Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER SUPRAPERSONALISATIE

Wat is de geheimzinnige “kracht” achter de evolutie van eenvoudige naar complexere vormen van leven en bewustzijn? Dat is, denk ik, de holistische neiging in de natuur tot vorming van gehelen die meer zijn dan de som van hun samenstellende delen. De evolutie is een geschiedenis van vallen en opstaan, maar de hoofdstroom heeft een duidelijke richting: van gescheidenheid naar vereniging. Die geheimzinnige “kracht” moet dus onderlinge aantrekkingskracht zijn (waarvan de sublieme vorm "liefde" heet).

Voor de totstandkoming van complexe gehelen uit eenvoudiger delen is het wel noodzakelijk dat de genoemde onderlinge aantrekkingskracht leidt tot samenháng en samenwérking. Zo’n opgaande lijn zien we bijvoorbeeld in de reeks: atoom, molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, organisme, organisatie. Het is deze ontwikkelingsgang (toenemende complexiteit van levensvormen) die uiteindelijk kan leiden naar collectief menselijk zelfbewustzijn oftewel naar de situatie dat de mensheid zich “personaliseert”. Het wordt ook wel aangeduid als “planetair zelfbewustzijn” en als “suprapersonalisatie”: het hogere bewustzijn dat resulteert uit de samenhang en samenwerking van onderliggende lagere bewustzijns. Hier volgt een nadere toelichting.

Ik denk dat de verhouding tussen lichaamscellen en de complete mens vergelijkbaar is met de verhouding tussen mensen en de complete mensheid. Zoals het zelfbewustzijn, het “ik” van het individu, oprijst uit de complexiteit, de samenhang, de samenwerking en de communicatie- en informatiestromen van en tussen lichaamscellen en organen, zo is het denkbaar dat ooit het "ik" van de mensheid (als suprapersonalisatie) zal oprijzen uit overeenkomstige betrekkingen van en tussen mensen en organisaties van mensen.

We kunnen ons bij suprapersonalisatie nauwelijks iets voorstellen, evenmin als een lichaamscel (gesteld dat hij zou kunnen denken) zich een voorstelling zou kunnen maken van de complete mens waarvan hij een elementair deeltje vormt. Hier is sprake van transcendentie. Maar dat het ons voorstellingsvermogen overstijgt, wil nog niet zeggen dat het ook ondenkbaar is. Een vierdimensionaal lichaam kunnen we ons ook niet voorstellen. Maar we kunnen de bestaansmogelijkheid wel beredenéren.

Zo is het voor het nadenken over dit onderwerp van belang, in te zien dat bepaalde verschijnselen die wij in onze driedimensionale wereld als wonderen zouden beschouwen, vanuit een vierdimensionale werkelijkheid bezien gewone, rationeel verklaarbare gebeurtenissen kunnen zijn.
Ja, zal iemand zeggen, áls er een vierde ruimtelijke dimensie zóu zijn, maar is dat aantoonbaar? In elk geval, zoals gezegd, niet aantoonbaar in de zin van ervaarbaar en voorstelbaar. Voor tweedimensionale wezens zou onze driedimensionale wereld ook niet voorstelbaar zijn, hoezeer ze voor ons ook een realiteit is.

Om het nog wat concreter te maken: wij bestaan in een “tijd-ruimte-continuüm”, waarbij de tijd kan worden opgevat als een vierde dimensie. Onze fysieke wereld strekt zich dus niet alleen uit van links naar rechts, van voor naar achter en van boven naar beneden, maar ook van verleden naar toekomst. Wij hebben het gevoel dat de wereld van verleden jaar, van gisteren, van een minuut geleden er niet méér is en dat de wereld van over een minuut, een dag, een jaar er nóg niet is. Maar dat blijkt – als we doordenken – een paradox te zijn. De wereld zou er dan immers alleen zijn als ze er niét is, namelijk op het strikt genomen tijdloze breukvlak tussen verleden en toekomst die we het heden noemen. Dus als de fysieke wereld zich ook uitstrekt van verleden naar toekomst, dan is wat wij ervan zien in het heden slechts de driedimensionale doorsnede van een vierdimensionale werkelijkheid.

Na dit zijsprongetje naar een vierde dimensie (om aan te tonen dat onvoorstelbaar niet synoniem is met onbestaanbaar), kom ik nog even terug op de aanname dat lichaamscellen zich verhouden tot de complete mens zoals mensen zich verhouden tot de complete mensheid. In zijn boek "Het verschijnsel mens" citeert Teilhard de Chardin de Engelse biochemicus Haldane waar deze opmerkt:
“Wanneer de samenwerking van enige honderden miljarden cellen in de hersenen ons vermogen tot bewustzijn bewerkt, wordt het denkbeeld van een samenwerking van geheel de mensheid, of van een deel, welke leidt tot wat Comte ‘het grote boven-menselijke Wezen’ genoemd heeft, aanmerkelijk meer aannemelijk.”
Ik citeer deze uitspraak omdat ze laat zien dat een veronderstelde "overstijging" van het individueel zelfbewuste naar het collectief zelfbewuste (dus van personalisatie naar suprapersonalisatie) toch echt wel meer is dan zo maar een speculatieve aanname van mensen met een rijke fantasie maar weinig werkelijkheidszin.

Schrijver: H.P. Winkelman, 6 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: filosofie

2.7 met 7 stemmen 140



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
6 oktober 2011
Ik ben het eens met Günter Schulz. Ik vind dit een uiterst boeiende omschrijving van wat is, van wat zou kunnen zijn, en wat ooit zal zijn. Filosofisch getint, diep gravende naar wat de mens, elk wezen (of elk schepsel) in feite voor elkaar betekenen. Eigenlijk zijn het feiten en veronderstellingen die ons voorstellingsvermogen overstijgen.
En toch kan men tot begrijpen komen – na heel wat intense mentale inspanning en na heel wat levenservaring – indien wij de zin van ons bestaan koppelen aan wat niets anders is dan “zuivere liefde”, zowel voor onze medemens als voor elk lager of hoger bestaanswezen. Ik heb dit artikel héél graag gelezen.
Naam:
Günter Schulz
Datum:
6 oktober 2011
Email:
ag.schulztiscali.nl
Hoewel de meeste feiten en veronderstellingen mijn voorstellingsvermogen en begrip overstijgen, vind ik de beschouwing boeiend genoeg en aanleiding tot nadenken gevend. Mijn waardering moge uit deze reactie blijken.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)