Esther Gerritsen: Ik keek niet eens...
Ik keek niet eens naar buiten. Ik lette helemaal niet op. Het is in mijn ooghoek gebeurd. Ik zat met jou aan tafel - we waren in gesprek - toen ik zag (in mijn ooghoek) hoe de theedoek van de overburen (die op het balkon hing te drogen) van het rekje viel. Vallende dingen zijn een zeldzaamheid, meer dan gevallen dingen (waardoor je weet dat er gevallen wordt). Ik schrok dus op van mijn aanwezigheid tijdens het vallen van de theedoek. Ik wilde je erop wijzen, maar het vallen was al voorbij. Dus bleef ik stil, maar niet minder trots, omdat ik het had gezien, terwijl ik niet eens echt naar buiten keek. En op het wonder, dat zoiets kleins door iemand was opgemerkt, zo onopvallend maar toch, zo onbelangrijk. Tijdens de zuidwesterstorm moet er een boom in de gracht zijn gevallen, want na de zuidwesterstorm lag er een enorme boom in de gracht. Die boom hoorde daar niet, dus moest hij zijn gevallen en omdat hij daar niet hoorde, zou hij snel weer worden weggehaald. Ik had dus maar geluk, dat ik daar zo vlak na de storm fietste. Gevallen dingen worden vaak weer rechtgezet, weggehaald of opgeruimd, voor je ze hebt kunnen zien liggen. Op die gevallen boom zat een waterhoentje. Ik vertraagde toen ik langs fietste, omdat iemand/iets zomaar een plaats innam, die slechts per ongeluk en tijdelijk bestond. Maar dat die boom daar maar per ongeluk lag en dat het waterhoentje daarom zelf, daar ook per ongeluk was (alsof het ook gevallen was) leek het waterhoentje niet te weten. Het zat daar alsof het de gewoonste zaak van de wereld was en dat was de werkelijke reden van mijn vertraging, dat misverstand.
Esther Gerritsen is geboren in 1972 te Gendt bij Nijmegen.
Ze studeerde Dramaschrijven en Literaire Vorming aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Ze studeerde in 1995 af.
Ze schreef theaterteksten voor o.a.: Het Syndicaat, Toneelgroep Amsterdam, Victoria, Het Gasthuis, Kees & Co.
Ze publiceerde vier verhalen in Zoetermeer en ze schreef voor Rails.
Momenteel woont ze met haar man in Amsterdam.
Ze ontving in 1999 de Nederlands-Duitse Jeugdtheaterprijs voor haar toneeltekst 'Gras'.
Ze heeft helaas nog geen dichtbundel uitgegeven, hopelijk werkt ze daaraan.
In ieder geval is het bovenstaande gedicht absoluut een prozagedicht te noemen. Arthur Rimbaud heeft de prozagedichten opnieuw onder de aandacht gebracht, maar ze waren al bekend bij de Grieken, Romeinen en Perzen.
In 2000 debuteerde Esther met 'Bevoorrecht bewustzijn', een verhalenbundel.
In 2001 ontving ze het Charlotte Köhler Stipendium voor toneel.
Ze publiceerde de roman 'Tussen Een Persoon', die gaat over een vrouw, die wil dat het leven stopt op het hoogtepunt en ze sluit daarbij haar vriend op, op zolder.
In 2003 verscheen 'Sex & eten'.
In 2004 ontving ze de Halewijn-literatuurprijs van de stad Roermond voor proza.
In 2005 verscheen haar psychologische roman 'Normale dagen'. Deze handelt over de (mis)communicatie in denken en zwijgen. Ze zoekt naar een logica om de overweldigende wereld te begrijpen. Dit boek werd bekroond met de DIF/BGN Prijs (waarde: 10000 euro en een wekenlang verblijf in een Frans kasteel). De juryleden: Femke Halsema, Thomas van den Bergh, Arjen Fortuin, Annemiek Neefjes en Fleur Speet. De recensent Arjan Peters is zeer lovend: vijf sterren!
Sinds 2007 schrijft ze geen toneelteksten meer, maar enkel nog literair proza. Al haar boeken verschenen bij uitgeverij De Geus.
In 2008 verscheen 'De kleine miezerige god'. Ze is dol op gekken en alcoholisten, mensen die mateloos zijn en daar schrijft ze graag over, onhanteerbaar gedrag en slaafse gedachtengangen.
Haar schrijfwerk gaat soepel langs wanhoop, waanzin en vervreemding. Slalomskiën. Ze heeft het over het verhevigde bewustzijn, obsessieve gedachten en vakantie-angst. Ook over jonge, neurotische vrouwen met angst voor verandering en een obsessieve drang tot ordening en schoonmaak, met autistische trekken. Ze wil de paniek bezweren. 'Alles moet af zijn. Als het niet goed met me gaat moet ik mijn huis opruimen', zegt ze.
Ze is een groot literair talent met één mankement, die eerste dichtbundel! Dat ze geposeerd heeft voor Marie Claire en Elle verfoeit ze nu en noemt ze sexistisch. Ze haat zekere mensen en ooit heeft ze zelf op de rand van ware gekte gezeten. Ze is katholiek opgevoed, maar nu gelooft ze niet meer, al zou ze het soms wel graag willen, het zou haar leven danig vergemakkelijken, minder tot piekeren aanzetten.
Geplaatst in de categorie: literatuur