Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

C.O. Jellema: Zeegezicht

Zeegezicht

Op de palm van jouw hand, in dat landschap van gevormde
levenslijnen, niet groter dan een flinke waterdruppel -
terwijl zonsondergang de hele hemel boven de eindstreep
van het eiland ginds in Turner-kleuren zet - die babykrab,
voorzichtig van tussen de basaltblokken geraapt, z'n
onderkomen waar hij wachtte op de vloed. Nog kleiner dan
de nagel van jouw pink, z'n grijsblauw pantsertje nog niet
verkalkt, krabbelt hij zijwaarts over plooi en heuvel, een
onbekende wereld, verontrust dat bodem warmte geeft. Dan,
op de rand van dat heelal, laat hij zich zonder aarzeling
terugvallen in de veiligheid van spleten, zeezand, steen,
met achterlating van een beeld, van haast een naam. Nu is
het of wij, samen onder aan de dijk worden gezien, terwijl
het water stijgt en in doorschijning spiegelt hoe de hemel
kleurt. Heeft iemand iets gezegd? Nee, niemand sprak.


Cornelis Onno Jellema is geboren in 1936 te Groningen.
Hij stamde uit een geslacht van Friese en Groninger boeren en predikanten. Hij was de oudste zoon van drie zoons van ds. Otto Samuel Jellema en Eetje Aaffiena Barlagen.
Hij ging naar de lagere school in Beilen en Hoogland.
Door longtuberculose en een bijgaand ziekbed ging hij versjes schrijven.
Hij is sterk beïnvloed door Gerrit Achterberg.
In Amersfoort bezocht hij het gymnasium.
Hij studeerde theologie in Amsterdam en Duitse taal- en letterkunde in Utrecht.
Hij was leraar Duits in Harderwijk en Baarn.

In 1961 debuteerde hij met gedichten in De Gids.
In datzelfde jaar verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Klein gloria en andere gedichten' bij Querido, de uitgeverij waarbij hij zijn werk bleef uitgeven.

In 1963 verbrak hij zijn verloving met Joos Oudemans. Hij raakte intiem bevriend met Henk van de Wall Repelaer. Zijn ware aard kwam bovendrijven. In 1965 kreeg hij een verhouding met de beroemde theoloog Hans Stolp, met wie hij in 1967 ging samenwonen.
In 1981 kwam zijn doorbraak met 'De schaar van het vergeten'.
In 1982 kreeg hij een relatie met Klaas T. Noordhuis, wat in 1984 het einde van zijn relatie met Hans Stolp betekende.

Hij kreeg in 1984 de Herman Gorter-prijs.

Hij schreef voor de NRC, Trouw en het Nieuwsblad van het Noorden.
Hij vertaalde o.a.: Rilke, Hölderlin, Möricke, Celan en Eckhart.
Hij was ook filosoof en essayist.

Vanaf 1989 woonde hij 13 jaar lang met Klaas in Leens, in het monumentale landhuis 'Oosterhouw'. Hij was een groot natuurliefhebber en zeker niet voortdurend hypochondrisch.

Dichten is wieden tot de essentie overblijft, vond hij.
Hij ontdeed zich van de kerkbenauwenissen.

In 1995 ontving hij de Hendrik de Vries-prijs en in 1997 de A. Roland Holst-penning.

In Leens vond hij rust en ruimte om te sterven, zei hij op 53-jarige leeftijd.

Hij hanteerde een strakke vorm waaronder de de sonnetvorm.

In 2003 verscheen zijn laatste dichtbundel 'Stemtest'.
In datzelfde jaar stierf hij in Leens, zoals hij wenste, en hij is begraven in Saaksum, in de Groninger kleigrond, waaruit hij geboren was. Eenzaam geboren, eenzaam gestorven en daar tussenin wat onbevredigende opvulling, hoe diepgaand ook qua liefdesuitingen. God is echt wreed! Liefde maakt wreed kapot! Echte liefde gaat tragisch ten onder, keer op keer, dat wist Jellema, ik hoor hem nog huilen in zijn graf.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 maart 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.5 met 4 stemmen 440



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)