Een levensles?
Ik zag haar in doordeweekse dagen, ze zat ‘toevallig’ voor het raam te lezen als ik langs fietste van de middelbare school naar huis. We zwaaiden naar elkaar.
Op een middag kwam ik haar tegen aan het meertje, ze paste op twee kleuters. We lagen onzichtbaar voor de wereld in een kom in de hei en de hormonen dansten de Lambada. De kinderen speelden in het zand. Toen wij, gealarmeerd door geschreeuw aan kwamen rennen, werd een van de kleuters door een vrouw uit het water getild. De vrouw keek ons woedend aan en wees op haar voorhoofd. Even later waren de kinderen weer aan het spelen en hadden ze het voorval blijkbaar al vergeten. We hebben elkaar na die dag niet meer gezien.
Jaren later stond ik tot m’n verbazing naast haar op de tramhalte op het Leidseplein, we groeten elkaar. Ik vraag onder druk van de onaangename stilte: ‘Heb je thuis nog problemen gehad wegens de kleuter die in het meertje viel?’, Ze kijkt mij verbaasd aan: ‘Ik weet niet wat je bedoelt er is geen kind in het water gevallen’. Bang voor onnatuurlijk gedrag zeg ik haastig: ‘Dan was het iemand anders, het is zo lang geleden’. ‘Daar komt m’n tram’, zegt ze. ‘Ik moet de volgende hebben’, lieg ik en bedenk dat zij waarschijnlijk deze tram ook niet moet hebben.
Door die ontmoeting blijft de herinnering aan het incident vers. Het scheelde weinig of een aantal mensen waaronder ikzelf hadden een traumatische ervaring opgelopen. Toeval speelt een rol in ons leven. De kans om naast haar in Amsterdam bij dezelfde tramhalte te staan, tweehonderdvijftig kilometer van onze woonplaats, is zo klein dat sommige godsdiensten het als een wonder beschouwen.
Zit er een bedoeling achter een groot toeval, zoals bevorderen van m’n verantwoordelijkheidsgevoel, misschien is daardoor reeds iets ernstigers voorkomen. Niemand overziet de samenhang tussen gebeurtenissen binnen het grote geheel. Maar die is er wel en misschien is het helemaal geen toeval?
Inzender: Janneke Koster Baas, 14 april 2010
Geplaatst in de categorie: psychologie