad. Omgerekend naar de Nederlandse situatie in 1982 zou dat betekenen dat ca. 450.000 volwassen landgenoten een dergelijke ervaring achter de rug hebben. (De Nederlandse cardioloog Pim van Lommel becijferde dat aantal in 2007 op ca. 600.000, wat goed vergelijkbaar is). Een predikant, met wie ik over dit onderwerp sprak, vertelde me dat hij van verschillende mensen uit zijn gemeente BDE-verhalen te horen had gekregen. Zonder uitzondering kwamen daarin dezelfde elementen voor die al eerder zijn genoemd: tunnel-ervaringen, een terugblik op het leven, lichtwezens etc. Zelf ken ik enkele mensen, die ooit zo’n ervaring hebben gehad. Mijn eigen leven is door zo'n BDE ook compleet veranderd. Daardoor weet ik dat het alledaagse bewustzijn dat we hier hebben maar een schim is van het bewustzijn dat we kunnen hebben als de geestelijke ogen bij ons zijn open gaan.

De conclusie uit dit alles is dat BDE’s vaak voorkomende verschijnselen zijn. Ik denk dat we er niet aan hoeven te twijfelen dat veel mensen die in een levensbedreigende situatie verkeren dergelijke ervaringen hebben. Moeilijker wordt het als we ze wetenschappelijk willen verklaren. Juist het gegeven dat ze empirisch noch verifiëerbaar, noch falsifiëerbaar zijn, plaatst BDE-onderzoekers in een moeilijke positie. De verslagen erover bereiken ons immers altijd achteraf. Nooit kan er met behulp van apparatuur rechtstreeks iets worden waargenomen wat in dezelfde richting wijst.

De aanwijzingen voor de ‘echtheid’ ervan, d.w.z. voor de veronderstelling dat we hier inderdaad te maken hebben met een ander niveau of dimensie van de werkelijkheid, zijn echter sterk. Moody noemt als belangrijkste argument hiervoor de uittredingservaringen: BDE-ers kunnen tijdens de klinische dood exact – en zelfs beter dan via de ‘normale’ zintuigen – waarnemen wat er zich bv. in en rondom de operatiekamer afspeelt. Bij navraag blijken hun beschrijvingen nauwkeurig te kloppen met de werkelijke gebeurtenissen tijdens de reanimatiepoging. Ze waren zelfs in staat om de gedachten van de aanwezigen te lezen. Ook dit kon in veel gevallen worden bevestigd. Als dit laatste inderdaad het geval is, bestaan er sterke aanwijzingen voor het optreden van buitenzintuiglijke waarneming tijdens zulke momenten.

CONCLUSIE
Mogen we nu, op grond van wat tot dusver over deze verschijnselen bekend is, ook spreken van ervaringen van een ‘hiernamaals’? Als we afgaan op de gangbare modellen voor wat onder ‘wetenschap’ moet worden verstaan, is zo’n uitspraak niet toegestaan. Maar het probleem is juist dat wetenschapsmodellen betrekking hebben op – en geïntegreerd zijn in – onze empirische werkelijkheid. Als er dimensies van de werkelijkheid bestaan, waarin volstrekt andere wetten en condities heersen dan hier op aarde, verliezen onze wetenschappelijke technieken en modellen daar hun geldigheid. Om dezelfde reden kunnen theologische uitspraken over andere niveau’s van de werkelijkheid evenmin op hun geldigheid worden getoetst.

Wat de BDE’s betreft: ze spotten met onze opvattingen over logica en met gangbare begrippen van tijd, ruimte en causaliteit. Ze kunnen dus alleen vanuit hun eigen wetmatigheden begrepen worden. Een volstrekt empirisch bewijs kan dus niet worden geleverd. Een heel sterk argument voor hun echtheid en waarheidsgehalte vind ik echter, dat BDE’s als twee druppels water lijken op ervaringen van stervenden, die daarna inderdaad zijn overleden. Je mag aannemen dat de spirituele ervaringen van mensen, die enkele dagen of uren later metterdaad overlijden en dus niet weer naar het leven terugkeren zoals BDE-ers, alvast een vooruitblik vormen op de wereld die ons na de dood te wachten staat. Deze stervenservaringen, zoals o.a. beschreven in het boek “Op de drempel: visioenen van stervenden” van Osis en Haraldsson, vertonen verbluffend veel overeenkomsten met de bijna-dood-ervaringen die Moody beschrijft.

Daarmee vervalt m.i. het argument, dat BDE’s niets zeggen over het voortbestaan, omdat de betrokkenen nog weer gereanimeerd konden worden en dus niet dood zijn geweest. Beide soorten ervaringen bieden ons een blik in het overgangsgebied tussen leven en dood en laten ons zien wat ons in de wereld aan de overkant te wachten staat. Het enige middel dat we hebben om ons tijdens ons leven daarvan ook maar in verste verte een voorstelling te maken is onze verbeeldingskracht. Dan nog schieten woorden ons tekort. Op dat niveau mogen we hier voor mijn gevoel zeker spreken van een ‘glimp van het voortbestaan’.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 14 februari 2009


Geplaatst in de categorie: wetenschap

3.4 met 21 stemmen 757



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
J.J.v.Verre
Datum:
9 juli 2009
Email:
jjvverrelive.nl
Objectieve beschouwingen omtrent BDE's.Mijn complimenten omtrent de samenvatting.Binnen de spelregels van de driedimensionale medische wetenschap,de "evidence based medicine" bestaan geen mogelijkheden om de multidimensionale werkelijkheid(MDW)te integreren.De aanname van een non locaal bewustzijn geeft ons meer mogelijkheden om ruimer te denken en een werkelijkheid te ervaren die antwoord kan geven op vele vragen.Ik ben zelf van mening dat alles dat bedacht kan worden,binnen de MDW een werkelijkheid genereert.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)