Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Willem Brandt: Het is geen Kennen...

Het is geen Kennen en niet te omvatten,
er is geen meester die het ons ontwart,
ik sta geheel alleen en zonder schatten
waaruit ik putten kan dan 't eigen hart.

Ik kan het nergens zoeken, nergens vinden,
elk letterteken wordt een dode steen
en ieder woord verwervelt met de winden;
als het er is, is het in mij alleen.

Geen denken zal ons het geheim onthullen,
geen medemens, geen kluizenaarsbestaan;
het moet zichzelf in mij door mij onthullen,
ik moet diep tot de eigen ziel ingaan.

Tot wijsheid groeien kost een mensenleven
dat van eigen ik geen vezel spaart;
zichzelf tot werkstuk en tot werktuig wezen
naar een volmaking die geen mens verklaart.

Willem Simon Brand Klooster oftewel Willem Brandt is geboren in 1905 te Groningen.
Hij ging na de middelbare school naar de Rijkskweekschool in Amersfoort. Hij vertrok in 1927 als journalist naar Indië. In 1934 werd hij verslaggever voor het Utrechts Nieuwsblad. In 1935 werd hij hoofdredacteur van de Deli Courant in Nederlands-Indië. Ook werd hij in 1935 ingewijd in de loge van de Vrijmetselaars te Deli. Naast vrijmetselaar was hij humanist. Hij vocht mee tegen de Japanners en hij zat drie jaar gevangen in een Japans concentratiekamp, waar hij zijn dichtbundel 'Binnen Japansch prikkeldraad' (1946).
In 1937 verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Oostwaarts'.
Na de oorlog was hij directeur van de N.V. Deli Drukkerij en een boekhandelsonderneming in Amsterdam.
In 1946 verscheen 'De gele terreur', opgedragen aan zijn vermoorde kameraden. Ook was hij na de oorlog directeur van de Delische Courant in Indonesië.
Een citaat uit een verhaal van hem: 'Het duurde niet lang of de ene schaduw na de andere schoof nabij, halfnaakte kerels, waarvan je de ribben kon tellen, met holle kaken en brandende hongerogen.'
Hij bezocht niet alleen het Verre Oosten, maar ook Afrika.
In 1955 kwam hij in Bussum wonen en werd hij directeur van De Bussumsche Courant en in 1957 van Het Goois Dagblad. Sinds 1963 was hij voorzitter van het Nederlandsche PEN-centrum.
Vooral de invloed van het Oosten is in zijn dichtwerk verweven. Hij schrijft over het Indonesische landschap, de inheemse gebruiken en de geheimzinnige magie. Zijn esthetische gedichten doen qua heimwee-elementen denken aan de zeegedichten van Slauerhoff, al is zijn heimwee een object geworden, gaat het aan zijn binnenste voorbij, blijft hij uit noodzaak een toeschouwer (zelfprotectie vanuit zijn tijd als krijgsgevangene), die misschien net iets te weinig passie toont.
In 1965 verschenen zijn Verzamelde Gedichten.
Hij was medewerker van 'Opwaartsche Wegen' en 'De Vlaamse Gids'.
In 1967 ontving hij de Raadhuisprijs en in 1970 de Jacobson-prijs.
Hij was jurydeelnemer van o.a. de Reina Prinsen Geerligs-prijs, in 1967 gewonnen door Eddy van Vliet, in 1968 door Hans Vlek.
Willem Brandt was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, hij ontving het Indisch Verzetskruis en het Eretaken voor Orde en Vrede, de Kogge-ring en het Rode Kruis Erkentelijkheidskruis.
Hij stierf in 1981 te Bussum.

'Vissen in maanlicht met hun duizend kleuren drijven watertuinen van koraal; en ginds uit vochtig bos zwartgroene kleuren en oergeluiden van de eerste taal, de geelkuifkakatoe, het schrille klagen der edelpapagaaien, het gebrom van de insecten die ons fel belagen en donkerder in't donker de tomtom'

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.7 met 3 stemmen 518



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)