Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Lizzy Sara May: 1944

1944

De week voordat mijn moeder gehaald werd
op haar duikadres was ik bij haar met
mijn zoontje
elf maanden oud

ze nam hem op schoot
hield hem met een hand omklemd en
legde met de andere een plaat op de grammofoon
wil je even? vroeg ze mij
ik liet de plaat spelen
mijn zoontje begon te schommelen
zie je wel
zei mijn moeder
hij is muzikaal
na de oorlog zal ik hem muziekles geven

een week later was ze opgesloten in
het huis van bewaring en bij haar
vervoer naar Westerbork stuurde ze een
kladje met het gaat mij goed

toen we een jaar later
haar bezittingen kregen
vonden we haar kalender
verwisselbare kaartjes in een houder
hij was blijven staan op veertien april

alleen dit kaartje was vergeeld.


Lissie Sara Maij is geboren in 1918 te Sloten. Ze was van joodse afkomst en ze veranderde haar schrijfnaam in Lizzy Sara May. Haar vader leed aan artistieke grootheidswaan en zat vol zelfverwijten, terwijl haar moeder een muzikaal kindvrouwtje was.
Ze begon eerst als een balletdanseres en als een mimespeler, maar schrijven bleek een grotere missie in haar leven.

In 1956 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Blues voor voetstappen', opgedragen aan haar overleden ouders.
In 1957 verscheen haar tweede bundel 'Weerzien op een plastic-huid'.
In 1960 verscheen 'Zingend op een zinkend schip'.
In 1962 verscheen haar kinderboek 'Oom Soes heeft gehuild'.
Ze was succesvoller met haar prozawerk, dat grotendeels autobiografisch is, met als kernthema de moeizame relatie van een vrouw met haar vader, de oorlog, het jood-zijn en de eenzaamheid.
In 'Vader en dochter' schrijft ze over het aparte gezin, waarin ze opgroeide, in de jaren twintig en dertig, in 'De blauwe plek' schrijft ze nogmaals over dat gezin, maar dan in de oorlogsjaren.

In 1967 kreeg ze voor 'De jaargetijden' de Mr. H.G. van der Vies-prijs.

In 'Het lokaliseren van pijn' (1970) schrijft ze over de kwetsbaarheid van de vrouw in het bijzonder en haar pijnlijke isolement door vooroordelen van mannen over bijvoorbeeld alleenstaande vrouwen.
In 1978 verscheen haar verzamelbundel 'Gebruikspoëzie'.

Lizzy was getrouwd met de Haarlemse jurist Proper, hun zoon Rogier is film- en tv-scenarioschrijver en hun dochter was gehuwd met wijlen Louis Ferron, die door zijn vrouw en schoonmoeder gestimuleerd werd om te gaan schrijven. Louis was achttien toen hij met haar trouwde.
Daarna trouwde ze met Oscar Timmers, redacteur van de Bezige Bij en schrijver, onder zijn pseudoniem J. Ritzerfeld.

Ze schrijft vloeiend muzikaal en ze was erg begaan met het lot van andere mensen. Haar oorlogstrauma's zijn nooit genezen. Ze is gestorven in 1988 te Hoorn en begraven in Oosthuizen.


'Daartussen mijn moeder, veertien, in haar eerste badpak, lachend, verlegen, opgevouwen, ingekapseld, zij werd vermoord in 1944, het badpak plus ontvreemd verleden heb ik bewaard, de foto van haar schuchterheid ligt opgeslagen in mijn hersenkast'

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 juni 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 3 stemmen 366



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)