Thuiskomen
In een huis met ruis geboren
Gedachten verstoren, alsof gemangeld door gruis, de waan van alledag
Wijs’lijk bezworen, verloren, in blind gezag der grijze muizen
Met ijs’lijke woorden, voren getrokken in moraliteit van wat vermag
Bovenal, waar elke afzonderlijk gespleten perceptie zag
Wat ieder uitzonderlijk gescheiden mens voor zichzelf wil horen
Om op zulks geslepen wijze, door te wijzen naar elkaar, steeds alles te willen bewijzen
Meer van hetgeen ego past, als ‘n pels vol luizen
Gapend aan de afgrond, schijnbaar ravijn tussen slapen en ontwaken
Navigerend tussen ijsbergen van begeren, de eisen voor de zucht naar heb
Ragfijn onderschept door ‘n gesponnen web van consumeren, territorium bewaken
Manoeuvrerend tussen riffen van moraal, scherp als koraal, zelfzuchtig in zaken
Voor meer van ego’s praal, sjouwend met t kruis dat past
Houten, in gedoken houding gekrompen met bijtend zout zweet gedragen
Gouden, in gillend glitter verzonken, onlosmakelijk aan geklonken
Ieder een eigen Tempelberg op, door merg en been geketend, gestempeld met een eigen last
Met ogen geknepen, verwijtend koud, verbijtende kaken ,krampachtig geklemd
Ongeremd, zonder hinder, onrustig gestemd, door gedachten aan minder
In een kluis met ruis geboren, combinatie als clou van de klucht verzonken
In gedachten in de ban, voller kan ‘t bord, van
’N vage vogelvlucht, ‘n duikvlucht, van eerzucht, meerzucht,
Edens kaartenhuis, zonder inzicht ingestort, een beving van Richter,
Beet uit de valse vrucht van heden, beet van het serpent, beet uit de buit, appel zuur
Wreed wakker worden in de laatste minuut, van ‘t laatste uur, vol grijze ruis,
Prijs van de reis naar het paradijs op sterk water,
Wat rest, de kater.
Of, gerichter en puur, het fundament met mate, een elementair nieuw thuis.
Geplaatst in de categorie: maatschappij