Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Lucienne Stassaert: In al mijn kamers...

In al mijn kamers breekt de duur
aan als een dooi. De dagen krimpen.

Terwijl het orgel van de wind -
een leien licht in vergezichten
en op het uiterste moment.

Soms komt een droom mij overstelpen:
een lichaam als een huis van zilver.

Klimop tooit er de stilte,
de blauwte van een dood seizoen.

Dan treedt nu in. Ik keer mijn stem
binnenste buiten - als een vel.

Lucienne Joseph Victorine Stassaert is geboren in 1936 te Antwerpen.
Haar ouders Louiza en Jules hadden een kapsalon en Lucienne was hun enige kind.
Ze ging naar de lagere school bij de 'Soeurs de Notre Dame', waar Frans gesproken werd.
Op haar vijftiende ging ze twee jaar naar een privé-pianistenschool, gevolgd door zes jaar studie aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Antwerpen. Op haar vierentwintigste trouwde ze met de kunstschilder/beeldhouwer Wybrand Ganzevoort en een jaar later werd hun dochter Régine geboren.
Van 1961 tot 1965 schreef ze voor het tijdschrift 'Nul'. In die tijd maakte ze contact met de experimentele Zestigers, met name de subjectieven, die dweepten met Jarry, Lautréamont, Artaud en Kerouac. Ze werkte mee aan het tijdschrijft 'Labris' en als bohemienne stortte ze zich in het Antwerpse nachtleven.
In 1963 werd haar dochter Anouk geboren.
In 1964 debuteerde ze met 'Verhalen van de jonkvrouw met de spade', in eigen beheer, surrealistisch, 34 exemplaren.
In 1965 stierf haar vader.
Ze stopte met haar pianocarrière, omdat schilderen en schrijven haar meer boeiden en ook heel wat tijd in beslag namen. Toch kon ze op een succesvolle periode als concertpianiste terugkijken, maar ze wilde liever zelf iets maken, dan steeds maar iets van anderen vertolken. Ze publiceerde het prozaboek 'Bongobloesembloed', samen met Max Kazan.
In 1967 verscheen 'Camera Kraamkliniek' en in 1969 'Fossiel'.
Ze was drie jaar redactrice van 'Impuls'.
In 1973 verscheen haar dichtbundel 'In de klok van de machine tikt een mens', wat boordevol kritiek op het kapitalisme staat.
In 1975 verscheen 'Een kleine zeeanemoon', dat gaat over de kunstenaarsrol in een kapitalistische cultuur. Ze had banden met 'Amada', een zeer linkse partij, maoïstisch georiënteerd.
In 1980 werd haar huwelijk een LAT-relatie. Omdat ze een knappe vrouw was, lagen er vele Casanova's op de loer.
In 1981 verscheen 'Nachtglas' met o.a. de cyclus 'Spokerij', gebaseerd op de schilderwerken van Edvard Munch.
In 1983 stierf haar moeder.
In 1984 verscheen de verhalenbundel 'Het zomeruur', waarmee ze met haar eigen geëngageerde kunst kapte.
In 1985 publiceerde ze 'Karen. Een ontmoeting in de ruimte', waarin ze schrijft over de geheime liefde tussen Munch en zijn tante. Ze schreef ook nog het hoorspel 'De nachtwandelaar' over Munch.
In 1994 scheidde ze officieel van Wybrand.

Ze ontving de Poëzieprijs van de Vlaamse Gids, de ANV-Visserneerlandiaprijs, de Poëzieprijs van de Vlaamse Poëziedagen Deurle, de Arkprijs van het Vrije Woord, de Provinciale Prijs voor Letterkunde en de Dr. Ferdinand Snellaertprijs 2008.
Ze maakt ook schilderijen en tekeningen, ooit door Roger Nupie tentoongesteld.

Roger is een beste vriend van haar, die op een goede dag haar bovenbuurman werd. Hij debuteerde in 1983 met de dichtbundel 'Ivoren Weemoed' en in 1995 verscheen 'Zo verander je van lichaam'. Hij werkte o.a. samen met de Waalse beeldhouwster Brigitte Balhan (1938, Hermalle-sous-Argenteau).

Sinds enkele dichtbundels is haar vaste uitgever inmiddels Leo Peeraer van uitgeverij P.
Zij vertaalde het werk van Sylvia Plath en Emily Dickinson. Ook herschreef ze de mystica Hadewijch.
In 2007 verscheen 'In de laai van het vuur', geïnspireerd door Camille Claudel. In 2009 verscheen 'Keerpunt', waarin ze haar ervaringen bij het behandelproces van kanker poëtisch verwoord. Ze eindigt de bundel zeer bewust met erotische gedichten. Ze is in de loop der dichtjaren meer leesbaar geworden voor een groter publiek, minder experimenteel.
In 2011 werd zij gehuldigd door de stad Antwerpen, n.a.v. haar vijf-en-zeventigste verjaardag.

'Zonder sterrengeschut bij vlagen vol weerlicht of als spookgewas ligt alles onder vuur: de wereld een gepofte kastanje'

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 december 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 2 stemmen 515



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Len Cornelis
Datum:
17 december 2011
Komt binnenkort geen boekje uit met dit soort portretten? Lijkt mij erg handig. Ik vind de stukken informatief. En lekker compact. Plus dat deze uitnodigen tot nader onderzoek.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)