Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Calvinistisch bepaald

(voor Pieter Cornelis Mondriaan (1872 - 1944))

Je bent geboren aan de Kortegracht in Amersfoort, waar je vader hoofdonderwijzer was van een streng-christelijke lagere school en je moeder zorgde voor jou, Christien, Willem, Louis en Carel.
Je opa was een kapper, parfumeur en pruikenmaker in Den Haag. O
p je achtste ging je naar Winterswijk. Je vader was ook tekenleraar en je kreeg al gauw privé-lessen van hem. Er viel niet aan je strenge vader te ontkomen, hij bepaalde overal de gestaalde, emotieloze sfeer, elke dag hamerend op de tien geboden en het idee dat ieder mens zondig is geboren. Toch hielp hij je met het behalen van de akte Lager Onderwijs, net als oom Frits. Via de hulp van een oude leraar in Doetinchem behaalde je ook de akte Middelbaar Onderwijs, waarna je als een haas naar Amsterdam vertrok, omdat je aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten wilde studeren.
Je woonde eerst boven een christelijke boekhandel aan de Kalverstraat, een connectie van je vader, maar je wist de bedompte, muizige sfeer goed te ontvluchten.
Je kreeg les van August Allebé, Van der Waay en Dake.
Je schilderde landschappen en portretten, die je voor weinig geld verkocht en je werd gereformeerd, wat al minder streng was. Je nam etslessen en je vertrok achtereenvolgens naar de Ruysdaelkade, Watergraafsmeer, de Stadhouderskade en de Albert Cuypstraat.

Je kreeg een identiteitscrisis, die gepaard ging met heftige depressies, je wilde vrij zijn, maar het calvinistische verleden kronkelde als gifslangen door je bloed. Met je vriendin Hannah ging je naar Cornwall, waar je een longontsteking kreeg, plus een blauwtje, want Hannah was niet gediend van je onhandige gefriemel.
Je trok een tijdje met een groep anarchisten op, verbitterd door de slechte verkoop, maar in Uden schilderde je boerderijen, koeien, molens, stallen en bloemen. Je zwierf over de heidevelden bij Otterlo en je begon de nachttaferelen van Van Gogh na te volgen. Je maakte een schitterend portret van Arda Boogers, dat uit een museum gestolen is. Daarna maakte je een portret van je theosofische vriendin Marie Simon, die vijftien jaar jonger was en via haar werd je lid van de Theosofische Vereniging, waardoor Charley Toorop je op het Domburgse strand in yoga-houding tegenkwam. Je woonde toen in Loverendale, terwijl je verloofd was met Greet Heybroek, maar die relatie verbrak je, want je werd verliefd op het Parijse kubisme en daar ontwikkelde je de kleurvlakken en de strepen, die je baseerde op de theosofie en de antroposofie, op de vergeestelijking van het zichtbare.
In Laren woonde je samen met de componist en goede vriend Jacob van Domselaer en Theo van Doesburg stimuleerde je, totdat hij scheve lijnen schilderde, wat volgens jou heiligschennis was. Een korte affaire met zijn vrouw Nelly zette nog meer kwaad bloed. Jacob zette je abstracten op muziek en Nelly vertolkte dat op de piano, terwijl Theo je nauwlettend in de gaten hield. Iedere beweging vond hij verdacht, maar later konden jullie erom lachen. De strakke, strenge kleurvlakken waren onbewust een uitvergroting van je religieuze jeugdtrauma's, ze hielden als solide putdeksels je oeremoties onder de knoet, onbewust heb je je oude demonen weer opgeroepen, al dacht je zelf dat je ze nu eindelijk getemd had. Ze zien er niet voor niets zo emotieloos en ondanks de kleuren kleurloos uit, een variant op het sprookje van de naakte keizer. Je eindigde nog strenger dan de streng-christelijke sfeer bij jou vroeger thuis, al heb je dit nooit geweten.

In je atelier te New York werkte je nog aan 'Victor Boogie Woogie', maar het bleef onvoltooid, omdat je stierf door een longontsteking, misschien was je toch op weg geweest om de putdeksels los te roeren.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 februari 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

2.8 met 6 stemmen 151



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)