Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gerrit Kouwenaar: Portret van een landschap

Portret van een landschap

Een tafel vol fruit, maar natuurlijk, natuurlijk
te groot voor een huis en zo voedzaam en zoet
zag niemand ooit fruit, dus een landschap
kom nader, geliefde en vrienden, ja ook
die vóór en achter hun voorhoofd een slachtmes
dragen, kom nader, lik steen, en zie een landschap
niet door handen gemaakt maar betreden door voeten
kunnen de handen de ogen verbazen: zo tastbaar dat
eten te laat komt, vruchten als holle kamers,
grijs van sap, stapelen zich op naast brood,
kogels, longen, aders, luisvette koeien grazen
in de schaduw van namen, geluid is gillen van
zaagsel, hier is iets. stilte. hier begint. stilte.
hier ontstaat, gaat onder. stilte. het omgekeerde:
rook: urenlang lachen, muziek, zweefmolens,
voedzame bessen en een god die ons vloekend
verlost uit een klem. als een wolf.
als een woord.

Gerrit Kouwenaar is geboren in 1923 te Amsterdam.
Zijn vader heette David Kouwenaar en zijn moeder heette Jeltje Bloksma. Zijn broer heet David.
Zijn vader was een bekende journalist in het begin van de Wereldoorlog. Hij had in Amsterdam het Lyceum bezocht, in 1940 verhuisden ze naar Bergen en toen ging hij naar de HBS van Alkmaar, steeds een lekkere fietstocht. In huize 'Kouw', een vakantiewoning, werden vele samenkomsten gehouden door de culturele elite, waar A.Roland Holst bijhoorde. Gerrit is dan ook rechtstreeks beïnvloed door Roland Holst.

Hij debuteerde in eigen beheer met 'Vroege voorjaarsdag' (1941). De Duitsers wilden Bergen voor zichzelf, dus moesten zij verhuizen naar Baarn. Ondertussen schreef hij voor 'De Waarheid', een communistische verzetskrant, ook schreef hij voor 'Lichting' en 'Parade der Profeten', eveneens illegale bladen. Vanwege zijn bijdragen aan deze geschriften werd hij gearresteerd en een half jaar in de gevangenis gegooid. Daarna dook hij zo snel mogelijk onder.

Van 1945 tot 1950 zat hij bij de kunstredactie van 'De Waarheid'.
In de jaren 50 was hij freelance-schrijver bij Vrij Nederland en redacteur van Podium. Later werd hij medewerker bij 'Het vrije volk', besprak de beeldende kunsten, en hij werd redacteur van 'De Gids'.

Zijn debuutbundel bij een uitgeverij 'Achter een woord' verscheen in 1953. Inmiddels woonde hij allang met zijn broer in Amsterdam. David werd kunstschilder. Lucebert woonde op de zolder bij de broers Kouwenaar. Het was een dolle boel van bloei. Via Constant van Nieuwenhuys kwam hij in contact met de Experimentele Groep Holland en de Cobra-beweging: Appel, Corneille, Elburg, Schierbeek, Campert ect.

Zijn sobere en telegramachtige schrijfstijl viel op en hij mocht via de rode loper naar binnen bij de Vijftigers. Hij is een getalenteerde taalgoochelaar, die veel gebruik maakt met wat er tussen de regels en woorden staat. Hij streeft naar poëtische autonomie en een nieuwe taal, een zelfontgonnen taaleiland.

Hij is getrouwd met Tientje Louw. 'Mag ik een Tientje van je lenen?', was een herhaalde grap onder zijn collega's.

In 1967 ontving hij de Roland Holst-prijs en de Martinus Nijhoff-prijs. In 1970 de P.C. Hooftprijs en in 1989 de Prijs der Nederlandse Letteren.

Hij schreef enkele prozawerken en vele vertalingen van toneelstukken en hij tekende.

In 2008 verscheen 'Vallende stilte', een keuze uit zijn eigen werk.

De dichter Ilja L. Pfeijffer is weer door hem beïnvloed en zo gaat dat gelukkig maar door.

Ik ken een ex-boekhandelaar die als twee druppels water op hem lijkt, dus ik zie hem nog vaak lopen. Een vreemde vogel, die Gerrit, maar zo zijn kunstenaars nu eenmaal.

Schrijver: Joanan Rutgers, 6 december 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.8 met 4 stemmen 264



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)