Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Bezoek

Telkens als hij ons huis binnenstapt voor de jaarlijkse controle van de CV-ketel, realiseer ik me dat er alweer een jaar voorbij is.
Zo rond de 40 schat ik hem, een kale reus met in elk oor een ringetje.
'Hoe is 't', vraag ik uit gewoonte. 'Niet best', is zijn onverwachte antwoord. De rug. Hij trekt een pijnlijk gezicht en gaat aan tafel zitten.
Even daarvoor heb ik onze inloopkast leeggeschept die volgestouwd is met al het verleden waar we ons maar niet van kunnen ontdoen.
Hij moet er immers wel bij kunnen.

Oude koffers, een elektrisch voetenbad dat bleek te kietelen als je de whirlfunctie gebruikte, een handig buikspierfitnessapparaat met allerlei uitsteeksels uit de tijd dat ik nog dacht dat mijn lichaam maakbaar was.
Een kubieke meter leuke lapjes waar mevrouw Trawant absoluut ooit nog iets mee gaat doen, dozen vol foto's en oude sinterklaasgedichtjes.
Een fax, eens het summum van draadloze communicatie, muntdropjes die her en der uit tasjes op het laminaat ratelen, een sabel van mijn opa uit WO I, ordners met gebundelde notulen uit 1983 van een stichting waarvan ik tegen mijn zin secretaris was en ga zo maar door.

Elk jaar opnieuw neem ik me voor om na afloop van zijn bezoek de zaak niet meteen weer in willekeurige volgorde terug te plempen, maar nu eens rustig de tijd te nemen om behoorlijk uit te zoeken welke memorabilia het waard zijn om plaats te nemen in ons collectieve geheugen, en wat nu eindelijk, beslist, doelbewust en rigoureus weg kan.
Steeds opnieuw eindigen zulke voornemens met een diepe zucht en het zo snel mogelijk weer uit het zicht verwijderen van de hele handel.

Onze CV-monteur wacht op koffie. Dat krijgt hij elk jaar. Eén kopje met een wolkje melk vóór hij begint, en als hij klaar is nóg een kopje.
Nee, het gaat niet best met hem. Hij is sinds gisteren pas weer op therapeutische basis aan de gang. Ik knik vol medeleven.
Vooral als hij aan het werk is heeft hij last. Als hij thuis op de bank ligt gaat het wel. Maar bukken is een hel.
Soms mag hij met die enorme handen op kantoor een middagje orders op volgorde leggen. Hij heeft deze winter al drie maanden bij huis gelopen zegt hij met een gezicht alsof hij van staatswege in een justitiële instelling opgenomen is geweest. Hij kon niets doen. Vissen ging niet en aan de auto sleutelen was helemaal onmogelijk. Lezen dan, suggereer ik met een educatieve glimlach. Hij kijkt me aan met een gezicht of ik hem in het kruis getast heb. Lézen, waar zie ik hem voor aan. Van armoe was hij maar veel op visite gegaan.
Ik zie hem door zijn dorp schuifelen, ergens aankloppen en zwijgend plaatsnemen aan een keukentafel. Je zal hem maar op bezoek hebben. Zo'n beetje als nu bij ons, dringt tot me door.

Als hij de beschermplaat van de ketel losklikt valt er een schroefje op de grond. Hulpeloos kijkt hij over zijn schouder. Ik schiet overeind.
Gelukkig zijn er geen toevallige voorbijgangers als ik op mijn knieën tussen zijn gespreide benen onze kast in kruip. En natuurlijk maakt hij ook nog even gebruik van het toilet, zoals alle werkmensen die bij ons over de vloer komen.

Later bij het tweede kopje vallen we stil. Hij staart naar buiten. De ruggespraak is op, er is nog een vleugje 'waarblijftdelentepraat' en dan schuif ik mijn stoel naar achteren.
'Ik moet weg', lieg ik.
Hij loert in zijn koffie maar maakt nog geen aanstalten. 'Als ik zo mijn drinken op heb, ga ik ook maar eens', deelt hij mee.
Het is alsof niet ik, maar hij hier woont.
Ik doe iets verkeerd en ik heb weer een heel jaar om daarover na te denken.

Schrijver: trawant, 18 maart 2010


Geplaatst in de categorie: humor

3.5 met 8 stemmen 364



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)