Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

GODSBEELDEN (2)

In het religieuze denken van veel mensen is in onze tijd sprake van een ontwikkeling die steeds minder ruimte laat voor geloof in een persóónlijke God, maar waarin het woord "God" een aanduiding is voor het transcendente, dus het denken overstijgende Geheel van alle delen dat veel meer is dan een optelsom van die delen. Of men verstaat onder "God" de immanente, dus in alles intrinsiek aanwezige, Kracht die de delen tot samenwerking aanzet en opstuwt tot steeds complexere gehelen: het geheim van de evolutie.

De dichter Leo Vroman schrijft in een proloog van zijn gedichtenbundel “Twaalf Psalmen”:
"Het bestaan van een meneer God, met al zijn mannelijke en vrouwelijke synoniemen, is in de loop van millennia ineengekrompen door onze pietluttige gebeden: die van vijanden om elkaar te verslaan, van zieken om te genezen, van gokkers om winst. Wel wil ik geloven in een Systeem dat onmenselijk groot is en dat ons menselijk heelal, en elk ander heelal, waarin ieder en alles een onbegrijpelijk mooie plaats inneemt, bestuurt. Als ons eigen heelal nu nog zwelt, en dan misschien weer ineenstort tot een enkel punt, is dat misschien wel Systeems natuurlijke ademhaling. Waar mogen we dan nog om bidden? Dat die ademhaling nooit zal stokken."

In zijn gedicht "Psalm 1” van de bundel “Psalmen en andere gedichten”, zegt Vroman:

Systeem! Gij spitst geen oog of baard
en draagt geen slepend kleed;
hij die in U een man ontwaart
misvormt U naar zijn eigen aard
waar hij ook niets van weet.

Systeem, ik noem U dus geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.

Systeem! Lijf dat op niets gelijkt,
Aard van ons hier en nu,
ik voel mij diep door U bereikt
en als daardoor mijn tijd verstrijkt
ben ik nog meer van U.

Een prachtig gedicht, dat, hoe ver verwijderd ook van de gangbare orthodoxie, getuigt van een doorleefde, authentieke relatie met de Eeuwige. Ook de apostel Johannes wekt de indruk dat hij de traditionele, gepersonaliseerde godsbeelden ver achter zich heeft gelaten, als hij (zie het begin van het Johannes-evangelie) God vereenzelvigt met Liefde en met Licht. Hij noemt God zelfs “het Woord”:
in de aanvang was het Woord (…) en het Woord was God (...) alle dingen zijn door het Woord geworden (...) in het Woord was leven (...) het Woord is vlees geworden.
Je kunt een godsbeeld nauwelijks verder abstraheren dan door het aan te duiden als een Woord, als uitdrukking van een creatieve gedachte, als scheppende en vernieuwende kracht. Je kunt dat Woord vervolgens nauwelijks verder concretiseren dan door ervan te zeggen dat het vlees geworden is, dat het een mensenkind zozeer heeft aangesproken, dat het in hem gestalte kreeg, hem volledig vervulde en aldus promoveerde tot richtinggevend, vernieuwend, verlossend Woord. En waar mag dat Woord dan wel voor staan? Het sleutelwoord is Liefde. Zie 1 Johannes 4): “God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God en God in hem.”

Zo simpel is dat dus…én zo veeleisend.

(Wordt vervolgd)

Schrijver: H.P. Winkelman, 25 juli 2011


Geplaatst in de categorie: religie

2.8 met 6 stemmen 144



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)